What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
18-3
start
Pak je schrift, pen, je doelenboekje en je laptop.
Log in bij office.com met je schoolmailadres.
Ga naar je outlook-mail.
Lees je mail en ga via mijn linkje naar Lesson Up
1 / 32
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
This lesson contains
32 slides
, with
interactive quiz
and
text slides
.
Lesson duration is:
240 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
start
Pak je schrift, pen, je doelenboekje en je laptop.
Log in bij office.com met je schoolmailadres.
Ga naar je outlook-mail.
Lees je mail en ga via mijn linkje naar Lesson Up
Slide 1 - Slide
achttien maart tweeduizendvijfentwintig
dinsdag
Slide 2 - Slide
waar is dit?
Kyiv
Bogota
Parijs
Barcelona
Manilla
Aleppo
Athene
Utrecht
Sydney
Cape Town
Slide 3 - Poll
inloop
spullen pakken, telefoons/vapes/smartwatches inleveren
09.00
opstart
Nederlands - grammatica
woord benoemen
voornaamwoorden
09.50
Nederlands Lezen toets nakijken + LIST: groep 1
Drama: groep 2
11.00
Reken mee met Rene
11.40
Nederlands - Kijken & Luisteren & Spreken
Nieuwsbegrip
Mee met juf Maria: Bilal & Andreii
13.10
Zelfstudie
opruimen
14.00
Sport
corvee: Fallah & Yana
Slide 4 - Slide
grammatica - voornaamwoorden
woord benoemen
doel:
Ik herken een woord in een zin
Ik snap de functie van het woord
Slide 5 - Slide
persoonlijk
PVN
ik, jij, hij, zij, het, wij, jullie, zij, mij, jou, hem, haar, het, ons, jullie, hun
bezittelijk
BEZVN
mijn, jouw, zijn, haar, zij, ons/onze, jullie, hun
vragend
VVN
wie, wat, welk(e), wat voor, wiens
het ‘vraagt’ naar personen of dingen
.
aanwijzend
AVN
dit, deze, dat, die
geeft aan over welk persoon, ding, dier het precies gaat
betrekkelijk
BTVN
die, wie, dat, wat, welke, hetgeen
Een betrekkelijk voornaamwoord verbindt twee zinnen met elkaar.
onbepaald
OVN
bijv. alles, allemaal, andere, elke, iedere, sommige, verschillende, voldoende
Het verwijst niet naar een specifieke persoon of zaak, maar verwijst vrij algemeen - ‘onbepaald’.
wederkerend
WVN
mij/me, je/jou, zich, ons, je/jullie, zich (je kan er "zelf" achter zetten)
Het wederkerend voornaamwoord verwijst bijna altijd terug naar het onderwerp van de zin.
wederkerig
WKVN
elkaar, elkander, mekaar
wat de een doet in de richting van de ander, doet die ander tegelijk ook in de richting van die ene.
Slide 6 - Slide
play.blooket.com
Slide 7 - Link
betrekkelijk
Het meisje,
dat
ik van school ken, woont in Lochem.
Ken je die jongens,
die
altijd met de fatbike naar school komen?
Slide 8 - Slide
onbepaald
Zij willen
allemaal
naar zwemles.
Ik kan op
sommige
dagen echt niet uit mijn bed komen.
Slide 9 - Slide
wederkerend
Ik herinner
mij
dat ik een afspraak heb.
Bilal vraagt
zich
af waarom hij dit leert.
Slide 10 - Slide
wederkerig
Zij zwaaien naar
elkaar
.
Zij kussen
mekaar.
Slide 11 - Slide
play.blooket.com
Slide 12 - Link
persoonlijk
PVN
ik, jij, hij, zij, het, wij, jullie, zij, mij, jou, hem, haar, het, ons, jullie, hun
bezittelijk
BEZVN
mijn, jouw, zijn, haar, zij, ons/onze, jullie, hun
vragend
VVN
wie, wat, welk(e), wat voor, wiens
het ‘vraagt’ naar personen of dingen
.
aanwijzend
AVN
dit, deze, dat, die
geeft aan over welk persoon, ding, dier het precies gaat
betrekkelijk
BTVN
die, wie, dat, wat, welke, hetgeen
Een betrekkelijk voornaamwoord verbindt twee zinnen met elkaar.
onbepaald
OVN
bijv. alles, allemaal, andere, elke, iedere, sommige, verschillende, voldoende
Het verwijst niet naar een specifieke persoon of zaak, maar verwijst vrij algemeen - ‘onbepaald’.
wederkerend
WVN
mij/me, je/jou, zich, ons, je/jullie, zich (je kan er "zelf" achter zetten)
Het wederkerend voornaamwoord verwijst bijna altijd terug naar het onderwerp van de zin.
wederkerig
WKVN
elkaar, elkander, mekaar
wat de een doet in de richting van de ander, doet die ander tegelijk ook in de richting van die ene.
Slide 13 - Slide
groep 1
groep 2
Slide 14 - Slide
Nederlands Lezen
check je eigen antwoorden in de toets. Wat zou je nu anders doen?
OF
maak deel 2 van je toets
timer
20:00
Slide 15 - Slide
reflectie op de toets
Slide 16 - Slide
LIST
Lezen in Stilte
timer
20:00
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Nederlands - Kijken en Luisteren
Nieuwsbegrip
doel:
ik begrijp de hoofdpunten in een gesprek
ik leer nieuwe woorden
Slide 20 - Slide
school.nieuwsbegrip.nl
Slide 21 - Link
opdracht
Maak aantekeningen tijdens het kijken. Zorg dat je zoveel mogelijk informatie hebt over dit onderwerp.
Slide 22 - Slide
school.nieuwsbegrip.nl
Slide 23 - Link
opdracht
Jij wordt nieuwslezer!
Om dit nieuws goed te kunnen vertellen, werk jij je uittekeningen uit in je schrift en schrijf je een duidelijk verhaal;
inleiding, uitleg, slot
timer
10:00
Slide 24 - Slide
opdracht
Geef jouw verhaal aan je buur.
Jij kijkt het verhaal van je buur na en let of of er iets mist.
timer
3:00
Slide 25 - Slide
opdracht
Je krijgt je schrift terug. Nu kan jij voor de klas geroepen worden om jouw verhaal te vertellen in 2 minuten.
timer
2:00
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
ZELFSTUDIE
werken aan
LIST
Rekenmeter
timer
5:00
Slide 28 - Slide
afronden
blooket
opruimen en laptop aan de lader
NA sport telefoons terug
corvee: Fallah & Yana
Slide 29 - Slide
play.blooket.com
Slide 30 - Link
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Slide
More lessons like this
31-1
7 days ago
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
14-3-2025
March 2025
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
24-3
15 days ago
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
3-4
5 days ago
- Lesson with
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
2-4
6 days ago
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
26-3
13 days ago
- Lesson with
32 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
13-3
26 days ago
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
20-3
19 days ago
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4