Burgelijk procesrecht

Burgelijk procesrecht
Privaatrecht
1 / 21
next
Slide 1: Slide
PrivaatrechtHBOStudiejaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Burgelijk procesrecht
Privaatrecht

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Roelof Paardekooper wordt door de kantonrechter te Amsterdam veroordeeld tot betaling van €4.398,28 aan Thea Kloosterman. Hij is het niet eens met dit vonnis.
Wat kan hij doen?
A
In cassatie bij de Hoge Raad
B
Hij kan verzet aantekenen tegen het vonnis bij de rechtbank
C
Hij kan geen rechtsmiddel aanwenden, omdat er geen rechtsmiddel bestaat tegen het vonnis van de kantonrechter
D
Hij kan hoger beroep aanteken tegen het vonnis bij het gerechtshof

Slide 2 - Quiz

Tegen een vonnis van de kantonrechter staat hoger beroep bij het gerechtshof open, mits de vordering meer dan €1.750 bedraagt (art. 332 lid 1 Rv).
Gustav Risakotta is woonachtig in Alkmaar. Hij wil Wouter Oudemans, die in Utrecht woont, dagvaarden wegens achterstallige betalingen.
Wat bepaalt waar Risakotta Oudemans moet dagvaarden?
A
De aard van de vordering
B
de absolute competentie
C
de relatieve competentie
D
de hoogte van de vordering

Slide 3 - Quiz

Waar er gedagvaard moet worden, wordt beantwoord door de relatieve competentie (art. 99 e.v. Rv). De relatieve competentie geeft antwoord op de vraag voor welke rechtbank of welk hof in Nederland wordt geprocedeerd. De hoofdregel is dat de woonplaats van de gedaagde beslissend is.
Wat bepalen de regels van de absolute competentie in het geval van de rechtbank?
A
Bij welke kamer van de rechtbank de procedure moet plaatsvinden
B
of een procespartij een gewoon rechtsmiddel mag aanwenden
C
of iemand moet procederen voor de strafrechter of de burgerlijke rechter
D
in welke plaats moet worden geprocedeerd

Slide 4 - Quiz

De absolute competentie geeft antwoord op de vraag welke soort rechter bevoegd is (art. 42 e.v. Wet RO). Meer concreet betekent dit: is de enkelvoudige (of meervoudige) kamer of de kamer voor kantonzaken bevoegd?
Wat is juist?
A
De gedaagde heeft de mogelijkheid in de procedure waarin hij is gedaagd, de eiser eveneens te dagen
B
Een eis in reconventie dient voorafgaand aan een conclusie van antwoord te worden ingesteld

Slide 5 - Quiz

Het is mogelijk dat de gedaagde op zijn beurt een tegenvordering tegen de eiser wil instellen. Dit heet een eis in reconventie. Een eis in reconventie moet bij de conclusie van antwoord worden ingesteld.
Cor Molenaar wil een kortgedingprocedure aanspannen bij de voorzieningenrechter van de rechtbank om te voorkomen dat zijn woning wordt ontruimd.
Welke bewering is juist?

A
De gedaagde hoeft geen advocaat aan te stellen
B
De regels van het bewijsrecht zijn onverkort van toepassing
C
De gedaagde moet in ieder geval worden gedagvaard

Slide 6 - Quiz

Bij een procedure in kort geding hoeft de gedaagde niet met een advocaat te verschijnen, zijn de regels van het bewijsrecht slechts summier van toepassing (er kan immers nog een bodemprocedure volgen), is er geen dagvaarding nodig en indien deze er wel is, geldt er een verkorte termijn.
Hoe noemen we het als de tenuitvoerlegging van een vonnis tegen de wil van de schuldenaar op een zodanige wijze plaatsvindt, dat de schuldeiser precies datgene krijgt waar hij op grond van het vonnis recht op heeft?
A
derdenbeslag
B
reele executie
C
parate executie
D
gewone executie

Slide 7 - Quiz

Reële executie is geregeld in art. 3:299 t/m 301 BW. Bij reële executie krijgt de schuldeiser precies datgene waarop hij recht heeft. Parate executie is het kunnen executeren zonder executoriale titel (bijvoorbeeld pand- en hypotheekhouder). Voor gewone executie is altijd een executoriale titel (vonnis of authentieke akte) vereist. Bij derdenbeslag legt een schuldeiser beslag onder de schuldeiser (bijvoorbeeld de werkgever) van zijn debiteur.
Een schuldeiser die het recht van parate executie heeft, kan tot executie overgaan zonder over een executoriale titel te beschikken
A
Waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

Conservatoir beslag wordt gelegd door de schuldeiser als hij vreest dat tegen de tijd dat hij een executoriale titel heeft verworven de verhaalsobjecten zijn verdwenen. Het recht van parate executie is een recht ten uitvoer te leggen zonder dat er een executoriale titel nodig is. De pandhouder en de hypotheekhouder hebben het recht van parate executie (art. 3:248 en 3:268 BW).
Conservatoir beslag kan pas gelegd worden als men over de executoriale titel beschikt
A
Waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

