1. Lees de tweede tekst samen met je groepje grondig door.
2. Onderstreep:
- Woorden die je niet begrijpt
- Woorden die te maken hebben met racisme en politiegeweld.
3. Benoem de tekststructuur van deze tekst (HB blz. 12 & 42)
4. Benoem de argumentatie in deze tekst. (standpunt, argumenten, onderschikkend, nevenschikkend, tegenargument; HB blz. 74 & 106)
5. Maak van de argumentatie een schema.