Keuzedeel Hechting

HECHTING
1 / 27
next
Slide 1: Slide
Jeugd- en opvoedhulpMBOStudiejaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

HECHTING

Slide 1 - Slide

de kinderen van de hondsberg

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

lesdoelen
Na de les weet je:
- wat hechting is
- wat beschermende en belemmerende factoren zijn voor hechting
- welke vormen van een onveilige hechting er zijn.

Slide 4 - Slide

Hechting

Slide 5 - Mind map

Hechting
= de emotionele, affectieve en duurzame band 
tussen ouder en kind. 
Voor een kind betekent dit dat hij troost en nabijheid vindt bij zijn ouder, vooral als hij bang, gespannen of verdrietig is.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

Veilige hechting
  • Een kind/jongere die veilig gehecht is heeft tijdens de kinderjaren ervaren dat tenminste één van zijn verzorgers er onvoorwaardelijk voor hem/haar is. 

  • Een goede gehechtheid tussen ouders en kinderen vormt de basis voor een kind om te groeien in zijn ontwikkeling.

Slide 8 - Slide

Voorwaarden voor veilige hechting
  1. Sensitief reageren: ouder staat open voor signalen van het kind, begrijpt de signalen en reageert snel en agequaat. 
  2. Continuïteit: er is continuïteit in de aanwezigheid van de gehechtheidspersoon nodig. 
  3. Mentaliseren: ouder verplaatst zich in het perspectief van het kind en verwoordt dat ook. 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Noem een voorbeeld van wat een ouder moet doen om een veilige hechting te stimuleren.

Slide 11 - Open question

Risicofactoren tijdens het hechtingsproces

Slide 12 - Slide

Beschermende factoren tijdens het hechtingsproces

Slide 13 - Slide

Opdracht: schrijf voor jezelf op welke risicofactoren/beschermende factoren aanwezig waren. 
Opdracht: 
ga na voor jezelf welke risicofactoren/beschermende factoren aanwezig waren. 

Slide 14 - Slide

Hechtingsproblematiek vs. hechtingsstoornis
  • Kind/jongere die niet goed gehecht is heeft niet meteen een hechtingsstoornis. 
  • 25 - 30 % van de Nederlandse bevolking is niet volledig veilig gehecht, 1 % van de Nederlandse bevolking heeft een hechtingsstoornis. 

Slide 15 - Slide

Hechtingsproblematiek
Volgens Mary Ainsworth 4 patronen van hechting:
  1. Veilig gehecht: goede balans exploratiedrang en gehechtheidsgedrag. 
  2. Onveilig-vermijdend gehecht: negeren of vermijden de opvoeder en gedragen zich "zelfstandig". 
  3. Onveilig-afwerend gehecht: weinig geneigd zelfstandig activitieiten uit te voeren, afwezigheid opvoeder leidt tot angst, terugkeer voor boosheid en verontwaardiging. 
  4. Gedesoriganiseerd gehecht: zoeken enigsins toenadering, tegelijkertijd levert dat stress en angst op. 

Slide 16 - Slide

Veilig – kinderen in veilige gehechtheidsrelaties zoeken direct contact met of nabijheid tot de gehechtheidspersoon en laten zich snel geruststellen.

 
• Onveilig vermijdend – kinderen in vermijdende gehechtheidsrelaties zoeken weinig nabijheid en contact met de gehechtheidspersoon en wenden hun aandacht van deze persoon af.
• Onveilig ambivalent – kinderen in ambivalente gehechtheidsrelaties reageren boos of passief op de gehechtheidspersoon.
• Gedesorganiseerd – kinderen in gedesorganiseerde gehechtheidsrelaties vertonen conflicterend gedrag of angst gericht op de gehechtheidspersoon, bijvoorbeeld als gevolg van bedreigende en beangstigende vormen van verzorging.

Slide 17 - Slide

https://youtu.be/KXMm06AkYuE

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Hechtingsstoornis
  • Volgens DSM-5 te classifiseren onder de categorie "reactieve hechtingsstoornis"
  • Kind heeft geen duidelijk aanwijsbaar hechtingsfiguur, heeft dus geen gehechtheidsrelatie gevormd. 
  • Onderscheid twee type: 
  1. Ongeremde type
  2. Geremde type

Slide 20 - Slide

Criteria DSM-5 hechtingsstoornis

Slide 21 - Slide

Met spel de hechting stimuleren
  • Gekke bekken trekken: stimuleren van betrokkenheid en structuur. 
  • Verstoppertje: stimuleren van betrokkenheid.

Slide 22 - Slide

Begeleiding van kinderen/jongeren met hechtingsstoornis
Het bieden van veiligheid staat centraal.

Kinderen/jongeren missen hun vertrouwen in zichzelf en de wereld.

Slide 23 - Slide

Hoe creëren wij dan veiligheid?

Slide 24 - Open question

Waar kun je aan denken?
  • Vertrouwen opbouwen
  • Grenzen stellen
  • Ben jezelf, doe niet "nep"
  • Voorspelbaarheid
  • Structuur
  • Voorbeeldfunctie
  • Sensitief en responsief reageren
  • Inspelen op behoeften van het kind/jongere

Slide 25 - Slide

Welk gedrag van Celine, Michael en Boyce valt nu te verklaren?

Slide 26 - Open question

Wat neem je nu mee in de begeleiding van kinderen/jongeren met een hechtingsstoornis?

Slide 27 - Open question