Verband - Signaalwoorden
Opsomming: Om te beginnen, ook, bovendien, daarnaast, vervolgens, en
Tegenstelling: maar, toch, daar staat tegenover, echter, desondanks
Tijd (chronologie): eerst, daarna, dan, toen, eens, vroeger, nu, ooit, later, nadat
Oorzaak-gevolg: daardoor, doordat, als gevolg van
Reden: Daarom, dus, omdat, want, namelijk, immers
Voorbeeld: Zo, bijvoorbeeld, neem nou, zoals
Conclusie/samenvatting: Kortom, dus, daarom, al met al, samengevat
Voorwaarde: Als (..dan..), indien, tenzij, wanneer