Les 3: Zure en basische oplossingen

H2 Water
1 / 41
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 41 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H2 Water

Slide 1 - Slide

H2 Water
Deze les:

  • 2.4 Zure en basische oplossingen
  • maken 2.4 opdr 1 t/m 13
  • Toets bespreken

Slide 2 - Slide

2.4 Zure en basische oplossingen
Leerdoelen
Ik kan de eigenschappen en toepassingen van bekende zure en basische oplossingen noemen (R).

Ik kan het verband beschrijven tussen de pH die gemeten is met een indicator en de concentratie van een zure en basische oplossingen (T/I).

Slide 3 - Slide

Je kunt..
  • ..van een aantal bekende oplossingen aangeven of ze zuur of basisch zijn.
  • ..eigenschappen en toepassingen van zure en basische oplossingen noemen.
  • ..het verband beschrijven tussen de concentratie van zure en basische oplossingen en de pH.
  • ..via een indicator bepalen of de oplossing zuur, basisch of neutraal is.

Slide 4 - Slide

2.4 Zure en basische oplossingen
Schoonmaakmiddelen
Schoonmaakmiddelen zijn vaak zuurder of juist minder zuur dan water. 

Slide 5 - Slide

2.4 Zure en basische oplossingen
Schoonmaakmiddelen
Schoonmaakmiddelen zijn vaak zuurder of juist minder zuur dan water. 
  • Hoe extremer de zuurtegraad, bijvoorbeeld ‘zeer zuur’, hoe agressiever het schoonmaakmiddel. 

Slide 6 - Slide

2.4 Zure en basische oplossingen
Schoonmaakmiddelen
Schoonmaakmiddelen zijn vaak zuurder of juist minder zuur dan water. 
  • Hoe extremer de zuurtegraad, bijvoorbeeld ‘zeer zuur’, hoe agressiever het schoonmaakmiddel. 
  • Een agressief schoonmaakmiddel is corrosief oftewel bijtend.

Slide 7 - Slide

2.4 Zure en basische oplossingen
Schoonmaakmiddelen
Schoonmaakmiddelen zijn vaak zuurder of juist minder zuur dan water. 
  • Hoe extremer de zuurtegraad, bijvoorbeeld ‘zeer zuur’, hoe agressiever het schoonmaakmiddel. 
  • Een agressief schoonmaakmiddel is corrosief oftewel bijtend.
  • Met gevarensymbolen op de verpakking van een schoonmaakmiddel word je hiervoor gewaarschuwd.
irriterend
corrosief

Slide 8 - Slide

2.4 Zure en basische oplossingen
Schoonmaakmiddelen
Schoonmaakmiddelen mag je nooit zomaar mengen. 
niet mengen

Slide 9 - Slide

2.4 Zure en basische oplossingen
Schoonmaakmiddelen
  • Sommige middelen reageren met elkaar, waarbij veel warmte of giftige stoffen kunnen ontstaan. 

Schoonmaakmiddelen mag je nooit zomaar mengen. 
niet mengen

Slide 10 - Slide

2.4 Zure en basische oplossingen
Schoonmaakmiddelen
  • Sommige middelen reageren met elkaar, waarbij veel warmte of giftige stoffen kunnen ontstaan. 
  • Als je bijvoorbeeld chloorbleekmiddel met een zuur schoonmaakmiddel mengt, dan ontstaat giftig chloorgas. Chloorbleekmiddel zit vaak in wc-reinigers. 

Schoonmaakmiddelen mag je nooit zomaar mengen. 
niet mengen

Slide 11 - Slide

2.4 Zure en basische oplossingen
Schoonmaakmiddelen
  • Sommige middelen reageren met elkaar, waarbij veel warmte of giftige stoffen kunnen ontstaan. 
  • Als je bijvoorbeeld chloorbleekmiddel met een zuur schoonmaakmiddel mengt, dan ontstaat giftig chloorgas. Chloorbleekmiddel zit vaak in wc-reinigers. 
  • Dan moet je extra opletten, want het reageert ook met urine

Schoonmaakmiddelen mag je nooit zomaar mengen. 
niet mengen

Slide 12 - Slide

2.4 Zure en basische oplossingen
Zuur, basisch en neutraal
Zure schoonmaakmiddelen en andere zure oplossingen maak je door een zuur, bijvoorbeeld azijnzuur, op te lossen in water. 


