Werkwoordspelling (regels bij pv, vd en inf)

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Werkwoordspelling

Het spellen van werkwoorden

Hoe zat dat ook al weer?

Planning

Openen (5)

Werkwoordspelling (15)

Aan de slag (20)

Nakijken (15)

Fictie-opdracht (15)

Doel van de les

Ik kan de persoonsvorm tegenwoordige tijd en verleden tijd correct spellen.

Maak een zin met 1 werkwoord.

Maak een zin met 2 werkwoorden.

Maak een zin met 3 werkwoorden, let op: er mag maar 1 persoonsvorm in zitten.

Werkwoorden

In een zin kunnen een of meerdere werkwoorden staan. 

Je moet bepalen in welke vorm deze werkwoorden staan.

Op deze manier kun je ze goed gaan spellen.

Als eerste: de persoonsvorm.

Persoonsvorm

Hoe vind je de persoonsvorm?

1. 

2. 

3. 

Persoonsvorm tt (PVTT)

Weet je niet of je een d of een t schrijft? Gebruik het werkwoord: lopen!

Persoonsvorm vt (PVVT)

Let op sterke en zwakke werkwoorden!

Zo sterk, dat de klank verandert!

Ik loop

Ik liep

Zo zwak, er verandert bijna niks....

Ik werk

Ik werkte

Persoonsvorm vt (PVVT)

OF!    't ex-kofschip

Sterke werkwoorden

Doe je op gevoel!

Ik vang

Ik ......

Ik zwem

Ik ......

Aan de slag!

Wat? Maken stencil werkwoordspelling (pvtt, pvvt).

Hoe? Stencil online (Drive, mapje werkwoordspelling), antwoorden in je schrift.

Hulp? 10 minuten zelfstandig, dan samen

Tijd? 20 minuten

Klaar? Fictie, leren voor SO.

Fictie

Ga lekker werken aan je fictie-opdracht!

Terugblik vorige les!

Persoonsvorm

Wat is de persoonsvorm?
Vanmorgen heeft de bakker vers brood gebakken.

1. heeft
2. gebakken

Tijdens de les zijn de leerlingen moe geworden van alle uitleg.

1. zijn
2. geworden

Pieter en zijn broer zouden graag willen leren zwemmen.

1. zouden
2. willen
3. leren
4. zwemmen

Op de weg hiernaartoe hebben wij onze tas laten vallen.
Pas de getalproef toe.

Afgelopen maandag had de dansdocent ons een dans geleerd.
Pas de tijdproef toe.

Planning

Terugblik (15)

VD en INF (15)

Aan de slag! (25)

Nakijken (15)

Persoonsvorm - PV

Persoonsvorm is gekoppeld aan de persoon in de zin. 

--> Neemt de vorm van de persoon aan!

Als er 1 werkwoord in de zin staat = pv.

2 of meer werkwoorden? 1 pv + ander werkwoord(en).

PV hebben we nu gehad, we gaan kijken naar de andere werkwoorden!

Voltooid deelwoord VD

Let op!

• Voltooid deelwoord betekent: de handeling is voltooid/gebeurd.
• Het voltooid deelwoord staat altijd in de zin in combinatie met de werkwoorden: zijn, hebben, worden.
• Het voltooid deelwoord is dus NOOIT het ENIGE werkwoord in de zin (het andere werkwoord is dus een PV!)

Voltooid deelwoord VD

Zwak ww

Sterk ww

't ex-kofschip OF verlengproef

Het infinitief 

• Staat meestal achterin in een zin.
• Altijd in combinatie MET een persoonsvorm.
• Je schrijft het hele werkwoord.
• Persoonsvorm meervoud en infinitief zijn wat anders!

Ik lig lekker te zonnen.

Wij liggen lekker te zonnen.

Oefenen

De Nederlands docent heeft de toetsen ....... (nakijken).

Hij (worden) naar het ziekenhuis gebracht.

De leerling heeft op het papier ...... (krassen). 

Wij zijn lekker wezen (zwemmen).

Wij (fietsen) naar school.

Ik ben lekker wezen (zwemmen).

Ik (fietsen) naar school.

Aan de slag!

Wat? Oefenzinnen maken werkwoordspelling (zie drive: pvtt, pvvt, vd en inf).

Hoe? Zinnen op drive en antwoorden in schrift. LET OP! Je schrijft de vorm van het WW op en het juiste antwoord.

Hulp? Zelfstandig

Tijd? 25 minuten

Klaar? Fictie-opdracht, leren voor een ander vak.