4.2 Elektrische energie deel 1

4.5 Elektrische energie
Deel 1
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

4.5 Elektrische energie
Deel 1

Slide 1 - Slide

timer
0:45
Energie?

Slide 2 - Mind map

Leerdoelen 4.2 Elektrische energie
  • Duurzame en niet-duurzame energiebronnen, verschillende vormen van energie. 
  • Voorbeelden noemen van energie-omzettingen.
  • Het symbool en de eenheid van energie:
    E in Joule (J)
  • Uitleggen wat met het vermogen van apparaten wordt bedoeld.
  • Het symbool en de eenheid van vermogen kunnen noemen.
  • Je kan rekenen met de formule P = U · I. 
  • Het typeplaatje van een apparaat uitleggen.
  • Uitleg kunnen geven bij de eenheid kWh
  • Je kan rekenen met de formule E = P · t. 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Omzetten van energie
Elektrische energie kun je omzetten in licht, warmte of beweging.

Slide 5 - Slide

Energie meten
Het symbool van Energie is E
De eenheid van Energie is Joule (spreek uit als zjoel)
Het symbool is J, kJ (kilojoule), MJ (megajoule)

1 kJ = 1000 J                                                                  James Prescott Joule
1 MJ = 1.000.000 J


1 J = 1 W x 1 sec

Slide 6 - Slide

Vermogen
Vermogen = hoeveelheid elektrische energie dat een apparaat per seconde verbruikt.
Het symbool voor vermogen is P van het Engelse woord voor vermogen, power. 
De eenheid van vermogen is watt (W).


Een vermogen van  1 W is evenveel als 1 Joule/seconde. 

Slide 7 - Slide

Energie meten

Slide 8 - Slide

Typeplaatjes
Het vermogen van een apparaat staat altijd op het typeplaatje

Het vermogen geeft aan wat een apparaat kan.
Apparaten met een hoger vermogen kunnen meer maar gebruiken ook meer elektrische energie. 

Hoe groter het vermogen van een apparaat, hoe meer energie het apparaat gebruikt en kost om het te gebruiken.
Een typeplaatje vind je vaak achterop of onderop een elektrisch apparaat. Op het typeplaatje vind je het vermogen van een apparaat.

Slide 9 - Slide

Energie
Vermogen
Stroom
Spanning
E
I
U
P

Slide 10 - Drag question

Energie
Vermogen
Stroom
Spanning
J
A
V
W

Slide 11 - Drag question

Theorievragen
Maken:
 H4 vragen 1 t/m 6 blz. 35 - 36 opdrachtenboek deel 2b

Slide 12 - Slide