3.4 en 3.5 Klimaatverandering en duurzaamheid in de VS

4 MAVO
Hoofdstuk 3
Het weer en het klimaat
Paragraaf 4
Klimaatverandering en duurzaamheid in VS
---

1 / 37
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

4 MAVO
Hoofdstuk 3
Het weer en het klimaat
Paragraaf 4
Klimaatverandering en duurzaamheid in VS
---

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Programma
Terugblik
Examenvraag
Klimaatverandering VS
Zelfstandig werken
Afsluiting

Slide 3 - Slide

KLIMATEN IN DE V.S.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Je kunt omschrijven waarom en hoe landen wereldwijd afspraken maken om klimaatverandering te voorkomen.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Je kunt uitleggen wat de volgende maatregelen betekenen: duurzaam consumeren, duurzaam produceren & hergebruik/recyclen.
  • Duurzaam consumeren
Producten kopen die weinig of geen schade toebrengen aan het milieu.
  • Duurzaam produceren
Producten maken op een manier die weinig/geen schade toebrengt aan het milieu.
  • Hergebruik/recyclen
Het opnieuw gebruik van tweedehands spullen of het verwerken van afval tot een nieuw product.

Slide 13 - Slide

Je kan het begrip voedselpiramide in je eigen woorden uitleggen.

Een keten van levende wezens die eten en op hun beurt gegeten worden.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Lezen en verwerken
Lezen 3.4
Maken opgaven 1 t/m 4

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Link

Examenvraag van de Dag

Slide 25 - Slide

Bekijk bron 15
Waar staan de landbouwproducten juist bij de cijfers 1,2,3 en 4 van de landbouwgordels uit bron 15?
A
1=katoen, 2=mais en soja, 3=zomer- en wintertarwe, 4=zuivelveeteelt
B
1=katoen, 2=zuivelveeteelt 3=mais en soja, 4=zomer- en wintertarwe
C
1=zomer- en wintertarwe , 2=mais en soja, 3=zuivelveeteelt, 4=katoen
D
1=zomer- en wintertarwe , 2=zuivelveeteelt, 3=mais en soja, 4=katoen

Slide 26 - Quiz

Succescriteria I
  • Je kunt op hoofdlijnen beschrijven hoe de gemiddelde temperatuur, de gemiddelde hoeveelheid neerslag en de neerslagintensiteit in de VS de afgelopen eeuwen is veranderd.
  • Je kunt uitleggen waarom een toename in de neerslaghoeveelheid in een gebied meer water beschikbaar is voor mensen en natuur om te verbruiken. Hierbij gebruik je de begrippen verdamping, neerslagintensiteit, piekafvoer, temperatuur en waterbalans.
  • Je kunt aan de hand van een kaart benoemen in welke gebieden de kans op verdroging, verzilting en verwoestijning in de VS groter wordt en verklaren waarom dit zo is.
  • Je kunt aan de hand van een kaart benoemen in welke gebieden de zeespiegelstijging kan leiden tot overstromingen en verzilting en verklaren waarom dit zo is.
  • Je kunt 3 voorbeelden noemen van extreme weer- en klimaatomstandigheden en uitleggen welke gevolgen deze hebben voor de samenleving.
  • Je kunt uitleggen op welke manier de VS bijdraagt aan klimaatverandering.

Slide 27 - Slide

Succescriteria II
  • Je kunt beschrijven waarom de ecologische voetafdruk een maat is voor de duurzaamheid van een land en zijn inwoners.
  • Je kunt uitleggen wat het betekent als de gemiddelde voetafdruk van de inwoner van een land groter is dan 1,7 hectare en wat als deze kleiner is dan 1,7 hectare.
  • Je kunt een beargumenteerde mening geven over je eigen ecologische voetafdruk.

Slide 28 - Slide

Begrippen
Ecologische voetafdruk      De ruimte die we per persoon innemen op aarde, weergegeven in hectare. Het is een maat voor de 
                                             duurzaamheid van een land en zijn inwoners.

Slide 29 - Slide

Wat zijn de vijf klimaatfactoren

Slide 30 - Open question

Wat is de oorzaak waardoor het klimaat veranderd.

Slide 31 - Open question

Voeg zoveel mogelijk gevolgen in van klimaatverandering

Slide 32 - Mind map

Wat voor verwachtingen zijn er met betrekking tot de hoeveelheid neerslag in de toekomst?

Slide 33 - Open question

Waarom betekend meer neerslag niet automatisch meer water?

Slide 34 - Open question

Welk continent heeft de grootste ecologische voetafdruk?
A
Noord Amerika
B
Afrika
C
Azië
D
Europa

Slide 35 - Quiz

Welk continent heeft de laagste ecologische voetafdruk?
A
Noord Amerika
B
Afrika
C
Azië
D
Europa

Slide 36 - Quiz

Waardoor is de ecologische voetafdruk van Noord-Amerika zoveel hoger dan Afrika?

Slide 37 - Open question