noemen welke posten op de balans van een bank behoren tot de maatschappelijke geld¬hoeveelheid.
• de omvang van de maatschappelijke geldhoeveelheid, de secundaire liquiditeiten en de binnen¬landse liquiditeitenmassa berekenen.
• verklaren wanneer er sprake is van wederzijdse schuldaanvaarding of geldcreatie door de centrale bank.
• voorbeelden noemen van substitutie en transformatie.
• liquiditeitsratio en solvabiliteitsratio berekenen.
• met behulp van de solvabiliteit berekenen hoeveel geld een bank nog mag scheppen.
• veranderingen in de omvang en de samenstelling van de primaire en secundaire liquiditeiten¬massa analyseren aan de hand van (mutatie)balansen.
• de invloed van banken, overheid en buitenland op de liquiditeitenmassa analyseren.