Herhaling ontwikkeling en PAH

Herhaling ontwikkeling en PAH
   
       Herhalen 
     Herhalen
      Herhalen
                  De sleutel tot succes
1 / 22
next
Slide 1: Slide
PAHSecundair onderwijs

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Herhaling ontwikkeling en PAH
   
       Herhalen 
     Herhalen
      Herhalen
                  De sleutel tot succes

Slide 1 - Slide

Wat is ontwikkeling?
A
Alle vooruitgang dat een mens boekt van bevruchting tot de dood.
B
Het geheel van veranderingen die een mens doormaakt van geboorte tot de dood.
C
Het geheel van veranderingen die een mens doormaakt van bevruchting tot de dood.
D
Alle vooruitgang dat een mens boekt van geboorte tot de dood.

Slide 2 - Quiz

Ontwikkelingsvormen
Ontwikkelingsebieden
Ontwikkelingsfactoren
Ontwikkelingsrichting
Nature
Fysieke ontwikkeling
Zelfbepaling
Groeien
Leren
Progressie
Cognitieve ontwikkeling
Nurture
Socio-emotionele ontwikkeling
Achteruitgang
Rijpen

Slide 3 - Drag question

Het verliezen van een bepaalde functie noemen we...
A
Remissie
B
Redonatie
C
Regressie
D
Realisatie

Slide 4 - Quiz

Welke ontwikkelingsvorm herken je hier?
Een baby van een maand kan nog niet zo scherp zien. Op 1 jarige leeftijd wel.
A
Groeien
B
Rijpen
C
Leren
D
Geen van deze 3

Slide 5 - Quiz

Welke ontwikkelingsfactor speelt hier een rol?
Goed zijn in voetbal maar toch gaan basketten.
A
Nature
B
Nurture
C
Zelfbepaling
D
Geen van deze 3

Slide 6 - Quiz

Welke ontwikkelingsfactor speelt hier een rol?
Frans kunnen praten.
A
Nature
B
Nurture
C
Zelfbepaling
D
Geen van de 3

Slide 7 - Quiz

Tijdens welke ontwikkelingsfase ben je minderjarig?
A
Peuter, prenatale fase, kleuter, schoolkind, baby, jong volwassene
B
Peuter, prenatale fase, kleuter, schoolkind, baby,
C
Peuter, prenatale fase, kleuter, schoolkind, baby, jong volwassene, adolescent
D
Peuter, prenatale fase, kleuter, schoolkind, baby, adolescent

Slide 8 - Quiz

Fysieke ontwikkeling
Cognitieve ontwikkeling
Socio-emotionele ontwikkeling
Sociale ontwikkeling
Geheugen
Lichamelijke groei + rijping
Sensoriek
Denken
Emotionele ontwikkeling
Identiteitsontwikkeling
Taal
Grove motoriek
Waarneming
Morele ontwikkeling
Seksuele ontwikkeling
Ontwikkeling van de wil
Fijne motoriek

Slide 9 - Drag question

Welk ontwikkelingsgebied herken je hier?
Weten dat je moet stoppen bij een rood licht.
A
Fysieke ontwikkeling
B
Cognitieve ontwikkeling
C
Socio-emotionele ontwikkeling
D
Geen van de 3

Slide 10 - Quiz

Welk ontwikkelingsgebied herken je hier?
De geur van frietjes herkennen
A
Fysieke ontwikkeling
B
Cognitieve ontwikkeling
C
Socio-emotionele ontwikkeling
D
Geen van de 3

Slide 11 - Quiz

Welk ontwikkelingsgebied herken je hier?
Vruchtbaar worden.
A
Fysieke ontwikkeling
B
Cognitieve ontwikkeling
C
Socio-emotionele ontwikkeling
D
Geen van de 3

Slide 12 - Quiz

Welk ontwikkelingsgebied herken je hier?
Alleen naar school kunnen fietsen.
A
Fysieke ontwikkeling
B
Cognitieve ontwikkeling
C
Socio-emotionele ontwikkeling
D
Geen van de 3

Slide 13 - Quiz

Welk ontwikkelingsgebied herken je hier?
Weten dat je niet mag stelen.
A
Fysieke ontwikkeling
B
Cognitieve ontwikkeling
C
Socio-emotionele ontwikkeling
D
Geen van de 3

Slide 14 - Quiz

Welke mensvisie herken je hier?
Samen met je ouders afspreken dat je nu pas om 17u thuis moet zijn ipv direct na school.
A
Emancipatorische mensvisie
B
Dynamische mensvisie
C
Holistische mensvisie
D
Geen van de 3

Slide 15 - Quiz

Wat is pedagogisch handelen?
A
Mensen doorheen hun leven begeleiden en gidsen
B
Het gedrag bestuderen, binnen en buiten.
C
Kinderen begeleiden tijdens hun opvoeding en groei.
D
Geen van deze 3.

Slide 16 - Quiz

Wat is de pedagogische vraag?
A
Het kind dat zijn noden en behoeften duidelijk maakt.
B
Opvoedingsvragen dat je aan een specialist stelt.
C
Vragen dat het kind aan de opvoeder stelt.
D
Geen van deze 3.

Slide 17 - Quiz

Wat is het pedagogisch aanbod?
A
Het kind dat zijn noden en behoeften duidelijk maakt.
B
Opvoedingstips toepassen.
C
De opvoeder dat gepast op de noden van het kind reageert.
D
Geen van deze 3.

Slide 18 - Quiz

Eerste opvoedingsmilieu
Tweede opvoedingsmilieu
Derde opvoedingsmilieu
Vierde opvoedingsmilieu
Ouders waar je woont
De hele wereld, sociale media, de culturen,...
De buurt, mensen rond jou, je vrienden, buren,...
Beroepsopvoeders

Slide 19 - Drag question

Welk opvoedingsmiddel wordt hier beschreven?
Zomaar een snoepje in de winkel nemen mag niet. Peter legt uit waarom niet aan zijn neefje. Dat is stelen, je moet er voor betalen.
A
Informatie overdracht
B
Straffen en belonen
C
Gewoontevorming
D
Leren door imitatie

Slide 20 - Quiz

Waarom gaan we pedagogisch handelen?
A
Voor een positief welbevinden en betrokkenheid en emotionele veiligheid
B
Zodat het kind kansen krijgt op autonomie.
C
Zodat het kind zich competent kan voelen.
D
Voor alle 3 deze zaken.

Slide 21 - Quiz

MATERIALEN
ACTIVITEITEN
PRIKKELS
Decoratie binnen een thema
Kookles
GSM
Boeken
Rollenspek
Muziek
Omgevingsfactoren die de nieuwsgierigheid wekken
Dansen
Middelen dat we gebruiken
Geplande  / spontane bezigheden
Dierengeluiden
De cursus van PAH
Visuele beelden / Foto's
Speelgoed

Slide 22 - Drag question