taalverzorging H4

taalverzorging H4
Zinsdelen en spelling
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

taalverzorging H4
Zinsdelen en spelling

Slide 1 - Slide

Maar eerst....
Ga naar je Magister Inbox en lees de instructie die je hebt gekregen van meneer Munk.


Slide 2 - Slide

Zinsdelen en basiszinnen
1. Wat zijn zinsdelen ook al weer?

Vandaag leer je wat een basiszin is en hoe je deze kunt uitbreiden met zinsdelen.
Je leert ook hoe je een bouwplan haalt uit en zin en met een bouwplan een zin maakt.

Slide 3 - Slide

Zinsdelen en basiszinnen
De basiszin

Een basiszin bestaat altijd uit twee, drie of vier delen.

1. De handeling of gebeurtenis
2. Wie deze handeling uitvoert
3. Iets wat de handeling gebeurt/iemand die de handeling ondergaat
4. Een ontvanger van punt 3.

3 en 4 staan niet in elke zin. VandaAR Dat een basiszin uit 2, 3 of 4 zinsdelen bestaat

Slide 4 - Slide

Wat is de basiszin?

Meneer Trump en meneer Poetin blowen achter een schuurtje.

Slide 5 - Open question

Wat is de basiszin?

Meneer Trump en meneer Poetin roken een jointje op de toilet van het Kremlin.

Slide 6 - Open question

Wat is de basiszin?

Meneer Trump geeft zijn waterpijp aan meneer Poetin.

Slide 7 - Open question

Zinsdelen en basiszinnen

Slide 8 - Slide

Zinsdelen en basiszinnen

Slide 9 - Slide

Zinsdelen en basiszinnen
Klaar? 

Doe de online zelftoets (Magister-leermiddelen-Op Niveau-online-opdrachten-zelftoets

Slide 10 - Slide

Spelling H4
Wat gaan we leren?

  1. bijvoeglijk naamwoorden spellen
  2. meervoud zelfstandig naamwoorden spellen
  3. verkleinwoorden spellen
  4. woorden in lettergrepen verdelen


En...... check, komt iedereen wel in de diatoetsen?

Slide 11 - Slide

Spelling H4

Slide 12 - Slide

Spelling H4
Bijvoeglijk naamwoorden spellen 
Lees de theorie op bladzijde 99 

Vraag: 

Welke regel kende je nog niet?
Wat is voor jou nog onmduidelijk?


maak daarna oefening 12 op bladzijde 98.


Slide 13 - Slide

Spelling H4
Stoffelijke bijvoeglijk naamwoorden

Oude stoffen: eindigen op -en
Nieuwe stoffen:  eindigen zonder -en

een ijzeren lat
een plastic lat

Na het woordje een

Het-woorden: schrijf je zonder -e
De-woorden: schrijf je met een -e

een mooi meisje
een mooie jongen

Slide 14 - Slide

Spelling H4
Meervoudsuitgangen

Lees de theorie op blz. 100 (da's best veel)
Maak daarna opdracht 15
Schrijf bij elke antwoord het nummer van de regel die je hebt toegepast.

Slide 15 - Slide

Spelling H4
Wat hebben we al gedaan?

- werkwoorden
- spelling meervoud zelfstandig naamwoorden

Wat gaan we doen?

- spelling verkleinwoorden

Slide 16 - Slide

Spelling H4
Eigenlijk draaien de meeste 
regels om 
uitspraakverwarring.

omatje
sudokutje
videotje



Slide 17 - Slide

Spelling H4
Maak opdracht 16

Welke regel gebruik je?

Slide 18 - Slide

Spelling H4
Woorden afbreken, wanneer doe je dat?


Ik zit achter mijn burea-
tje en tel mijn twee-
entwintig postzegels.
Straks komt mijn be-
stelling binnen en heb 
ik een postzegel-
album erbij.
Maak opdracht 17 en doe daarna de zelftoets. Denk
eraan dat je niet alle onderdelen hoeft te doen.

Slide 19 - Slide

Ik heb de zelftoets gedaan. Het lastigste vind ik:
grammatica
spelling
zinsdelen
woordsoorten
werkwoorden spellen
meervoudsvormen spellen
verkleinwoorden
woorden afbreken

Slide 20 - Poll