23VV AFP wk3

M1W1
3
Afweersysteem
Afweer
1 / 18
next
Slide 1: Slide
AFPMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

M1W1
3
Afweersysteem
Afweer

Slide 1 - Slide

A.M9H1
afweersysteem
Leerdoelen Anatomie...
  • Je legt de belangrijkste onderdelen van het lymfesysteem uit en de functie ervan.  

Slide 2 - Slide

het lymfestelsel is een gesloten buizensysteem...
  • het bevat een heldere, kleurloze vloeistof: lymfe
  • lymfe bestaat uit vocht (van de haarvaten gekregen) en lymfecellen
1.6
lymfestelsel

Slide 3 - Slide

het lymfestelsel heeft de taak om vloeistof af te voeren...
  • waarin gevaarlijke stoffen zitten (ziekteverwekkers)
  • waarin afvalstoffen zitten
1.6
lymfestelsel

Slide 4 - Slide

de stoffen worden naar de lymfeknopen gebracht...
  • lymfecellen maken antistoffen tegen de specifieke ziektekiem dat voorbij komt
  • schoon lymfe komt daarna weer in de bloedbaan
1.6
lymfestelsel

Slide 5 - Slide

schone lymfe komt (via een ader van elk sleutelbeen) in de bloedsomloop...
  • grote lymfevaten hebben kleppen
  • grootste lymfevat: borstbuis
  • in bloed: bovenste holle ader
1.6
lymfestelsel

Slide 6 - Slide

de bloedbaan heeft ook een grote lymfeknoop: de milt...
  • ligt hoog in de linker buikholte
  • vuistgroot, boonvormig
  • lymfecellen maken antistoffen tegen ziektekiemen in de bloedbaan (filteren)

1.7
milt

Slide 7 - Slide

  • korrelcellen breken oude RBC af, onderdelen (Hb, ijzer) worden hergebruikt
  • opslag van bloed, in geval van bloedverlies
1.7
milt

Slide 8 - Slide

P.M2H2
afweer
Leerdoelen Pathologie...
  • Je beschrijft de twee afweerreacties van het lichaam op ziekteverwekkers.
  • Je kan in een afbeelding aanwijzen waar afweerweefsel in het lichaam zit.




Slide 9 - Slide

eenmaal een ziektekiem in het lichaam, zijn er twee manieren van afweer voorhanden...
  1. directe afweer (korrelcellen)
  2. indirecte afweer (lymfecellen)
2.1
de afweer van het lichaam

Slide 10 - Slide

1 directe afweer
  • korrelcellen
  • snel op gang
  • niet-specifiek
  • in bloed en weefsel werkzaam
  • aangeboren
2.1
de afweer van het lichaam

Slide 11 - Slide

2 indirecte afweer
  • lymfecellen
  • traag op gang (antistoffen maken)
  • specifiek
  • in lymfe werkzaam
  • verworven
2.1
de afweer van het lichaam

Slide 12 - Slide

  • beide systemen communiceren met elkaar, zo ondersteunt het en versterkt elkaar
  • wanneer de ziektekiem bestreden is geven de cellen signalen af dat de ontstekingsreactie mag stoppen
2.1
de afweer van het lichaam

Slide 13 - Slide

op veel plaatsen in het lichaam wordt gewerkt aan de weerstand...
2.2
immunologisch systeem

Slide 14 - Slide

1 thymus (t-cellen volgroeien)
2 lever (maakt eiwitten om antistoffen mee te maken)
3 lymfevaten en -knopen (houden het bloed schoon)
4 wormv. aanhangsel (heeft blauwdruk van de darmflora)
2.2
immunologisch systeem
1
2
3
4

Slide 15 - Slide

5 amandelen (beschermen mondkeelholte)
6 beenmerg (maakt alle WBC)
7 milt (filtert bloed)
8 verzameling lymfeknopen in de darm (beschermen darmkanaal tijdens voedselopname)
2.2
immunologisch systeem
5
6
7
8

Slide 16 - Slide

in het beenmerg worden alle bloedcellen gemaakt...
1 een deel groeit uit tot korrelcellen
  • ze leren het verschil tussen eigen en vreemd en schakelen vreemden uit

2.2
immunologisch systeem
1

Slide 17 - Slide

in het beenmerg worden alle bloedcellen gemaakt...
2 een deel groeit uit tot lymfecellen (in de thymus)
  • ze leren het verschil tussen eigen en vreemd en maken  vreemde eiwitten om uit te schakelen

2.2
immunologisch systeem
2

Slide 18 - Slide