Communicatie, deelopdracht 3

1 / 17
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 17 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Theorie communicatie met de client
  • De 7 CanMeds rollen, rol Communicator
  • De 3 soorten vragen
  • Verbale- en non-verbale communicatie
  • De 4 soorten gesprekken
  • ingrediënten voor een goed gesprek
  • Gesprekstechnieken 

Slide 2 - Slide

Een zorgprofessional 
heeft 7 rollen
Uitgewerkt van 
niveau 1 tot niveau 6

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Communicator

Het ontwikkelen van competenties op het gebied van communicatie met patiënten, cliënten of bewoners.

Voorbeelden: gesprekstechnieken, theoretische communicatie, gedragsbeïnvloeding, motivatie, empowerment, gebruik van ICT en sociale media

Slide 5 - Slide

Het communicatieproces
Communiceren
Communiceren is het met elkaar in contact treden en uitwisselen van informatie.

Voor iedere vorm van communicatie zijn drie dingen nodig:

  • de zender
  • de boodschap
  • de ontvanger

Er zijn twee soorten communicatie: verbale communicatie en non-verbale communicatie.

Slide 6 - Slide

Vragen stellen
Soorten vragen
Er zijn drie verschillende soorten vragen. 
  • Open vragen 
  • Gesloten vragen 
  • Suggestieve vragen

Slide 7 - Slide

Soorten gesprekken

  1. helpend gesprek
  2. probleemoplossend gesprek
  3. adviesgesprek
  4. slechtnieuwsgesprek

Slide 8 - Slide

3. Adviesgesprek
Het adviesgesprek is een specifieke vorm van gespreksvoering. Daarom volg je net als bij het slechtnieuws- en intakegesprek een werkwijze.
Stap 1: Verhelder het probleem door vragen te stellen, samenvattingen te geven en gevoelsreflecties te formuleren.
Stap 2: Geef een duidelijk advies en speel in op verbale en non-verbale reacties van de zorgvrager.
Stap 3: Ga na of het advies duidelijk is.
Stap 4: Geef nadere uitleg en informatie over de manier waarop het advies uitgevoerd kan worden.

Slide 9 - Slide

4. Slechtnieuwsgesprek
1 Aankondiging: breng het slechte nieuws zo snel mogelijk, voorafgegaan door een korte aankondiging
2 Toelichting: het slechte nieuws wordt gevolgd door een korte toelichting.
3 Opvang: na het meedelen van het slechte nieuws volgt het opvangen. Luister goed, accepteer de gevoelens en durf stil te zijn.
4 Samenvatten: vat samen wat je de ander hoort zeggen.
5 Informatie: begin niet direct na het slechte nieuws met het spuien van informatie. De ontvanger is op dat moment niet in staat om informatie te verwerken. Het is beter om met informatie te wachten tot de ander er zelf om vraagt.
6 Herhaling: het is kenmerkend dat de ander in herhalingen vervalt.
7 Probleem oplossen: de volgende fase in het slechtnieuwsgesprek is die van het probleem oplossen. De vraag kan het best van de ander komen. Een zinnetje als: ‘Wat moet er nu gebeuren?’
8 Vervolgafspraak: maak een vervolgafspraak of kom zelf later nog op het gesprek terug.

Slide 10 - Slide

ingrediënten voor een goed gesprek
  • Gevoelsreflectie
  • Humor
  • Empathie
  • Doorvragen
  • Spiegelen
  • Stil durven zijn
  • Eerlijk en echt zijn
  • Zo nodig eigen gevoelens benoemen
  • Zo nodig afstand nemen
  • Samenvatten
  • parafraseren
  • afstemmen op de persoon
  • rustige houding



Slide 11 - Slide

afstemmen op de zorgvrager


  • de persoonlijkheid van de zorgvrager
  • de intelligentie en cognitieve ontwikkeling van de zorgvrager
  • de psychosociale ontwikkeling van de zorgvrager
  • de leeftijd van de zorgvrager.

Slide 12 - Slide

Gesprekstechnieken

Slide 13 - Slide

Persoonlijkheid in kaart brengen
Iemands persoonlijkheid heeft invloed op alles 
wat hij doet. En dus ook op de manier waarop 
hij communiceert.
Doe zelf een persoonlijkheidstest. Zo leer je de 
verschillende persoonlijkheidskenmerken goed 
begrijpen. Zoek hiervoor op internet met de 
woorden ‘Big Five’ en ‘persoonlijkheidstest’ op de
site van JobPersonality, (=20 vragen)

Slide 14 - Slide

Deelopdracht 3

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide