Programma 21-1-2025

Dinsdag 21 januari 2025
1 / 40
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 40 slides, with text slides.

Items in this lesson

Dinsdag 21 januari 2025

Slide 1 - Slide

Hoe ziet vandaag eruit?
09:25 uur (2e uur): Nederlands 
  • Dagopening
  • Lowan thema 2 woorden dag 3 en voorzetsels (met & naar)

PAUZE 10:15 uur tot 10:30 uur

10:30 uur (3e uur): Nederlands
  • Tweeklanken
  • Spreekoefening
 




11:20 uur (4e uur): Nederlands
  • Een goed begin



PAUZE 10:15 uur tot 10:30 uur

12.40 uur (5e uur): Nederlands
  • Taalcompleet maken
  • Thema 2 werkboekje dag 3
          - Ubeida, Base, Vlad, Mohamed en                     Vitalii






Slide 2 - Slide

  • Donderdag 16 januari geen school
  • Maandag 20 januari geen Nederlands
Mededelingen
Voorjaarsvakantie: 
17 februari t/m 21 februari

Slide 3 - Slide

Dagopening
Starten van de dag

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Geweld

  • насильство
  • şiddet
  • عنف
  • violence

Slide 6 - Slide

Geweld bestaat in veel verschillende vormen.

  • Насильство має багато різних форм.
  • Şiddetin birçok farklı biçimi vardır.
  • يأتي العنف بأشكال مختلفة عديدة.
  • La violence se présente sous de nombreuses formes différentes.

Slide 7 - Slide

Denk aan schelden, vechten, vernielen, oorlog...

  • Подумайте про лайку, боротьбу, руйнування, війну...
  • Küfür etmeyi, kavga etmeyi, yıkımı, savaşı düşünün...
  • فكر في الشتائم، القتال، الدمار، الحرب...
  • Pensez aux jurons, aux combats, à la destruction, à la guerre...

Slide 8 - Slide

We hebben allemaal wel eens met geweld te maken gehad. 

  • Ми всі хоч раз стикалися з насильством.
  • Hepimiz hayatımızda bir noktada şiddete maruz kalmışızdır.
  • لقد تعرضنا جميعا للعنف في مرحلة ما من حياتنا.
  • Nous avons tous été victimes de violence à un moment ou à un autre.

Slide 9 - Slide

Sommige niet zo heftig, maar anderen wel heel heftig.

  • Деякі не настільки інтенсивні, але інші дуже інтенсивні.
  • Bazıları o kadar yoğun değil ama bazıları çok yoğun.
  • بعضها ليس بهذه الشدة، ولكن بعضها الآخر شديد للغاية.
  • Certains ne sont pas si intenses, mais d’autres sont très intenses.

Slide 10 - Slide

Schrijf in je schrift:
Antwoorden in Nederlands.
Je mag Google-Translate gebruiken.

1. Heb jij met geweld te maken gehad?

  • Чи зазнавали ви насильства?
  • Şiddete maruz kaldınız mı?
  • هل تعرضت للعنف؟
  • Avez-vous subi des violences ?

Slide 11 - Slide

Schrijf in je schrift:
2. Met welke vorm van geweld heb je te maken gehad?

  • З якою формою насильства ви стикалися?
  • Hangi şiddet türüne maruz kaldınız?
  • ما هو شكل العنف الذي تعرضت له؟
  • Quelle forme de violence avez-vous subie ?

Slide 12 - Slide

Schrijf in je schrift:
3. Wat voor een impact heeft dat voor jou gehad? Heeft het jou veranderd?

  • Який вплив це мало на вас? Це змінило вас?
  • Bu sizin için nasıl bir etki yarattı? Seni değiştirdi mi?
  • ما هو نوع التأثير الذي أحدثه ذلك عليك؟ هل تغيرك؟
  • Quel impact cela a-t-il eu pour vous ? Est-ce que cela vous a changé ?

Slide 13 - Slide

Schrijf in je schrift:
Klaar? 
Geef je schrift aan de docent. 

Wacht tot iedereen klaar is. 


Slide 14 - Slide

Herhalen woorden dag 3

Herhalen voorzetsels

Herhalen getallen 
LOWAN thema 2 

Slide 15 - Slide

Hoe zeg je deze klanken?
  • eu
  • ui
  • oe
  • au / ou
  • ie
  • ij / ei
Klanken oefenen

Slide 16 - Slide

Oefening:

Ik ga woorden opnoemen. Loop naar het juiste vak van de klank die je hoort.

Als je het fout hebt ga je zitten. 

Wie blijft het langste over?

Klanken oefenen

Slide 17 - Slide

Oefening 1: eu of ui




Klanken oefenen
eu
ui

Slide 18 - Slide

Oefening 1: eu of ei/jij




Klanken oefenen
ie
ei / ij

Slide 19 - Slide

Oefening 1: oe of ou/au




Klanken oefenen
oe
au / ou

Slide 20 - Slide

Oefening 1: ie of i




Klanken oefenen
ie
i

Slide 21 - Slide

Spreekoefening: vraagwoorden
Vraagwoorden:
wie? -> mens
waar? -> plaats
wat? -> ding
wanneer? -> dag, tijd
hoeveel? -> getal
Voorbeelden:
Wie is jouw juf?
Waar woon je?
Wat is dit?
Wanneer heb je gym?
Hoeveel dagen ga je naar school?

