(M&M) T2B1 'Op zoek naar voedsel' (Les 2)

• mens en maatschappij
• Middelbare school
• vmbo lwoo, b, k
• Leerjaar 1

Thema 2 Blok 1: 'Op zoek naar voedsel'

Les 2

Leerdoelen

• Je kan de kenmerken (temperatuur, planten en dieren en regenval)  van de toendra, het tropisch regenwoud, de savanne, woestijnen  en de steppe noemen.
• Je kan het verschil tussen weer en klimaat uitleggen.
• Je kan uitleggen hoe neerslag ontstaat.
• Je kan goede zinnen  maken met het begrip condensatie en verdamping.

Weer en klimaat

Het weer is hoe de lucht om ons heen is. Het kan koud/warm zijn of juist nat/droog.

Het klimaat is het weer over een langere periode in een groot gebied.

In Europa hebben we twee grote klimaatsoorten, het zeeklimaat en landklimaat

Zeeklimaat:=>  zomers niet erg warm, winters niet erg koud.

Landklimaat =>zomers heel warm, winters heel koud.

Droge klimaten

Savanneklimaat: Heel heet en droog, veel gras en bomen en één regenseizoen van een maand

Steppeklimaat: Heel erg droog en niet heel warm. Regent een paar maanden per jaar.

 n en gras.

Woestijn: 

Ligging: nog verder van de evenaar, zeer warm en droog gebied.

Droge klimaten

Droge klimaten

Woestijnklimaat: Heel erg droog, kan soms jaren niet regenen. Groeit bijna niets.

Natte klimaten

Zeeklimaat: Zomers niet erg warm en de winters niet erg koud. Er groeien hier loofbomen met bladeren. Die kunnen niet goed tegen de kou.

Tropisch klimaat: Zomers en winters warm. Ligt dicht bij de evenaar. Veel regen en veel verschillende planten en dieren.

Natte klimaten

Toendraklimaat: Grote temperatuurverschillen tussen winter en zomer (Zomer +15°C, Winter -30°C). De zomers zijn ook erg kort (1 / 2 maanden). Er is ook groot verschil in neerslag. Zomers weinig winters veel. Groeit daarom alleen gras

Welke drie dingen hebben invloed op het klimaat?

Wat is het verschil tussen weer en klimaat?

1. Het is het zelfde
2. Het weer is klimaat over een lange periode
3. Het klimaat is weer over lange periode
4. Het klimaat is weer over lange periode + groot gebied

Welk klimaat is dit?

Welk klimaat is dit?

Welk klimaat is dit?

Welk klimaat is dit?

Welk klimaat is dit?

Lees de tekst 'Groeien'.
s het op de toendra altijd warm of bijna nooit warm?

1. Altijd warm
2. Bijna nooit warm

Lees de tekst 'Groeien'.
Groeien er op de toendra veel of weinig planten?

1. Veel planten
2. Weinig planten

Lees de tekst 'Groeien'.
In een tropisch regenwoud is het bijna nooit of juist altijd warm?

1. Bijna nooit warm
2. Altijd warm

Lees de tekst 'Groeien'.
Groeien er in een tropisch regenwoud veel of weinig planten?

1. Veel planten
2. Weinig planten

Kijk naar het plaatje hiernaast. Bedenk hoe jij zou kunnen overleven in de toendra. Denk aan kleren, eten, onderdak.

Kijk naar het plaatje hiernaast. Bedenk hoe jij zou kunnen overleven in het tropisch regenwoud. Denk aan kleren, eten, onderdak.

Lees de tekst 'Weer en klimaat'
Noem 3 onderdelen die samen het weer maken.

De weerman vertelt op de radio of tv vaak nog meer over het weer. Bedenk nog twee onderdelen waar hij/zij dan over praat.

1. Ik ga morgen zwemmen, want het wordt 26 °C.
2. In Zwitserland kun je elke winter fijn skiën.
3. Gisteren regende het 10 mm.
4. Volgende week gaat het vriezen
5. In Paramaribo regent het per jaar 2100 mm.

Kijk naar de zinnen op de vorige dia.
Welke van deze zinnen gaan over het weer, je hoeft alleen de cijfers op te schrijven.
(Er kunnen meerdere antwoorden goed zijn)