This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
Toetsbespreking
Slide 1 - Slide
Sleep de betekenissen naar het begrip waar het bij hoort.
Celwand
Bladgroenkorrel
Vacuole
Maken voedingsstoffen voor de plant.
Is een blaasje gevuld met water.
Vormt een stevige laag om de cel.
Slide 2 - Drag question
Bekijk de tekening van een plantencel.
Benoem de onderdelen 1 t/m 3.
1.
2.
3.
Cytoplasma
Celkern
Celmembraan
Slide 3 - Drag question
Een plant verliest vocht wanneer de huidmondjes open staan. Tegelijkertijd haalt deze plant met zijn wortels vocht uit de bodem. Leg uit waarom het nuttig is dat een plant tegelijkertijd vocht opneemt en verliest?
Slide 4 - Open question
Eline krijgt een bosje bloemen van haar man. Ze vergeet vervolgens om ze water te geven en een aantal bloemen gaan slaphangen. Tot welk soort planten horen deze bloemen?
A
Kruidachtige planten
B
Houtachtige planten
Slide 5 - Quiz
Bestudeer de tekening van de tak. Zijn de zijtakken even oud is?
A
Nee, de één heeft meer zij-knoppen dan de ander en is dus ouder.
B
Ja, de zijtakken hebben nog geen jaarring; zijn dus beide 1 jaar oud.
Slide 6 - Quiz
Welke vaten vervoeren water en mineralen van de wortels naar de bladeren?
A
Houtvaten
B
Bastvaten
Slide 7 - Quiz
Na het kappen van een boom blijft er een boomstronk over. De boom heeft altijd gunstige omstandigheden gehad. Leg uit hoe je dit aan de boomstronk kunt zien.
Slide 8 - Open question
Welke twee stoffen maken planten uit water en koolstofdioxide?
A
Glucose en zetmeel
B
Zuurstof en licht
C
Zuurstof en glucose
D
Glucose en mineralen
Slide 9 - Quiz
Noem een overeenkomst tussen een zonnepaneel en een bladgroenkorrel.
Slide 10 - Open question
Hoe heet het als het stuifmeel van de ene bloem op de andere bloem van dezelfde plant terecht komt?
A
Kruisbestuiving
B
Zelfbestuiving
C
Bevruchting
Slide 11 - Quiz
Midden in de winter zal je buiten niet snel bloemen zien bloeien. Dat komt onder andere doordat de kans groot is dat de bloemen kapotgaan door de vorst. Te lage temperatuur is een reden waardoor een bloem in de winter niet zo snel zal uitgroeien tot een vrucht. Noem nog een andere reden waardoor een bloem in de winter niet zo snel zal uitgroeien tot een vrucht.