VWO 1 - Unit 4 - Lesson 4.1 - Present simple or present continuous

1 / 24
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

UNIT 4 - FOOD
Lesson 1: reading

Slide 2 - Slide

Lesindeling
  1.  Opstarten
  2. Grammatica uitleg "present simple / present continuous"
  3. Opdrachten uit boek maken
  4. Oefenen leestoets pww
  5. Blooket

Slide 3 - Slide

Huiswerk bespreken 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Overzicht
Tegenwoordige tijd
(present)
Present simple
Present continuous

Slide 6 - Slide

De present simple 
Hoe ging dat ook alweer? 

Slide 7 - Slide

Present simple 
De present simple geeft aan dat een werkwoord in de tegenwoordige tijd staat. Je gebruikt de present simple als iets altijd, nooit, of regelmatig gebeurt.

You dance (bij I , you, we, they -> hele ww)
He dances (bij he, she, it -> hele ww + s)

Slide 8 - Slide

Maar hoe zit het dan met de....

Slide 9 - Slide

Present continuous 
present = tegenwoordige tijd
continuous = constant/doorgaand

"I am teaching"


Slide 10 - Slide

Present continuous 
Je gebruikt de present continuous wanneer je wil aangeven dat iets op dit moment gebeurt.

She is working on her speech at the moment.
They are playing with each other. 

Slide 11 - Slide

Present continuous 
Je vormt de present continuous op de volgende manier:

vorm van to be (am/are/is) + werkwoord + -ing

Slide 12 - Slide

Samenvatting
Tegenwoordige tijd
(present)
Present simple: als iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
Present continuous: om aan te geven dat iets nu bezig is of aan de gang is.
Hele ww
Vorm 'to be' + ww + -ing

Slide 13 - Slide

Present simple:

Wat is de regel van de present simple?
A
SHIT-regel
B
hele ww (bij I, you, we, they) hele ww + s (bij he, she, it)
C
Hele werkwoord
D
Werkwoord + -ed

Slide 14 - Quiz

Present continuous:

Wat geef je aan met de present continuous?
A
Iets dat altijd, nooit of regelmatig gebeurt
B
Iets dat NU aan de gang is
C
Iets dat is gebeurd in het verleden

Slide 15 - Quiz

Present continuous:

Wat is de regel van de present continuous?
A
hele ww+ -ed
B
shit = hele ww+ -s
C
vorm van to be (am/are/is) + hele ww+ -ing
D
ww + ing

Slide 16 - Quiz

Present Simple vs. Present Continuous

She often ... documentaries.
A
watch
B
is watching
C
watches
D
watching

Slide 17 - Quiz

Present Simple vs. Present Continuous
She ......... the piano now.
A
is playing
B
plays
C
is play
D
are playing

Slide 18 - Quiz

Present Simple vs. Present Continuous
She always .......... jewellery.
A
are wearing
B
wears
C
is wearing
D
wear

Slide 19 - Quiz

Present simple vs Present continuous
Julie ________ (sleep) right at the moment.
A
sleeps
B
sleeping
C
sleep
D
is sleeping

Slide 20 - Quiz

Welke bewering hoort bij welke tijd?
Present simple
Present continuous
Een vraag maken doe je met dezelfde ww als een normale zin.
Bij een ontkenning komt er alleen not bij de vormen te staan.
Wil je een vraag maken? Dan heb je een extra ww nodig.
Werk je met he/she/it, let dan op die s!

Slide 21 - Drag question

Get to work 
  • Do exercise 8 on p. 132
  • Do exercises 1, 2, 3, 4 & 5 on p. 127-130

Finished?
  • Study vocabulary 4.1 on p. 184


timer
20:00

Slide 22 - Slide

Oefenen leestekst
https://allesvoorengels.nl/vaardigheden/lezen/
https://lingua.com/nl/engels/lezen/

Kies voor niveau A1/A2 

Slide 23 - Slide

Homework
  • Do exercises 1, 2, 3, 4 & 5 on p. 127-130
  • Do exercise 8 on p. 132
  • Study vocabulary 4.1 on p. 184

Slide 24 - Slide