3.3 Grieken

3.3 Geloven en weten
Tip: gebruik je tekstboek bij het beantwoorden van de vragen. De stukjes "Goden en mensen" en "Culturele eenheid" worden hier geoefend!
1 / 15
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

3.3 Geloven en weten
Tip: gebruik je tekstboek bij het beantwoorden van de vragen. De stukjes "Goden en mensen" en "Culturele eenheid" worden hier geoefend!

Slide 1 - Slide

Wat voor soort godsdienst hadden de Grieken?

Slide 2 - Open question

Wat zijn mythen?
A
Verhalen over goden en helden die natuurverschijnselen en levensvragen verklaren.
B
Geschiedkundige feiten die wetenschappelijk zijn bewezen.
C
Religieuze teksten die de regels van offers en rituelen vastleggen.
D
Sprookjes zonder enige betekenis voor de oude beschavingen.

Slide 3 - Quiz

Wat is een altaar, en waarvoor gebruikten de Grieken dit?

Slide 4 - Open question

Waarom organiseerden de Grieken sportwedstrijden in relatie tot hun goden?
A
Om de beste atleten als priesters te kiezen.
B
Om de goden te eren en te bedanken.
C
Om rivaliteit tussen steden te verminderen.

Slide 5 - Quiz

Leg uit: Waarom waren mythen belangrijk voor de Grieken?

Slide 6 - Open question

Welke eigenschap hadden de Griekse goden volgens de mythen?
A
Ze waren almachtig en perfect.
B
Ze hadden menselijke eigenschappen zoals emoties en tekortkomingen.
C
Ze waren onzichtbaar en bemoeiden zich niet met mensen.
D
Ze waren alleen betrokken bij oorlogen en rampen.

Slide 7 - Quiz

Wat was de taak van het orakel van Delphi?
A
Voorspellingen doen en advies van de god Apollo doorgeven.
B
De Grieken beschermen tegen vijandige volken.
C
Het controleren van offers die bij altaren werden gebracht.
D
De Griekse steden verenigen.

Slide 8 - Quiz

Er waren politieke verschillen per stadstaat. Was er ook veel verdeeldheid over de goden?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

Wat maakt Griekse goden anders dan goden in sommige andere religies?
A
Ze waren uitsluitend verantwoordelijk voor rampen.
B
Ze werden niet vereerd met rituelen.
C
Ze werden niet afgebeeld in kunst.
D
Ze hadden menselijke eigenschappen zoals jaloezie en liefde.

Slide 10 - Quiz

Waarom spraken Grieken andere volken vaak aan met het woord ‘barbaar’?

Slide 11 - Open question

Waarom vonden de Grieken het belangrijk om mensen die geen Grieks spraken als ‘barbaren’ te zien?

Slide 12 - Open question

Wat waren de belangrijkste kenmerken van de Griekse cultuur die ze gemeenschappelijk hadden?

Slide 13 - Open question

Hoe zou het samenkomen bij sportwedstrijden en religieuze festivals eenheid kunnen creëren tussen verschillende Griekse stadstaten?

Slide 14 - Open question

Welke activiteit hielp bij het versterken van de culturele eenheid van de Grieken?
A
Het bouwen van afzonderlijke tempels in stadstaten.
B
Het isoleren van stadstaten die oorlog voerden.
C
Het samen vieren van religieuze feesten en spelen.
D
Het invoeren van dezelfde munteenheid in elke stadstaat.

Slide 15 - Quiz