Nakijken Fictie H1 (6), kort herhalen ww-spelling, klassikaal opdr. 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 3

- Nakijken Fictie H1: opdracht 6

- Kort herhalen werkwoordspelling

- Huiswerk maken

Lesdoelen

Fictie: 

Nakijken Fictie H1 opdracht 6

Spelling:

Je beheerst de werkwoordspelling van de Nederlandse taal. 

Vervolg opdracht 6

1. de hand boven het hoofd houden: iemand beschermen

7 niet met beide benen op de grond staan: niet genoeg rekening houden met de werkelijkheid

8 onder het mes gaan: een operatie ondergaan

9 zwijnenstal: een vuile, smerige boel

10 doolhof: een wirwar van straten

Vervolg opdracht 6

6 de hand boven het hoofd houden: iemand beschermen

7 niet met beide benen op de grond staan: niet genoeg rekening houden met de werkelijkheid

8 onder het mes gaan: een operatie ondergaan

9 zwijnenstal: een vuile, smerige boel

10 doolhof: een wirwar van straten

Op welke manier
kun je de persoonsvorm
vinden?

Waaraan kun je
het voltooid deelwoord
herkennen?

Wat is in onderstaande zin de infinitief (hele werkwoord)?
Jim en Nick zullen een heel mooi doelpunt maken bij de volgende wedstrijd.

Hoe zat het ook alweer?

Om een werkwoord goed te kunnen spellen, moet je eerst het soort werkwoord herkennen:

- Persoonsvorm (pv): verandert bij de tijd- en getalproef

- Voltooid deelwoord (vdw): begint met ge-, be- of ver-, staat vaak achterin de zin en heeft een pv van hebben, zijn of worden

- Hele werkwoord/infinitief (inf): een heel werkwoord dat NIET verandert bij de tijd- en getalproef

Hoe zat het ook alweer?

- Persoonsvorm (pv): verandert bij de tijd- en getalproef

PostNL verzorgt de bezorging van pakketjes.

PostNL verzorgde de bezorging van pakketjes.

PostNL en DHL verzorgen de bezorging van pakketjes.

Hoe zat het ook alweer?

- Voltooid deelwoord (vdw): begint met ge-, be- of ver-, staat vaak achterin de zin en heeft een pv van hebben, zijn of worden

De club contracteert de speler als hij medisch wordt goedgekeurd.

Hoe zat het ook alweer?

- Hele werkwoord/infinitief (inf): een heel werkwoord dat NIET verandert bij de tijd- en getalproef

Ik wil daar niet aan denken.

De agent spoorde de voorbijgangers aan te helpen.

Huiswerk

- Maken opdracht 1 (Spelling H1)

- De jongen op de berg lezen (vergeet niet tussendoor iets te noteren voor je samenvatting)