Vrijdag 22 november 2024 (tekstdoelen/subjectief/objectief)

1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Programma
Leesvaardigheid 
(o.a. Oefenen met tekstdoelen)

Slide 2 - Slide

Wat zijn voorbeelden van tekstdoelen?
A
artikel, tijdschrift, krant
B
informeren, amuseren, activeren, overtuigen
C
informerende tekst, activerende tekst, amuserende tekst

Slide 3 - Quiz

Wat zijn vier tekstdoelen?
A
informeren - amuseren - overtuigen - activeren
B
informeren - verkennen - overtuigen - bestuderen
C
informeren - begrijpen - verkennen - betogen
D
informeren - verkennen - begrijpen - nauwkeurig lezen

Slide 4 - Quiz

TEKSTDOELEN
Tekstdoel: wat schrijvers willen bereiken met hun tekst.
In principe is dit maar één doel, maar soms twee.

Bijvoorbeeld: eerst informeren en daarna overtuigen. 
--> Dan is overtuigen het voornaamste doel.

Slide 5 - Slide

TEKSTDOELEN
Belangrijkste tekstdoelen:

  1. informeren: gegevens verstrekken; 
  2. uiteenzetten: uitleggen hoe iets in elkaar zit;
  3. overtuigen: betogen, een mening naar voren brengen, ondersteund met argumenten;
  4. beschouwen: een onderwerp van verschillende kanten belichten;
  5. activeren: aansporen tot handelen;
  6. amuseren: vermaken

Slide 6 - Slide

Welk tekstdoel past bij een advertentie?

Slide 7 - Open question

Welk tekstdoel past bij een advertentie?
A
overtuigen
B
activeren
C
informeren
D
amuseren

Slide 8 - Quiz

Welk tekstdoel past bij een schoolboek?
A
amuseren
B
activeren
C
uiteenzetten (uitleggen)
D
overtuigen

Slide 9 - Quiz

Welk tekstdoel past bij een nieuwsbericht?
A
informeren
B
uiteenzetten
C
overtuigen
D
aan het denken zetten

Slide 10 - Quiz

OBJECTIEF OF SUBJECTIEF
Objectief:
Informerende en uiteenzettende teksten zijn objectief.
Ze bevatten hoofdzakelijk controleerbare feiten. Bevat geen mening van de schrijver.

Subjectief:
Betogende, beschouwende en activerende teksten zijn subjectief.
De mening van de schrijver komt nadrukkelijk naar voren.
Let op: de schrijver geeft ook de nodige informatie om zijn mening te ondersteunen.

Slide 11 - Slide

Is een ingezonden brief subjectief of objectief?
A
objectief
B
subjectief

Slide 12 - Quiz

Objectief of subjectief?

"De Geelkuif-kaketoe is de meest gevraagde papegaai die er is."
A
objectief
B
subjectief

Slide 13 - Quiz

Objectief of subjectief?

"Dat hij zo zijn best doet om iedereen te overtuigen, is een beetje overdreven."
A
objectief
B
subjectief

Slide 14 - Quiz

Wat heb je geleerd?

Slide 15 - Open question

Leerdoelen week 48
-Vergeet niet om te lezen. Geef je boek door! 
-Oefenen leesvaardigheid? Zie mail over www.eindexamensite.nl
-maak de taken van week 2, trede 24 

Slide 16 - Slide