V2 Buch 2 - Schritt 14

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Herzlich willkommen!

11/6 : Wat er in Magister staat...

In deze les kijken we o.a. naar een verkoopgesprek op de markt via LessonUp.

1. Het is fijn als je dit kunt bekijken achter een laptop/computer

2. Zorg ervoor dat je telefoon opgeladen is

3. Ook zorg je ervoor dat je de uitgeschreven gesprekjes van Schritt 14 bij de hand hebt (Aufgabe 3 en Stempeln, bitte A) deze zijn dus klaar voordat de les begint!!  - te vinden op blz. 88 en 89)

Lernziele

Je begrijpt een verkoopgesprek.

Je leert een aantal soorten fruit.

Je leert een aantal soorten groente.

Je kan een maaltijd bestellen.

Hoe vraag je in het Duits:

Wat wilt u hebben?

Ga naar de volgende dia en luister goed!

Tip: graag willen = möchten

Wat wilt u hebben?

1. Was wollen Sie?
2. Was möchten Sie?
3. Was musst du?
4. Was willst du?

Wat zijn Gurken en Kartoffeln?

Ga naar de volgende dia en luister goed!

0

Wat zijn Gurken en Kartoffeln?

Hoe zeg de verkoopster  "anders nog iets"?

Ga naar de volgende dia en luister goed!

0

Hoe vroeg de verkoopster :
'Anders nog iets?'

1. Wollen Sie sonst noch etwas?
2. Anders noch etwas?
3. Möchten Sie außerdem noch etwas?
4. Anders außerdem?

Hoe zeg je "Ik wil graag sla"?

Ga naar de volgende dia en luister goed!

0

Vertaal de volgende zin:
'Ik wil graag sla.'

1. Ich will Salat
2. Ich möchte bitte Salat
3. Ich will Salat bitte
4. Salat gerne

Hoeveel kosten de appels per kilo?

Ga naar de volgende dia en luister goed!

0

Hoeveel kosten de appels per kilo? Schrijf het kommagetal op.

Hoeveel kilo kersen koopt de vrouw?

Ga naar de volgende dia en luister goed!

0

Hoeveel kilo kersen koopt de vrouw?
Schrijf alleen het kommagetal op. bijvoorbeeld: 0,1

Hoeveel moet de vrouw betalen?

Ga naar de volgende dia en luister goed!

0

Hoeveel moet de vrouw betalen?
Schrijf alleen het getal op. Als het 5 euro is schrijf je dus alleen: 5

Neem je boek erbij op blz. 87

Schritt 14 Aufgabe 2B

Seite 87

Hoe bestel je groentesoep?

1. Ich hätte gern Gemüsesuppe
2. Ich möchte Gemüsesuppe, bitte
3. Ich nehme Gemüsesuppe

de lepel, de vork, het mes

1. die Löffel, das Gabel, der Messer
2. der Löffel, die Gabel, das Messer
3. das Löffel, der Gabel, die Messer

Seite 88

Ik heb de LEERDOELEN gehaald

1. Je begrijpt een verkoopgesprek.
2. Je leert een aantal soorten fruit.
3. Je leert een aantal soorten groente.
4. Je kan een maaltijd bestellen.

1. 
2. 
3. 

Ik vond mijn houding in deze les: