This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
H3Nederland en Indonesië
1 toets H3.1 en 3.2
Slide 1 - Slide
Welke Europeanen waren al voor de Nederlanders in Oost-Indië?
A
Engelsen
B
Portugezen
C
Spanjaarden
D
Fransen
Slide 2 - Quiz
Waar staan de letters VOC voor?
Slide 3 - Open question
Hoe werd Jakarta genoemd na de verovering door Jan Pieterszoon Coen?
Slide 4 - Open question
Welk begrip wordt hier omschreven: Het alleenrecht op de handel in bepaalde producten in Nederlands Indië.
A
Monopolie
B
Imperialisme
C
Cultuurstelsel
D
Factorij
Slide 5 - Quiz
Welke eilanden moesten voor de VOC kruidnagel en nootmuskaat verbouwen?
Slide 6 - Open question
Zet de volgende zinnen in de juiste tijdvolgorde. Begin bij het langst geleden. 1. De VOC gaat failliet 2.Cornelis de Houtman landt op Sumatra 3.Jan Pieterszoon Coen verovert Jakarta 4.De VOC wordt opgericht
A
2-4-3-1
B
3-2-4-1
C
1-2-3-4
D
2-3-4-1
Slide 7 - Quiz
Toon met een voorbeeld aan dat de Arabieren ook in Indonesië hebben gehandeld.
Slide 8 - Open question
Wat was een gouverneur-generaal?
A
De hoogste generaal van het koloniale KNIL
B
De hoogste Nederlandse bestuurder in Indië
C
De Indonesische leider van Noord-Sumatra
D
De Nederlandse minister van Defensie
Slide 9 - Quiz
Het Suezkanaal maakte de reis naar Indië korter
A
Goed
B
Fout
Slide 10 - Quiz
Het KNIL bestond voor meer dan de helft uit Molukkers en andere inheemse Indonesiërs
A
Goed
B
Fout
Slide 11 - Quiz
Tussen 1870 en 1914 veroverde Nederland de gehele Indonesische archipel, Engeland veroverde India en Frankrijk werd de baas in Noord- en West-Afrika. Dit zijn allemaal voorbeelden van..........
Slide 12 - Open question
Wat was het belangrijkste doel van het cultuurstelsel?
A
Cultuur brengen in Indonesië
B
Zorgen dat een vijfde deel van de grond voor Nederland gebruikt werd
C
De Indonesische bevolking landbouwtechnieken leren
D
De kolonie winstgevend maken
Slide 13 - Quiz
Op welk eiland werd het cultuurstelsel ingevoerd?
Slide 14 - Open question
Welke combinatie is goed?
A
Boeren - plantloon
Regenten- cultuurprocenten
B
Boeren-cultuurprocenten
Regenten- plantloon
Slide 15 - Quiz
Bij de periode van het cultuurstelsel horen de volgende landbouwproducten:
A
koffie en suiker
B
kruidnagel en nootmuskaat
C
tabak en rubber
D
aardolie en rijst
Slide 16 - Quiz
Een van de gevolgen van het cultuurstelsel was hongersnood.
A
Goed
B
Fout
Slide 17 - Quiz
Wat is een positief gevolg van het cultuurstelsel voor de Indonesische bevolking?
A
Het ging goed met de industrie en de scheepsbouw
B
Veel Chinezen kwamen naar Indonesië om er te werken
C
Er werden spoorwegen aangelegd
D
Er kwamen meer plantages
Slide 18 - Quiz
Welke persoon was tegen het cultuurstelsel?
A
Koning Willem I
B
Johannes van den Bosch
C
Generaal van Heutsz
D
Multatuli
Slide 19 - Quiz
Aan het cultuurstelsel kwam in de 18e eeuw een einde.
A
Goed
B
Fout
Slide 20 - Quiz
Twee stellingen: I.Met de opbrengst van het cultuurstelsel werd in Nederland een spoorwegennet aangelegd. II.Vanaf 1870 gingen Nederlandse bedrijven aardolie en rubber winnen in Nederlands-Indië