- present simple vs present continuous ~ 4.1 on p. 70 en 1.1/1.2 on p. 121-122
Slide 2 - Slide
The passive
When do you use it?
- When it is unknown who does the action or it is not important (action more important than the person who does/did it)
- When there is emphasis on who does/did the action using a by phrase.
bv. The walls were painted yesterday.
This book is writtenby me.
Slide 3 - Slide
The passive vt and tt
De passive in de tegenwoordige tijd:
- Bij het heden en dingen die altijd waar zijn.
- am/are/is + voltooid deelwoord (3e rijtje)
De passive in de verleden tijd:
- Bij het verleden.
- was/were + voltooid deelwoord (3e rijtje)
Dus altijd een vorm van 'to be' gebruiken met de passive!
Slide 4 - Slide
The passive
Let op! Na een hulpwerkwoord (zoals can/ must/ will) gebruik je be + voltooid deelwoord (3e rijtje) bij de passive!
All emails will be answered.
What can be done to tackle crime?
Slide 5 - Slide
The passive trick
- Wanneer je 'by the police' of 'by Betsy' aan een zin kan toevoegen is het passive!
Example: The criminal was caught and put in jail (by the police).
The walls are not painted (by Betsy)
Slide 6 - Slide
Linking words
- Used to connect two sentences to create one sentence.
- Zorgen voor een duidelijk verband tussen de zinsdelen:
> Oorzaak: Because, since, as
> Resultaat: So, as a result, that's why, hence
> Tegenstelling: But, however, instead of
> Voorbeeld: For example, like, such as, for instance
Slide 7 - Slide
The future
1. Present simple: ww (+ s bij he/she/it)
Bij dingen die volgens een vast tijdschema in de toekomst gaan gebeuren (openingstijden, vertrektijden, schoolvakanties, dienstregelingen).
2. Present continuous: am/is/are + ww + ing
Als je iets hebt afgesproken of georganiseerd, vaak persoonlijke afspraken die vastliggen.
Slide 8 - Slide
The future
3. am/are/is + going to + ww
Als je iets van plan bent (gaat meer om de intentie) of bij een voorspelling met bewijs.
4. will (shall bij vraagzinnen met I of we) + ww
Bij voorspellingen zonder bewijs (het is niet zeker dat het gaat gebeuren, bv. bij weerberichten of verre toekomst), bij een aanbod, instemming, belofte of spontaan besluit.
Slide 9 - Slide
'The' or 'X'
- Bij seizoen, maaltijden en algemene (niet-telbare) begrippen die je nader (specifieker) omschrijft wel 'the', in andere gevallen niet.
- Bij gebouwen zelf (hospital/ university/ school) wel 'the', niet als het gaat om het gebruik van die gebouwen/ instellingen.
> I need to go to (x) hospital, The hospital is around the corner.
- Namen van straten/ pleinen geen 'the'.
- Leer de uitzonderingen!
Slide 10 - Slide
Present simple vs Present continuous
When do we use the present simple?
Met gewoontes/ routines, als iets altijd, vaak of nooit zo is, bij feiten of als tijd niet relevant is.
> voorbeeldwoorden die dat kunnen aangeven: always/ usually/ often/ never
When do we use the present continuous?
Als iets nu bezig is of om irritatie aan te geven.
> voorbeeldwoorden die dat kunnen aangeven: (right) now/ at the moment
> voorbeeld irritatie aangeven: You are always complaining about rain!
Slide 11 - Slide
🇬🇧 Past Simple
🇳🇱 Verleden Tijd
ww+ed
(irr. verb = 2e vorm)
I
I saw him yesterday.
🇬🇧 Past Perfect
🇳🇱 Voltooid Verleden Tijd
🇬🇧 Present simple
🇳🇱 Tegenwoordige Tijd
ww (+s with she/he/it)
Use don't/ doesn't with negative
Use do/ does with questions
I walk home after school every day.
She doesn't like to eat apples..
Do they play video games together every day?
🇬🇧 Present continuous
🇳🇱 Duurvorm Tegenwoordige Tijd
am/is/are + ww + ing
Add 'not' with negative
Change word order with questions
I am walking home right now.
She isn't eating apples at the moment.
Are they playing video games now?
Present simple vs Present continuous
Slide 12 - Slide
Good luck!
Oefen goed met de onderwerpen die je nog lastig vindt, er staan extra opdrachtjes klaar op It's Learning voor elk grammatica onderwerp. Mail mij als je nog vragen hebt!