2VM blok 1.7 Grammatica les 2

  • Lezen (10 minuten)
  • Doelen
  • Theorie
  • Opdrachten/huiswerk
  • Afsluiting
Welkom bij Nederlands!
Tekst
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

  • Lezen (10 minuten)
  • Doelen
  • Theorie
  • Opdrachten/huiswerk
  • Afsluiting
Welkom bij Nederlands!
Tekst

Slide 1 - Slide

Inhoud
  • Dagopening
  • 10 minuten lezen (H15)
  • Woord van de week
  • Huiswerk: H1.7 opdr. 0 t/m 5 + H14 uit lezen
  • Vragen? --> opdr. 10
  • Quizje
  • Theorie 1.7 Grammatica (wkww)
  • Nieuw huiswerk:  H1.7 Grammatica opdr. 6 t/m 11
  • Klaar? stil lezen (H15)
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

Wie is mijn naaste?

Slide 3 - Slide

de media

Slide 4 - Slide

Vaste volgorde van ontleden
- Mijn buurjongen heeft een oude Nokia zonder internet gekocht.
- Luuk zit een broodje te eten aan tafel.


1. Onderstreep de persoonsvorm (pv). --> vraagzin maken --> ww vooraan
2. Zet zinsdeelstrepen tussen de zinsdelen. --> kan het voor de pv?
3. Benoem het werkwoordelijk gezegde (wg). --> alle ww + splitsbare ww +  aan het + te
4. Benoem het onderwerp (o). --> wie/wat + pv?
5. Benoem het lijdend voorwerp (lv).  --> wie/wat + pv/gez. + o (+ gez.)?

Slide 5 - Slide

1. Wat is de pv?:
Deze reis heb ik via internet geboekt.

Slide 6 - Open question

2. Verdeel de zin in zinsdelen:
Deze reis heb ik via internet geboekt.

Slide 7 - Open question

3. Benoem het werkwoordelijke gezegde:
Deze reis heb ik via internet gekocht.

Slide 8 - Open question

4. Benoem het onderwerp:
Deze reis heb ik via internet gekocht.

Slide 9 - Open question

5. Benoem het lijdend voorwerp:
Deze reis heb ik via internet gekocht.

Slide 10 - Open question

Werkwoordelijk gezegde
- Leerlingen zijn hard aan het oefenen met de opdrachten.
- De jongen wast de pannen zorgvuldig af.


1. alle werkwoorden
2. splitsbare werkwoorden (eet ...op)
3. te (zit te slapen)
4. aan het (is aan het gamen)
5. zich (Hij schaamt zich)


Slide 11 - Slide

Wederkerend werkwoord
Een wederkerend werkwoord (wkww) is een werkwoord waar in  zich voor staat: zich vergissen, zich gedragen, zich schamen.
Het woordje zich past zich steeds aan het onderwerp aan:

  • ik schaam me
  • jij schaamt je
  • u schaamt u/zich
  • wij schamen ons


Slide 12 - Slide

Wat is de wg?
- Mijn broertje kan zich niet gedragen tijdens het eten.
- Ik verveel me de hele middag al.

1. alle werkwoorden
2. splitsbare werkwoorden (eet ...op)
3. te (zit te slapen)
4. aan het (is aan het gamen)
5. zich (Hij schaamt zich)

Slide 13 - Slide