Les werkwoorden vaste naamval
Deutsch
Mittwoch den 9. April
&
Freitag, den 11. April
1 / 20
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2
This lesson contains 20 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 80 minItems in this lesson
Deutsch
Mittwoch den 9. April
&
Freitag, den 11. April
Slide 1 - Slide
Was machen wir heute?
Grammatik Sätze
Hören
Grammatik
Selbständig arbeiten
Lesen Arbeitsform
Slide 2 - Slide
Grammatik Sätze 2
1Johann (essen) ..... bitte schnell, d..... blau .... Bus (m) (abfahren) ....... gleich ....!
2 (Sprechen) ...... du doch mit dein..... nett..... Chef über d..... wichtig...... Sache.
3 Nach d.... lecker..... Frühstück (o) gingen wir gleich an d..... Arbeit(v).
Slide 3 - Slide
Fragen zu dem nächsten Video:
Welche Fächer werden genannt?
Welche Sportarten werden genannt?
Was wird gemacht in der Deutschstunde?
Wo und was wird gegessen?
Wieviele sprachen werden hier gesprochen?
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Werkwoorden met vaste naamval
- In het Duits bestaan er een aantal werkwoorden die een vaste naamval met zich mee dragen.
- Zie je dit ww in een zin staan en moet je daar een nv invullen? Dan moet je hier iets mee.
Slide 6 - Slide
Grammatik B
Werkwoorden met een vaste naamval
Kleine boekje!
https://www.duits.de/vaklokaal/grammatica/werkwoorden/werkwoorden-met-vaste-naamval/
Slide 7 - Slide
Werkwoorden met 3e naamval
Slide 8 - Slide
Werkwoorden met 4e naamval
Blader even mee naar blz. 22/23 in je kleine boekje! Daarna samen oefenen…… op de volgende dia
Slide 9 - Slide
Üben
Slide 10 - Slide
Grammatik
Wiederholung
Slide 11 - Slide
Het bijvoeglijk naamwoord
Wat is dat eigenlijk?
Slide 12 - Slide
Wat is het bijvoeglijk naamwoord in de zin?
De grote man rijdt in een kleine auto.
Slide 13 - Slide
Wat is het bijvoeglijk naamwoord in de zin?
De grote man rijdt in een kleine auto.
Der große Mann fährt ein kleines Auto.
Slide 14 - Slide
Bijvoeglijk naamwoord
Der Film ist schön - der schöne Film
Een bijvoegelijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord
In het Duits worden deze woorden net zoals de lidwoorden ook vervoegd
Adjektivdeklination
Slide 15 - Slide
Bijvoeglijk naamwoord
mannelijk vrouwelijk onzijdig meervoud
der große Mann die große Frau das große Kind die großen Kinder
dem großen Mann der großen Frau dem großen Kind den großen Kindern
den großen Mann die große Frau das große Kind die großen Kinde
Het sleutel schema
Adjektivdeklination
mannelijk vrouwelijk onzijdig meervoud
ein großer Mann eine große Frau ein großes Kind keine großen Kinder
einem großen Mann einer großen Frau einem großen Kind keinen großen Kindern
einen großen Mann eine große Frau ein großes Kind keine großen Kinder
Der-
Ein-
1e
3e
4e
1er
3e
4e
Slide 16 - Slide
Bijvoeglijk naamwoord
Das schön............Auto
Eine grün............ Jacke
Even oefenen
Adjektivdeklination
Slide 17 - Slide
Aan de slag!
Macht Aufgaben: L2: -7-8-9-10a- 11
L3: 1-3-5
Vind je het lastig? Kijk in je handboekje
Fertig?
Grammatik trainer + lernen Wörter L1 & L2
Slide 18 - Slide
Werkvorm lezen
Slide 19 - Slide
Vielen Dank für eure Aufmerksamkeit!
