Present werkwoorden op -er

Volgens mijn informatie zijn jullie gebleven bij hoofdstuk 2
We gaan vandaag weer aan de gang met werkwoorden die op -er eindigen.

We gaan en korte  video bekijken met uitleg.
We gaan oefenen met de stof.
1 / 26
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1,2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Volgens mijn informatie zijn jullie gebleven bij hoofdstuk 2
We gaan vandaag weer aan de gang met werkwoorden die op -er eindigen.

We gaan en korte  video bekijken met uitleg.
We gaan oefenen met de stof.

Slide 1 - Slide

In het Frans zijn er diverse manier waarop een werkwoord vervoegd wordt.
Er zijn onregelmatige werkwoorden (avoir, être, aller, faire)
En er zijn regelmatige werkwoorden.
Bij die laatste zijn er twee groepen.
eindigend op -er   (donner etc)
eindigend op -ir
eindigend op -re

We gaan vandaag kijken naar  werkwoorden die eindigen op -re

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Les verbes en -er
Je donne
Tu donnes
Il donne
Elle donne
Nous donnons
Vous donnez
Ils donnent
Elles donnent.
Je uitgang       e
Tu uitgang       es
Il uitgang          e
Elle uitgang      e
Nous donn        ons
Vous donn         ez
Ils donn              ent
Elles uitgang     ent.

Slide 4 - Slide

fermer=
sluiten
il,elle,on
nous
vous
ils of elles
tu
Je 
fermons
fermez
ferme
ferment
fermes
ferme

Slide 5 - Drag question

Verbes -er: elle (parler)
A
parle
B
parlez
C
parlons
D
parles

Slide 6 - Quiz

Verbes -er: vous (manger)
A
mange
B
mangez
C
mangent
D
manges

Slide 7 - Quiz

Verbes -er: nous ________ (trouver)
A
trouvons
B
trouvez
C
trouves
D
trouve

Slide 8 - Quiz

Verbes -er: vous ______(manger)
A
mange
B
mangez
C
mangent
D
manges

Slide 9 - Quiz

donner=
geven
il,elle,on
nous
vous
ils of elles
tu
Je 
donnons
donnent
donne
donnez
donnes
donne

Slide 10 - Drag question

Doe het nu zelf (ook het zlf. nmw)
Je .......(donner)

Slide 11 - Open question

Doe het nu zelf (ook het zlf. nmw)
Tu .......(donner)

Slide 12 - Open question

Doe het nu zelf
Il .......(parler)

Slide 13 - Open question

Doe het nu zelf
Elle .......(parler)

Slide 14 - Open question

Doe het nu zelf
Ils .......(parler)

Slide 15 - Open question

Doe het nu zelf
Elles......(parler)

Slide 16 - Open question

Doe het nu zelf
Vous......(parler)

Slide 17 - Open question

Doe het nu zelf
Nous......(parler)

Slide 18 - Open question

Doe het nu zelf
wij spreken......(parler)

Slide 19 - Open question

Doe het nu zelf
Jij spreekt......(parler)

Slide 20 - Open question

Doe het nu zelf
zij spreekt......(parler)

Slide 21 - Open question

Doe het nu zelf
zij spreken......(parler)

Slide 22 - Open question

Doe het nu zelf
zij spreken.(vrouwen alleen).....(parler)

Slide 23 - Open question

Doe het nu zelf
jullie spreken......(parler)

Slide 24 - Open question

Ik snap het nu goed
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Ga naar: 
Eerst afmaken alle oefeningen in D: (naar keuze boek of online)
Slim Stampen.
Ga oefenen met A en B zie afbeeldingen  hieronder.
Gebruik de woordenlijst van het boek.




Slide 26 - Slide