- On your desk: book/ notebook/ pencil case / agenda
- Read in your English book
- Study words unit 3
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1
This lesson contains 16 slides, with text slides.
Items in this lesson
First 10 min.
- Telephone in "hotel"
- On your desk: book/ notebook/ pencil case / agenda
- Read in your English book
- Study words unit 3
Slide 1 - Slide
Today!
Welcome
Reading 10 min
Check homework 5 min
Grammar 20 min
Assignments 10 min
Homework 5 min
Slide 2 - Slide
learning goals
After this lesson you:
- You know how to use comparisons (big/bigger/ biggest)
- You know more words about traffic
Slide 3 - Slide
Comparisons
Slide 4 - Slide
Comparisons
In het Nederlands noemen we ze trappen van vergelijkingen.
Gebruik: Om mensen of dingen te beschrijven
Je vergelijkt ze met elkaar.
Comparative: Vergrotende trap
Superlative: Overtreffende trap.
C
B
A
Box A is small.
Box B issmallerthanbox A.
Box C is the smallest of all.
Slide 5 - Slide
Comparisons
Woorden van 1 lettergreep/syllable:
- Comparative: -er
- Superlative: -est
old
older
the oldest
Slide 6 - Slide
Comparatives & superlatives
Voor woorden van één lettergreep en woorden van twee lettergrepen die eindigen op medeklinker + y gebruiken we -er en the ...... -est My cat is lazy, yours is lazier, my friend's cat is the laziest. Norway is cold, Russia is colder, Antarctica is the coldest.
Voor woorden van twee of meer lettergrepen (behalve die hierboven op y) gebruiken we more & the ...... most.
This phone is expensive, that one is more expensive, the newest iPhone is the most expensive
Slide 7 - Slide
Comparisons
Woorden van 3 lettergrepen of meer:
- Comparative: more
- Superlative: most
expensive
more expensive
the most expensive
Slide 8 - Slide
Wanneer het woord eindigt op:
-e? → alleen -r of -st
close-closer-closest
korte klinker? → verdubbelt medeklinker
big-bigger-biggest
medeklinker + -y? → -ier of -iest
dry-drier-driest
Slide 9 - Slide
Comparatives and superlatives
Sommige woorden zijn uitzonderingen en hebben onregelmatige vormen:
good - better - best
bad - worse - worst
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
LET OP:
Bij vergelijken schrijf je than met een a! (then met een e gaat over tijd)
Als je met more / most werkt verandert het bijvoeglijk naamwoord niet. Dus: hot / hotter Maar NIET more expensiver / the most expensivest
Slide 12 - Slide
agendaweb.org
Slide 13 - Link
agendaweb.org
Slide 14 - Link
Assignments
page 98/99
exercises 6 and 10
Let's check after 10 min.
finished: read in your Englisch reading book or study words page 127