H5: woordsoorten - bijwoord (met audio)

- Uitleg bijwoord
- Maken Gram. H5: 8 t/m 10
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

- Uitleg bijwoord
- Maken Gram. H5: 8 t/m 10

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Woordsoorten:
- Je kunt eerder geleerde woordsoorten herkennen en benoemen.
- Je kunt aan de hand van een bouwplan zelf een zin maken.
- Nieuw: Je weet wat een bijwoord is en kunt die benoemen.

Slide 2 - Slide

Benoem het woord 'die'.
De olifant die daar loopt, is erg groot.
A
aanwijzend voornaamwoord
B
betrekkelijk voornaamwoord

Slide 3 - Quiz

Benoem het woord 'geworden'.
Ik ben door de jaren heen steeds liever geworden.
A
hulpwerkwoord
B
zelfstandig werkwoord
C
koppelwerkwoord
D
lidwoord

Slide 4 - Quiz

Benoem het woord 'me'.
Ik vergis me continu in de datum.

Slide 5 - Open question

Maak een zin met het volgende bouwplan.
vz - lw - bnw - znw | hww | pers vnw. | lw - znw | zww.

Slide 6 - Open question

Maak een zin met een hww en kww.

Slide 7 - Open question

Vwo:
Maak een samengestelde zin met een zww en kww.

Slide 8 - Open question

De marathonloper rent snel naar de finish.
De snelle marathonloper finisht.

Slide 9 - Slide

Wat is het verschil tussen 'snel' en 'snelle?

Slide 10 - Open question

De marathonloper rent snel naar de finish.
De snelle marathonloper finisht.

Slide 11 - Slide

Aantekening: bijwoord 
Het bijwoord:

- zegt iets over een werkwoord, een bijvoeglijk naamwoord of over een ander bijwoord

- geeft een tijd aan

- geeft een plaats aan

- prullenbak

(neem over bij je andere grammatica-aantekeningen)

Slide 12 - Slide

- zegt iets over een werkwoord
Hij typt snel een berichtje.

Max Verstappen kwam erg hard aanrijden.

Slide 13 - Slide

- zegt iets over een bijvoeglijk naamwoord
Dat is een erg mooi boek!

Calvijn is een heel klein schooltje.


Slide 14 - Slide

- zegt iets over een ander bijwoord
Dat is een heel erg mooi boek!

In mijn vrije tijd kijk ik onwijs veel series.

Slide 15 - Slide

- geeft een tijd aan
Nu wil ik een koekje!

Het huiswerk van morgen is...

Slide 16 - Slide

- geeft een plaats aan
Daar is de nieuwe mediatheek.

Ergens in Nederland kun je een schat vinden.

Slide 17 - Slide

- de prullenbak
- woordjes die je overhoudt:
   wel, toch, ook, nog, immers, niet, misschien
- vraagwoorden die niet bij het vragend voornaamwoord horen:
waar, wanneer, waarom, waardoor, waarmee en hoe.

Slide 18 - Slide

Huiswerk 
Gram. H5: 8 t/m 10 (blz. 225)

Slide 19 - Slide