Slide 22 - Slide

Spreekoefening: vraagwoorden
Oefening:
  • In tweetallen, de ene is A, de ander is B.
  • A stelt een vraag aan B. 
  • B geeft antwoord. 
  • B stelt een vraag aan A.
  • A geeft antwoord. 

                        Stel de vragen op de volgende dia. 

Slide 23 - Slide

A

1. Wie ben je?
2. Waar woon je?
3. Hoeveel dagen heeft een week?
4. Wat lees je?
5. Wanneer ga je naar school?
6. Hoeveel pennen heb je?
7. Wanneer is het weekend?
8. Hoeveel fietsen heb je?

B

1. Wat is je naam?
2. Wie is je docent?
3. Hoeveel dagen ga je naar school?
4. Wat leer je op school?
5. Waar is de docent?
6. Hoeveel meisjes/jongens zijn hier?
7. Wie is vandaag niet op school?
8. Wanneer ben je jarig?

Slide 24 - Slide

Een goed begin 
Maak hoofdstuk 5 af.

Klaar? 
  • Verbeter de briefjes 
  • Maak hoofdstuk 1 tot en met 4 af.

Alles klaar?
  • TaalCompleet 
  • Werkboekje dag 3 (thema 2)
Olesia & Ihor:
Verder werken of TaalCompleet

Slide 25 - Slide

Een goed begin 
Ga naar les 5B Bij de huisarts (blz 56)

Samen
  • Tip 11: huisarts / ziekenhuis

Alleen
  • Opdracht 1
  • Opdracht 2
  • Opdracht 3
  • Opdracht 5

Olesia & Ihor:
Verder werken of TaalCompleet
Samen
  • Opdracht 6 
  • Opdracht 7

     Op los papier.

Slide 26 - Slide

Een goed begin 
Ga naar les 5C Wat kan ik voor u doen? (blz 58)

Samen
  • Tip 12: apotheek / specialist

Alleen
  • Opdracht 1
  • Opdracht 2
  • Opdracht 3
  • Opdracht 5
  • Opdracht 6

Olesia & Ihor:
Verder werken of TaalCompleet

Slide 27 - Slide

Een goed begin 
Samen nakijken.

  • Les 5A
  • Les 5B
  • Les 5C
Olesia & Ihor:
Verder werken of TaalCompleet

Slide 28 - Slide

Werk verder in TaalCompleet:
  • Ga verder waar je gebleven bent.

Thema 2 werkboekje dag 3
  • Ubeida, Base, Vlad, Mohamed en Vitalii
  • Maak het werkboekje van dag 3.

                   Klaar met werkboekje? 
                           - Maak Quizlet thema 2 woorden dag 1, 2 en 3
                           - Oefen de LessonUp thema 2 woorden dag 1, 2 en 3

TaalCompleet

Slide 29 - Slide

Werk verder in TaalCompleet:

Stap 1: verbeter de briefjes

Stap 2: werk verder
  • Boekopdrachten 1.1
  • Online opdrachten 1.1
  • Boekopdrachten 1.2
  • Online opdrachten 1.2
  • Boekopdrachten 1.3
  • Online opdrachten 1.3

TaalCompleet
Maak het werkboekje:

Maak alle opdrachten.

Je mag geen Google-Translate gebruiken. 

Vragen? Vraag je docent.

Klaar? Quizlet en LessonUp

Slide 30 - Slide

Begrijpend lezen
  1. Lees de tekst op het werkblad (samen)
  2. Lees de tekst nog een keer alleen.

Maak de vragen over de tekst. 

Klaar: werk in Stenvert of oefenen.nl



Slide 31 - Slide

1. Verbeter de fouten.

2. Maak alle opdrachten voordat je met een nieuwe les begint.

3. Maak de lessen tot en met:
  • Les 2.4 Ik ben vrij
  • Bladzijde 56 t/m 61
  • Stop na bladzijde 61

Maak eerdere lessen af! 

1. Ster in schrijven
1. Verbeter de fouten.

2. Maak alle opdrachten voor
je met een nieuwe les begint.

3. Maak de lessen tot en met:
  • Les 2.3 Ik doe mee
  • Bladzijde 39 t/m 43
  • Stop na bladzijde 43

Klaar? Maak Ster in Lezen.
2. Ster in lezen

Slide 32 - Slide

  1. Ga naar Teams
  2. Ga naar Nederlands -> berichten
  3. Scrol naar thema 2
  4. Oefen de woorden van dag 1
LOWAN thema 2 woorden dag 1
timer
15:00

Slide 33 - Slide

LOWAN thema 1 woorden 

Slide 34 - Slide

Je krijgt 40 minuten voor de toets.
Zet je naam op de toets!

Het is stil totdat iedereen klaar is! 


              Klaar met de toets?
                     - Werk in 'Een goed begin'
Toets thema 8: de seizoenen

Slide 35 - Slide

Een goed begin les 
Stap 1
  • Fouten verbeteren (zie briefjes)
  • Hoofdstuk 1, 2 en 3 afmaken

Stap 2
  • Hoofdstuk 5 maken

Slide 36 - Slide

  1. Ga naar klaargezet voor jou.
Oefenen.nl

Slide 37 - Slide

Aan de slag! 
Ga verder met waar je gebleven bent met klanken leren.

Klanken leren klaar?             Taalklas.nl 1
Oefenen.nl
Heb je een vraag, steek dan je hand omhoog!
20 minuten

Slide 38 - Slide

Klokkijken

Slide 39 - Slide

Klokkijken

Slide 40 - Slide