10.2 Puberteit

1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 10.2 Puberteit
Leerdoelen 10.2:
Je kunt beschrijven hoe je lichaam tijdens de puberteit verandert.
Je kunt uitleggen wat transgender zijn betekent.
Je kunt beschrijven door welke hormonen jongens en meisjes veranderen in de puberteit.

Slide 2 - Slide

puberteit

Slide 3 - Mind map

Hoe verandert je lichaam in de puberteit?
Geslachtskenmerken: alle kenmerken waaraan je het verschil ziet tussen een jongen en een meisje. 
Primaire geslachtskenmerken: vanaf de geboorte zichtbaar
Secundaire geslachtskenmerken: lichamelijke verschillen die tijdens de puberteit ontstaan

Slide 4 - Slide

Hoe verandert je lichaam in de puberteit?
Primaire geslachtskenmerken:
Meisje: vagina, schaamlippen
Jongen: penis, balzak
Secundaire geslachtskenmerken:
schaamhaar, groei geslachtsorganen, meer zweet en talgklieren

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Andere veranderingen
Meisjes en jongens worden in de puberteit vruchtbaar.
Ze kunnen samen kinderen krijgen.

Meisjes: voor het eerst ongesteld
Jongens: eerste zaadlozing

Slide 7 - Slide

Andere veranderingen
  • je groeit sneller
  • Huid: maakt talg aan.
  • talg= vettige stof die huid soepel houdt. 
  • Hierdoor kunnen jeugdpuistjes= acne ontstaan

Slide 8 - Slide

Andere veranderingen
  • Je zweet gaat meer ruiken. Zweetklieren gaan in de puberteit werken. 
  • Wisselende gevoelens horen bij de puberteit. 

Slide 9 - Slide

Waar gaat deze video over?

Slide 10 - Mind map

Wanneer ben je transgender?
Transgender:
Als iemand zijn geslacht niet gelijk is aan zijn gevoel en gedrag

Sommigen zijn zo ongelukkig dat ze hun geslacht laten veranderen. Dit is een heel proces van hormoonbehandelingen en geslachtsoperaties.
Transgender is iets heel anders dan travestie!

Slide 11 - Slide

Opdrachten
Maken 10.2 1 t/m 11 

Slide 12 - Slide

Wat is de juiste volgorde van levensfasen.
A
Baby, peuter, kleuter, kind, adolescent, puber, volwassene, ouder
B
Baby, kleuter, peuter, kind, puber, adolescent, volwassene, ouder
C
Baby, peuter, kleuter, kind, puber, adolescent, volwassene, ouder
D
Baby, kleuter, peuter, kind, adolescent, puber, volwassene, ouder

Slide 13 - Quiz

Noem een hormoon?

Slide 14 - Open question

Hormonen
Veel processen in ons lichaam worden gestuurd door hormonen.
Hormonen= regelstoffen in ons lichaam
Bijvoorbeeld voor: groei, voortplanting, emoties, en herstel.
Hormonen worden gemaakt in hormoonklieren en worden vervoerd door het bloed.

Slide 15 - Slide

Geef een ander woord voor hormonen

Slide 16 - Open question

Waardoor groei je?
Je groeit door groeihormonen uit de hypofyse
  1. hypofyse maakt groeihormoon
  2. groeihormoon komt via bloed in al je organen
  3. De cellen in je bot reageren op het hormoon: Ze gaan sneller delen. Cellen worden groter= celgroei

Slide 17 - Slide

Wat is de belangrijkste hormoonklier?

Slide 18 - Open question

Omschrijf in eigen woorden hoe je in de puberteit groeit

Slide 19 - Open question

Geslachtshormonen
Jongens: testosteron
Miesjes: oestrogeen

Slide 20 - Slide

Opdrachten
10.2 12 t/m 16

Slide 21 - Slide