What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Les 28-29
Les 28-29
Met je neus in de boter vallen =
Binnenkomen bij een feest op het juiste moment:
Engels = You came at the right moment
1 / 10
next
Slide 1:
Slide
NT2
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
10 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Les 28-29
Met je neus in de boter vallen =
Binnenkomen bij een feest op het juiste moment:
Engels = You came at the right moment
Slide 1 - Slide
Lees tekst 7.2 blz. 190 en maak opdracht 2a voor de volgende keer. Lees allebei een andere tekst. Spreek met elkaar af wie welke tekst leest.
Opdracht 2A: blz. 190
Ervaringen: Mohamad en Emma
- Hoe
- Motivatie
- Mijlpaal
- Problemen
Wat zijn jullie ervaringen?
Slide 2 - Slide
Oefenen met schrijven: A2
Oefenexamen van Ad Appel:
uitnodiging
Je hebt een nieuw huis gekregen.
Je geeft daarom een feest.
Je schrijft een brief aan je vrienden en nodigt hen uit.
- schrijf waarom je een feest geeft
- schrijf op welke dag het feest is
- schrijf hoe laat het feest begint
- vertel ook waar het feest is
Slide 3 - Slide
Informele brief:
Begin met de plaats en datum: Amsterdam/ Zoetermeer/ Den Haag
Aanhef: Beste, Lieve
Inhoud: Tekst
Afsluiting: Groetjes
Slide 4 - Slide
Informele brief:
Den Haag, datum
Aanhef: Beste, lieve
Sinds december heb ik een nieuw huis.
Ik geef daarom een feest op zaterdag .......
Het feest begint om .........uur.
Het adres is ..............
Tot dan! Leuk om je dan te zien!
Groetjes,
Slide 5 - Slide
Reageer: Eens of oneens?
1 Stress is fijn en belangrijk: Bijvoorbeeld:
Dat is misschien wel zo, maar............
2 Iedereen moet om 18.00 uur stoppen met werken. .....................
3 Leren is belangrijk ook in je vrije tijd. ......................................
4 Na het sporten kun je je veel beter concentreren. ...............
5 Iedereen moet een statafel hebben. ..................
6 Iedereen moet 5 dagen per week werken. ...................
Slide 6 - Slide
7.4 blz. 194 (Te) + infinitief
Samen zinnen lezen
Na welke werkwoorden krijg je een infinitief?
Na de modale werkwoorden (
willen, mogen, moeten, zullen, kunnen
) en
laten, blijven, komen, gaan, zien
en
horen
Na welke werkwoorden komt
te
+ infinitief
Na andere werkwoorden dan bovenstaande werkwoorden
Slide 7 - Slide
Opdracht 10 blz. 196
Samen:
Welke tijd?
Welke vorm?
+ te?
Slide 8 - Slide
Opdracht 12C blz. 199
Welke emotie
hoort bij
welk plaatje?
Slide 9 - Slide
Meevoelen en geruststellen
Voor de volgende keer opdracht 16
Slide 10 - Slide
More lessons like this
Les 27-28
January 2024
- Lesson with
11 slides
NT2
MBO
Studiejaar 1
Taalvariatie les 1
February 2021
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Les 23: De datum en de jaarkalender
February 2023
- Lesson with
18 slides
Wiskunde
Lager onderwijs
les 4 Verenkelen en verdubbelen
January 2025
- Lesson with
44 slides
Nederlands
Lager onderwijs
les 4 Verenkelen en verdubbelen
March 2024
- Lesson with
44 slides
Nederlands
Lager onderwijs
zaterdag 25 november 2023
November 2023
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Secondary Education
Age 12,13
Voorbereiding informele brief
January 2023
- Lesson with
30 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 4
Werkwoorden overhoring
October 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Secondary Education