Conservatoir beslag wordt gelegd door de schuldeiser als hij vreest dat tegen de tijd dat hij een executoriale titel heeft verworven de verhaalsobjecten zijn verdwenen.
Waarop geeft de relatieve competentie antwoord?
A
Voor welk gerecht of welke rechtbank in Nederland de procedure moet worden gevoerd (art. 99 Rv).
B
Welk rechtsmiddel een procespartij mag aanwenden
C
Of er moet worden geprocedeerd voor de enkelvoudige of meervoudige kamer van de rechtbank
D
Of er moet worden geprocedeerd voor de burgerlijke rechter of strafrechter

Slide 10 - Quiz

De relatieve competentie geeft antwoord op de vraag voor welk gerecht of welke rechtbank in Nederland de procedure moet worden gevoerd (art. 99 Rv).
Groho bv is door de rechtbank bij vonnis veroordeeld aan haar leveringsverplichting jegens Bram Polak te voldoen.
Wanneer krijgt dit vonnis kracht van gewijsde?
A
zodra hoger beroep is ingesteld
B
zodra de termijn van hoger beroep is verstreken
C
Als het vonnis door de rechtbank uitvoerbaar bij voorraad is verklaard
D
Nadat het ten uitvoer is gelegd

Slide 11 - Quiz

Het vonnis gaat in kracht van gewijsde nadat de termijn van drie maanden voor hoger beroep of cassatie is verstreken (art. 339 lid 1).
In de algemene voorwaarden van een onderneming is opgenomen dat een eventueel geschil door middel van arbitrage zal worden beslist.
Hoe noemen we deze voorwaarde?
A
Een arbitraal beding
B
Een akte van compromis
C
Een bindend advies

Slide 12 - Quiz

Als in de algemene voorwaarden is opgenomen dat een eventueel geschil zal worden beslist door middel van arbitrage, noemen we dat een arbitraal beding (art. 1020 Rv). Gebeurt dit laatste in een incidenteel geval, dan spreekt men van een akte van compromis. Een bindend advies is een overeenkomst tussen partijen waarin zij afspreken dat zij de beslissing van hun geschil opdragen aan een derde. Een exequatur is de goedkeuring van de rechtbank van een faillissementsakkoord. 
Jackie de Vries wordt bij vonnis door de rechtbank veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding aan Alex van Groningen.
Van wat voor soort vonnis is er sprake?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Wat is juist ten aanzien van de uitspraak van een bindend adviseur?
A
Een bindend advies is een overeenkomst. Als deze niet wordt nagekomen, moet er alsnog een procedure voor de rechtbank worden gevoerd (art. 7:900 BW).
B
Het is een vonnis
C
Het is een beschikking

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Waarvan spreken we als partijen besluiten hun geschil door middel van arbitrage te laten beslissen?
A
bindend advies
B
een arbitraal advies
C
een kort geding
D
akte van compromis

Slide 15 - Quiz

Men kan tot arbitrage beslissen als het geschil zich voordoet. Dan is er sprake van een akte van compromis. Als in de algemene voorwaarden opgenomen is om eventuele geschillen door arbitrage te laten beslissen, dan spreken we van een arbitraal beding.
Klaas Groot heeft een dagvaarding ontvangen waarin staat dat hij op 12 december voor de rechtbank Noord-Holland moet verschijnen.
Wat gebeurt er als Klaas zonder advocaat ter terechtzitting verschijnt?
A
Hij moet zijn eigen verdediging voeren
B
De rechtszaak wordt uitgesteld
C
Hij wordt bij verstek veroordeeld
D
Hij wordt van instantie ontslagen

Slide 16 - Quiz

Wij kennen in Nederland het beginsel van verplichte procesvertegenwoordiging. Een gedaagde die zonder advocaat ter terechtzitting verschijnt, verliest de procedure en wordt bij verstek veroordeeld (art. 139 Rv).
Herman Doorenbos is gedagvaard voor de rechtbank Limburg. Hij vreest geen eerlijk proces te krijgen omdat de rechter in zijn zaak niet onpartijdig zou zijn.
Wat kan een procespartij doen?
A
Een bezwaar indienen bij de rechtbank
B
Een klacht indienen bij de minister van Justitie
C
De rechter wraken
D
De rechter niet ontvankelijk verklaren

Slide 17 - Quiz

Rechters moeten onpartijdig zijn. Vreest een van de partijen dat dit laatste niet het geval is, dan kunnen zij hem wraken.
De rechter mag weigeren een bepaald geschil te beslissen
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

De Hoge Raad beslist of het recht in voorgaande procedures is geschonden
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

De rechter heeft de mogelijkheid na de conclusie van antwoord een van de partijen de bewijslast op te leggen
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz

De rechter kan een tussenvonnis wijzen, waarbij hij een mondelinge behandeling kan bevelen. Het is geen verplichting. Hij heeft daarnaast de bevoegdheid een of beide partijen een bewijslast op te leggen. 
de rechter heeft de verplichting aansluitend aan de conclusie van antwoord een mondelinge behandeling te bevelen
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

De rechter kan een tussenvonnis wijzen, waarbij hij een mondelinge behandeling kan bevelen. Het is geen verplichting. Hij heeft daarnaast de bevoegdheid een of beide partijen een bewijslast op te leggen. (Zie paragraaf Procedure.)