Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2
This lesson contains 19 slides, with text slides and 3 videos.
Items in this lesson
2.1 Naar een ander soort leven
Blz. 46 in je leerwerkboek
Slide 1 - Slide
Aan het einde van deze paragraaf
weet je hoe Nederland vanaf 1815 bestuurd werd.
kun je uitleggen wat er door de grondwet van 1848 veranderde in het bestuur van Nederland.
weet je hoe de leef- en werkomstandigheden van de arbeiders waren.
kun je beschrijven hoe door de industrialisatie de samenleving veranderde.
Slide 2 - Slide
Aan de slag!
We maken klassikaal opdracht 1 op blz. 46.
Slide 3 - Slide
Lezen & markeren
We lezen klassikaal 'Het bestuur van Nederland vanaf 1815' en 'liberalen en conservatieven' en markeren de belangrijkste stukjes.
Slide 4 - Slide
Uitleg Het bestuur van Nederland in 1815
In 1815 werden Nederland en België één land:
het Koninkrijk der Nederlanden
Van deze monarchie werd koning Willem I het: staatshoofd
Nederland werd een koninkrijk met een grondwet, een:
constitutionele monarchie
Slide 5 - Slide
Uitleg Het bestuur van Nederland in 1815
Koning Willem I was de leider van de regering. Met wie regeerde hij samen: de ministers
Het parlement of Staten-Generaal bestaat uit:
Eerste Kamer en Tweede Kamer
Waarover kon het parlement stemmen?
Slide 6 - Slide
Uitleg liberalen en conservatieven
Steeds meer mensen waren ontevreden over het bestuur en de macht van de koning. Zo wilden rijke ondernemers meer inspraak en meer vrijheid in de politiek. Veel van hen waren:
Anderen wilden dat de macht bij de koning en de adel bleef,
dat waren:
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Slide 9 - Video
Aan de slag!
Maak individueel opdracht 2 en 3 op blz. 47.
Slide 10 - Slide
Lezen & markeren
We lezen klassikaal 'De grondwet van 1848' markeren de belangrijkste stukjes.
Slide 11 - Slide
De grondwet van 1848
In 1830 werd België onafhankelijk na een opstand tegen koning Willem I. In 1848 liet koning Willem II door Thorbecke de grondwet wijzigen:
koning mocht zich niet meer met de politiek bemoeien.
parlement bepaalde wie er in de regering zat.
Eerste Kamer werd door volksvertegenwoordigers van de provincies gekozen.
Waarom was Nederland nog geen echte democratie?
alleen rijke mannen mochten stemmen.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Aan de slag!
Maak individueel opdracht 4 en 5 op blz. 48.
timer
5:00
Slide 14 - Slide
Lezen & markeren
We lezen klassikaal 'Werkomstandigheden in de industriële samenleving', 'leefomstandigheden in de industriële samenleving' en 'veranderingen in de samenleving' markeren de belangrijkste stukjes.
Slide 15 - Slide
Werkomstandigheden in de industriële samenleving
De Nederlandse samenleving werd een industriële samenleving. De mensen:
woonden in steden
werkten in fabrieken
Arbeiders en hun kinderen hadden slechte werkomstandigheden:
lange werkdagen
alleen op zondag vrij
geen loon bij ziekte
gevaarlijk werk
Slide 16 - Slide
Leefomstandigheden in de industriële samenleving
Fabrieksarbeiders hadden ook slechte leefomstandigheden:
arbeiderswijken dicht bij de fabrieken
kleine en donkere huizen
geen stromend water
geen riolering
besmettelijke ziektes
Hoe worden deze slechte leef- en werkomstandigheden genoemd?
Slide 17 - Slide
Veranderingen in de samenleving
Door de industrialisatie maakten de fabriekseigenaren veel winst. Maar de arbeiders werkten lang voor weinig geld. Wat richtten de arbeiders op om met werkgevers te onderhandelen?
Rond 1860 kwam er meer aandacht voor de sociale kwestie:
onderzoek naar werk- en leef-omstandigheden.
wetten die het leven van arbeiders beter maakten.
kinderen mochten niet meer werken (Kinderwetje en leerplichtwet).
Slide 18 - Slide
Aan de slag!
Maak individueel opdracht 6 t/m 9 op blz. 49 en 50.