This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Oefenen voor PW
2 havo :)
Slide 1 - Slide
Wat zijn steden?
- dichte bebouwing
- bevolking werkt in de secundaire- en tertiaire sector
- Voorzieningen voor de omgeving
- Meestal veel inwoners
Slide 2 - Slide
meer dan tien miljoen inwoners
economische, culturele en politieke centra van belang voor een groot deel van de wereld. Hun invloed groeit.
hier zetelt meestal de regering
Wereldstad
Megastad
Hoofdstad
Slide 3 - Drag question
In rijke landen is de verstedelijkingsgraad
hoog, maar het verstedelijkingstempo laag. In Afrika en Azië is dit andersom. Door het vestigingsoverschot en de natuurlijke groei in arme landen is er snelle urbanisatie.
Verstedelijkingsgraad
Verstedelijkingstempo
Vestigingsoverschot
Urbanisatie
Slide 4 - Drag question
Ligging
- gunstige (natuurlijke) kenmerken van de plaats zelf
- gunstige relatieve ligging
- het koloniale verleden
.
Slide 5 - Slide
London ligt aan de rivier Theems
A
Absolute ligging
B
Relatieve ligging
Slide 6 - Quiz
Düsseldorf ligt centraal in het ruhrgebied
A
Absolute ligging
B
Relatieve ligging
Slide 7 - Quiz
Rotterdam is een belangrijke haven voor steden als Amsterdam en Den Haag
A
Absolute ligging
B
Relatieve ligging
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Video
Hoe noemen we het proces waarbij mensen naar de buitenwijken trekken?
A
Urbanisatie
B
Re-urbanisatie
C
Suburbanisatie
D
Verstedelijking
Slide 10 - Quiz
Waarom begonnen de Nederlandse steden vanaf de 19e eeuw zo snel te groeien?
Slide 11 - Open question
Amerikaanse Steden
Europese steden
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
CBD
oude woonwijken
Suburbs
Slide 14 - Drag question
Wat is het verschil tussen Amerikaanse en Europese steden qua opbouw?