Slide 13 - Slide

2.4 Zure en basische oplossingen
Zuur, basisch en neutraal
Zure schoonmaakmiddelen en andere zure oplossingen maak je door een zuur, bijvoorbeeld azijnzuur, op te lossen in water. 
  • Voorbeelden van zure oplossingen uit het dagelijks leven zijn azijn, maagsap, vruchtensap en koolzuurhoudend prikwater . 


Slide 14 - Slide

2.4 Zure en basische oplossingen
Zuur, basisch en neutraal
Zure schoonmaakmiddelen en andere zure oplossingen maak je door een zuur, bijvoorbeeld azijnzuur, op te lossen in water. 
  • Voorbeelden van zure oplossingen uit het dagelijks leven zijn azijn, maagsap, vruchtensap en koolzuurhoudend prikwater . 
  • Zure oplossingen hebben een etsende werking. 


Slide 15 - Slide

2.4 Zure en basische oplossingen
Zuur, basisch en neutraal
Zure schoonmaakmiddelen en andere zure oplossingen maak je door een zuur, bijvoorbeeld azijnzuur, op te lossen in water. 
  • Voorbeelden van zure oplossingen uit het dagelijks leven zijn azijn, maagsap, vruchtensap en koolzuurhoudend prikwater . 
  • Zure oplossingen hebben een etsende werking. Dat betekent dat ze metalen aantasten.


Slide 16 - Slide

2.4 Zure en basische oplossingen
Zuur, basisch en neutraal
Zure schoonmaakmiddelen en andere zure oplossingen maak je door een zuur, bijvoorbeeld azijnzuur, op te lossen in water. 
  • Voorbeelden van zure oplossingen uit het dagelijks leven zijn azijn, maagsap, vruchtensap en koolzuurhoudend prikwater . 
  • Zure oplossingen hebben een etsende werking. Dat betekent dat ze metalen aantasten.


Slide 17 - Slide

2.4 Zure en basische oplossingen
Zuur, basisch en neutraal
Zure oplossingen tasten ook kalkhoudende materialen aan, bijvoorbeeld kalksteen, natuursteen, eierschalen en het kalkskelet van zeedieren. 

Slide 18 - Slide

2.4 Zure en basische oplossingen
Zuur, basisch en neutraal
Zure oplossingen tasten ook kalkhoudende materialen aan, bijvoorbeeld kalksteen, natuursteen, eierschalen en het kalkskelet van zeedieren. 

  • Je kunt met zure schoonmaakmiddelen dus goed kalkaanslag (ketelsteen) verwijderen.

Slide 19 - Slide

2.4 Zure en basische oplossingen
Zuur, basisch en neutraal
Zure oplossingen tasten ook kalkhoudende materialen aan, bijvoorbeeld kalksteen, natuursteen, eierschalen en het kalkskelet van zeedieren. 

  • Je kunt met zure schoonmaakmiddelen dus goed kalkaanslag  verwijderen.


Slide 20 - Slide

2.4 Zure en basische oplossingen
Zuur, basisch en neutraal
Niet zoet, maar basisch is scheikundig gezien het tegenovergestelde van zuur. 

Slide 21 - Slide

2.4 Zure en basische oplossingen
Zuur, basisch en neutraal
Niet zoet, maar basisch is scheikundig gezien het tegenovergestelde van zuur. 
  • Basische oplossingen smaken zeepachtig. 

Slide 22 - Slide

2.4 Zure en basische oplossingen
Zuur, basisch en neutraal
Niet zoet, maar basisch is scheikundig gezien het tegenovergestelde van zuur. 
  • Basische oplossingen smaken zeepachtig. 
  • Ze hebben een ontvettende werking en zijn irriterend voor de huid. 

Slide 23 - Slide

2.4 Zure en basische oplossingen
Zuur, basisch en neutraal
Niet zoet, maar basisch is scheikundig gezien het tegenovergestelde van zuur. 
  • Basische oplossingen smaken zeepachtig. 
  • Ze hebben een ontvettende werking en zijn irriterend voor de huid. 
  • Een basische oplossing maak je door een base zoals ammoniak, soda of groene zeep op te lossen in water.

