Lezen blok 4 en 5

Heb jij nog vragen over blok 5 - spelling?
1 / 14
next
Slide 1: Mind map
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Heb jij nog vragen over blok 5 - spelling?

Slide 1 - Mind map

Lezen Blok 4 en 5

Slide 2 - Slide

Verwijswoorden
- Maken een tekst leesbaarder en minder saai
- Kan je helpen om tekst te begrijpen; probeer erachter te komen waar naar verwezen wordt.

Slide 3 - Slide

"Door de studiedag vallen alle lessen uit. Dat vind ik helemaal niet erg." Waar verwijst 'dat' naar?

Slide 4 - Open question

"Laurien en Roos hoeven niet naar de wiskundeles, omdat ze deze al gevolgd hebben."
Waarnaar verwijst 'ze'? En 'deze'?

Slide 5 - Open question

"Bente is eerste geworden bij haar zwemwedstrijd, dat vind ik erg goed." Waarnaar verwijst 'dat'?

Slide 6 - Open question

Feiten en meningen

Slide 7 - Slide

Feiten
- zijn altijd waar
- zijn te controleren
- beschrijf je met objectieve woorden

Slide 8 - Slide

Meningen
- Wat de schrijver, jij of een ander van iets vindt.
- Beschrijf je met subjectieve woorden

Slide 9 - Slide

Objectief of subjectief?
"De tekenaars waren van een grote klasse en hun schilderijen waren prachtig"

Slide 10 - Open question

Objectief of subjectief?
"Dat hij zo zijn best doet om iedereen te overtuigen, is een beetje overdreven."

Slide 11 - Open question

Objectief of subjectief?
"De Geelkuif-kaketoe is de meest gevraagde papegaai die er is."

Slide 12 - Open question

Tekstdoelen en - soorten, hoe zat het ook alweer?
* Informeren - informerende tekst
* Uitleg geven - uiteenzettende tekst 
* mening laten vormen - beschouwende tekst
* overtuigen - betogende tekst
* overhalen - activerende tekst
* amuseren - amuserende tekst

Slide 13 - Slide

Aan de slag!
5.5 > A, B & C

Klaar? Maak 5.5 > D 

Slide 14 - Slide