Herhaling Wat is maatschappijleer? & Werk

Wat is maatschappijleer?
Werk

Herhaling
1 / 27
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Wat is maatschappijleer?
Werk

Herhaling

Slide 1 - Slide

TOETS
Thema: wat is maatschappijleer? + werk

Dinsdag 17 januari 

Slide 2 - Slide

Wat leer je?
Je leert hoofdstuk 1 & hoofdstuk 8 uit de online methode. 

Leer de begrippen en maak een samenvatting.
Tip: leer de dikgedrukte begrippen!

Slide 3 - Slide

Tips 

- Leer de begrippen: verzin een voorbeeld bij elk begrip.
- Maak een samenvatting: focus je op de dikgedrukte woorden.
- Maak flashcards: oefen samen met een maatje.
- Zorg ervoor dat je alle opdrachten hebt gemaakt.

Slide 4 - Slide

Quiz

Hoofdstuk 1: Wat is maatschappijleer?
+
Hoofdstuk 8: Werk

Slide 5 - Slide

Hoe zijn we afhankelijk van elkaar?

Slide 6 - Open question

Een mening is ...
A
Wat je vindt
B
altijd goed
C
je argument

Slide 7 - Quiz

Wat hoort NIET bij de kenmerken van een maatschappelijk probleem?
A
Veel mensen hebben er last van
B
Iedereen denkt er hetzelfde over
C
Er is veel aandacht voor in de media
D
De overheid bemoeit zich ermee

Slide 8 - Quiz

'Belang' betekent.....
A
dat wat belangrijk is
B
dat lang zijn beter is
C
het voordeel dat je ergens van hebt
D
dat je je aan de wet moet houden

Slide 9 - Quiz

Maatschappelijk probleem
Persoonlijk probleem
Ruzie met je partner
Klimaatverandering
Huiswerk niet af
Lerarentekort
Coronabesmettingen
je moet in quarantaine

Slide 10 - Drag question

"Je moet altijd de waarheid vertellen", dit is een ...
A
Waarde
B
Norm

Slide 11 - Quiz

Principes die je belangrijk vindt in het leven noemen we ook wel...
A
waarden
B
normen
C
eisen
D
wetten

Slide 12 - Quiz

Je loopt op straat en ziet een oude vrouw die haar boodschappen laat vallen je besluit haar te helpen omdat..
A
dit moet van de wet
B
dit een gedragsregel is
C
je hoopt geld van haar te krijgen
D
je stoer wilt overkomen op je vrienden

Slide 13 - Quiz

Samenleven doe je in het klein en in het groot. In het groot leef je samen met.....
A
je gezin
B
je sociale omgeving
C
je vrienden
D
je familie

Slide 14 - Quiz

mening
argument
feit
In Nederland moet je betalen voor het openbaar vervoer.
Ik vind dat het openbaar vervoer voor iedereen gratis moet zijn.
Omdat dan minder mensen met de auto zullen reizen. Dat is beter voor het milieu. 

Slide 15 - Drag question



Nettoloon is .............
A
het bedrag voor aftrek van premies en verzekeringen
B
het bedrag dat iedereen van de overheid ontvangt
C
het bedrag dat op de bankrekening gestort wordt
D
het bedrag met premies zonder verzekering

Slide 16 - Quiz

Wat is een vacature?
A
Een netwerk van vrienden en kennissen.
B
Een open sollicitatie.
C
Een baan die vrij is.
D
Een arbeidsovereenkomst.

Slide 17 - Quiz

Het huis stofzuigen bij je oma is
A
Betaald werk
B
Onbetaald werk

Slide 18 - Quiz

Wat betekend het begrip?

maatschappelijke ladder
A
De indeling van mensen en hun positie in de maatschappij.
B
De indeling van mensen en hun afkomst in de maatschappij.
C
De indeling van mensen en hun opleiding in de maatschappij.
D
De indeling van mensen en hun cultuur in de maatschappij.

Slide 19 - Quiz

Het stijgen en dalen op de maatschappelijke ladder is
A
Sociale mobiliteit
B
Sociale ongelijkheid
C
Maatschappelijke verandering
D
Maatschappelijke ongelijkheid

Slide 20 - Quiz

wat is geen kenmerk van de maatschappelijke ladder
A
kennis
B
macht
C
inkomsten
D
uitgaven

Slide 21 - Quiz

Wat is werk?
A
Werk is iets doen waar je betaald voor krijgt
B
Werk is iets doen wat je leuk vind
C
Werk is iets doen voor een ander
D
Werk is iets doen voor een ander zonder dat je daarvoor betaald krijgt

Slide 22 - Quiz

Wat is een nadeel van zwartwerken?
A
Je krijgt een lager nettoloon.
B
Je betaalt veel belasting.
C
Je bent verzekerd.
D
Je hebt geen rechten

Slide 23 - Quiz

Wat staat er onder andere in een arbeidsovereenkomst?
A
Het brutoloon en je functie.
B
De loonbelasting en de sociale premies.
C
De straffen op zwartwerken
D
De werktijden en de sollicitatiebrief

Slide 24 - Quiz

Welke zin is juist?
Zin 1: Als je wordt ontslagen, krijg je een bijstandsuitkering.

Zin 2: Als je op staande voet wordt ontslagen, krijg je WW.
A
Zin 1 is juist
B
Zin 2 is juist
C
Beide zinnen zijn juist
D
Beide zinnen zijn onjuist

Slide 25 - Quiz

Je gebruikt je netwerk als je een baan zoekt:
A
in de krant.
B
via bekenden.
C
via het UWV.
D
via een uitzendbureau

Slide 26 - Quiz

Succes met de toets!

Slide 27 - Slide