Slide 24 - Slide

2.4 Zure en basische oplossingen
Zuur, basisch en neutraal
Niet zoet, maar basisch is scheikundig gezien het tegenovergestelde van zuur. 
  • Basische oplossingen smaken zeepachtig. 
  • Ze hebben een ontvettende werking en zijn irriterend voor de huid. 
  • Een basische oplossing maak je door een base zoals ammoniak, soda of groene zeep op te lossen in water.
  • leren: basische oplossingen

Slide 25 - Slide

2.4 Zure en basische oplossingen
Zuur, basisch en neutraal
Niet zoet, maar basisch is scheikundig gezien het tegenovergestelde van zuur. 
  • Basische oplossingen smaken zeepachtig. 
  • Ze hebben een ontvettende werking en zijn irriterend voor de huid. 
  • Een basische oplossing maak je door een base zoals ammoniak, soda of groene zeep op te lossen in water.

  • neutraal: oplossing zonder zuur of base

Slide 26 - Slide

2.4 Zure en basische oplossingen
Indicatoren
Om erachter te komen of een oplossing zuur of basisch is, gebruik je indicatoren

Slide 27 - Slide

2.4 Zure en basische oplossingen
Indicatoren
Om erachter te komen of een oplossing zuur of basisch is, gebruik je indicatoren
  • In de tabel hieronder zie je de kleuren van enkele indicatoren in een zure, neutrale en basische oplossing.

Slide 28 - Slide

2.4 Zure en basische oplossingen
Concetratie en pH
De ene zure of basische oplossing is agressiever dan de andere. Dit hangt af van:

Slide 29 - Slide

2.4 Zure en basische oplossingen
Concetratie en pH
De ene zure of basische oplossing is agressiever dan de andere. Dit hangt af van:
  • het zuur of de base die is opgelost;
  • de concentratie van de oplossing.



Slide 30 - Slide

2.4 Zure en basische oplossingen
Concetratie en pH
De ene zure of basische oplossing is agressiever dan de andere. Dit hangt af van:
  • het zuur of de base die is opgelost;
  • de concentratie van de oplossing.

Als je wilt weten hoe agressief, ofwel hoe zuur of hoe basisch een oplossing is, kun je de zuurgraad bepalen. 

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Indicatoren
Een indicator kan de pH aantonen. 

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

2.4 Zure en basische oplossingen
Concetratie en pH
De ene zure of basische oplossing is agressiever dan de andere. Dit hangt af van:
  • het zuur of de base die is opgelost;
  • de concentratie van de oplossing.

Slide 36 - Slide

2.4 Zure en basische oplossingen
Concetratie en pH
Door verdunnen kun je een zure of basische oplossing minder agressief maken, dus minder zuur of minder basisch. 
  • Bij verdunnen gaat de pH richting de 7.
  • De concentratie van het zuur of de base in de oplossing is door het verdunnen lager geworden. 

Slide 37 - Slide

H2 Water
Deze les:

  • 2.4 Zure en basische oplossingen
  • maken 2.4 opdr 1 t/m 13
  • Toets bespreken

Slide 38 - Slide

2.4 Zure en basische oplossingen
Concetratie en pH
Door verdunnen kun je een zure of basische oplossing minder agressief maken, dus minder zuur of minder basisch. 

Slide 39 - Slide

2.4 Zure en basische oplossingen
Concetratie en pH
Door verdunnen kun je een zure of basische oplossing minder agressief maken, dus minder zuur of minder basisch. 
  • Bij verdunnen gaat de pH richting de 7.

Slide 40 - Slide

2.4 Zure en basische oplossingen
Concetratie en pH
Door verdunnen kun je een zure of basische oplossing minder agressief maken, dus minder zuur of minder basisch. 
  • Bij verdunnen gaat de pH richting de 7.
  • De concentratie van het zuur of de base in de oplossing is door het verdunnen lager geworden. 
  • De pH is dus afhankelijk van de concentratie van een zuur of een base in een oplossing.

Slide 41 - Slide