HH H3

HH H3
1 / 15
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

HH H3

Slide 1 - Slide

Wat is een prikkel?
A
Iets wat je voelt als je iets scherps aanraakt.
B
Een signaaltje dat van buitenaf komt.
C
Een signaaltje dat vervoert wordt door je lichaam.
D
Een onderdeel van het centraal zenuwstelsel.

Slide 2 - Quiz

Wat zijn de zintuigen?
A
Ogen, oren, neus, tong en aanraking
B
Aanraking, ogen en neus
C
Oren, neus en tong
D
Tong, neus en oren

Slide 3 - Quiz

Hersenen
Zenuwen
Ruggenmerg

Slide 4 - Drag question

Impuls
Zintuig
Prikkel

Slide 5 - Drag question

Het OOG: zet onderdelen op de juiste plaats
netvlies
oogzenuw
lens
Hoornvlies

Slide 6 - Drag question

Hoe heet het als de lens van vorm veranderd?
A
pupilreflex
B
accomoderen
C
decentraliseren
D
centraliseren

Slide 7 - Quiz

De lens van het oog kan van vorm veranderen (accomoderen).
Marieke kijkt naar een kaars in de verte, welke "vorm" hebben haar lensbandjes en haar lens?
A
lensbandjes: strak lens: bol
B
lensbandjes: strak lens: plat
C
lensbandjes: slap lens: plat
D
lensbandjes: slap lens: bol

Slide 8 - Quiz

Zet het onderdeel van je oor bij het juiste nummer:
3
4
10
2
7
11
oorschelp
trommelvlies
slakkenhuis
gehoorbeentjes
gehoorzenuw
gehoorgang

Slide 9 - Drag question

Het oor heeft als taak prikkels op te vangen. Wat is de prikkel voor het oor?
A
licht
B
impuls
C
geluid
D
tikken

Slide 10 - Quiz

Zintuig
Prikkel
geluid
oog
neus
smaakstoffen
pijn
kou
oor
tong
licht
geurstoffen
huid

Slide 11 - Drag question

Heb jij verschil geproefd met je neus open en neus dicht?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz

Waar in de neus zitten (vooral) de reukzintuigcellen?
A
Achter, bovenin de neus
B
Voorin de neus, vlak bij de neusgaten
C
In de bijholten van de neus

Slide 13 - Quiz

Jane en Cilly gaan samen naar het circus. Daar zijn veel spectaculaire acts. Vooral de trapeze valt bij de meiden in de smaak.
Bij de trapeze gaan drie artiesten hoog in de lucht allerlei moeilijke acrobatische toeren uitvoeren (zie afbeelding).
Welke zintuigen zijn erg belangrijk bij de artiesten op de trapeze?

A
Gehoorzintuig
B
Gezichtszintuig
C
Reukzintuig
D
Tastzintuig

Slide 14 - Quiz

welke 5 smaken zijn er?
A
zoet, zuur, zout, bitter en umami
B
zoet, zuur, pittig, kruidig en umami
C
zuur, bitter, zout, umami en pittig
D
zuur, zout, bitter, sappig en zoet

Slide 15 - Quiz