What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
examenvoorbereiding 9/5
examentraining havo 202
3
1 / 51
next
Slide 1:
Slide
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
This lesson contains
51 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
examentraining havo 202
3
Slide 1 - Slide
Aanpak examenvragen
Hoe pak je het aan?
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Een tandenborstel en tandpasta zijn voorbeelden van ...
A
complementaire goederen
B
substitutiegoederen
C
inferieure goederen
Slide 4 - Quiz
Wat is een drempelinkomen? Het inkomen ....
A
tot waar men inferieure goederen koopt
B
dat men minstens nodig heeft om noodzakelijke goederen te kunnen kopen
C
vanaf waar men luxe goederen gaat kopen
Slide 5 - Quiz
vraag 1
Slide 6 - Slide
Wat is een monopolie?
A
Een gezellig bordspel
B
Een bedrijf dat aandelen uitgeeft
C
Het alleenrecht op de handel in een product
D
Meerdere bedrijven die opgaan in één bedrijf
Slide 7 - Quiz
Wat is onjuist over volkomen concurrentie?
A
Veel concurrentie
B
Prijs wordt bepaald door vraag en aanbod
C
Heterogene goederen
D
Veel aanbieders
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Slide
Wat betekent averechtse selectie?
A
Een verzekeraar selecteert de verzekerden niet eerlijk
B
Verzekerden hebben een kleine kans op schade
C
Een hogere premie voor risicozoekers
D
Goede risico's verzekeren zich niet, slechte risico's wel
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Slide
vraag 4 en 5
Slide 12 - Slide
Wat is een ander woord voor importheffing?
A
exportsubsidie
B
inportquote
C
invoerrechten
D
protectiemaatregelen
Slide 13 - Quiz
vraag 6 en 7
Slide 14 - Slide
De lopende rekening is …
A
hetzelfde als de betalingsbalans
B
de goederen – en de dienstenrekening
C
de goederen-, diensten en inkomensrekening
D
hetzelfde als de salderingsrekeningen
Slide 15 - Quiz
vraag 8 en 9
Slide 16 - Slide
Wat is de dominante strategie?
A
420; 380
B
510 ; 240
C
270 ; 480
D
480 ; 440
Slide 17 - Quiz
vraag 10 en 11
Slide 18 - Slide
AOW is gebaseerd op het kapitaaldekkingsstelsel
A
Juist
B
Onjuist
Slide 19 - Quiz
vraag 12, 13 en 14
Slide 20 - Slide
vraag 15
Slide 21 - Slide
Wie horen er bij de beroepsbevolking?
A
Vacatures + werkenden
B
Werklozen + werkenden
C
Vacatures + werklozen
Slide 22 - Quiz
vraag 16
Slide 23 - Slide
Wat past bij laagconjunctuur?
A
Weinig vraag naar leningen en en stijgende rente
B
Veel vraag naar leningen en een stijgende rente
C
Weinig vraag naar leningen en een dalende rente
D
Veel vraag naar leningen en een dalende rente
Slide 24 - Quiz
vraag 17,18 en 19
Slide 25 - Slide
vraag 20 en 21
Slide 26 - Slide
vraag 22
Slide 27 - Slide
Wie heeft een lagere risico-aversie
A
Beleggers
B
Spaarders
Slide 28 - Quiz
WAT kan je met de elasticiteit van de vraag berekenen?
A
Welke prijs ik moet vragen.
B
Hoe de vraag verandert als het inkomen verandert
C
Wat mijn concurrenten doen als ik de prijs verander
D
Hoe de vraag verandert als ik mijn prijs verander
Slide 29 - Quiz
vraag 23
Slide 30 - Slide
vraag 24 en 25
Slide 31 - Slide
26,27 en 28
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
1. Leg uit wat er met de lonen gebeurt als de werkloosheid stijgt
Slide 34 - Open question
2. Geef twee redenen waarom de inflatie toeneemt als de lonen stijgen
Slide 35 - Open question
3. Hoe kan de rente de investeringen beïnvloeden?
Slide 36 - Open question
4. Leg uit wat er met het aanbod van arbeid gebeurt als de lonen stijgen
Slide 37 - Open question
5. Wat gebeurt er met de koers van de euro als de rente in Europa stijgt?
Slide 38 - Open question
6. Wat gebeurt er met de vraag naar Europese producten als de koers van de euro stijgt?
Slide 39 - Open question
7. Wat gebeurt er met de wisselkoers als de import stijgt?
Slide 40 - Open question
8. Als de concurrentiepositie verslechtert, wat gebeurt er dan met de koers van de euro?
Slide 41 - Open question
En nu op EXAMEN niveau
Slide 42 - Slide
9. Welke invloed heeft economische groei op het tekort van de overheid?
Slide 43 - Open question
10. Wat gebeurt er met de overheidsuitgaven als de rente stijgt? Hint: betrek de staatsschuld in je antwoord!
Slide 44 - Open question
11. Beredeneer dat als de lonen in een land stijgen, de wisselkoers via de exportkant kan dalen.
Slide 45 - Open question
12. Beredeneer dat als de lonen in een land stijgen, de wisselkoers via de importkant kan dalen.
Slide 46 - Open question
13. Leg uit dat de concurrentiepositie van een land kan dalen door een rentestijging.
Slide 47 - Open question
14. Leg uit wat er met het saldo op de lopende rekening gebeurt in tijden van hoogconjunctuur.
Slide 48 - Open question
15. Leg via de export uit wat er met de inflatie gebeurt als de wisselkoers daalt.
Slide 49 - Open question
16. Leg via de import uit wat er met de inflatie gebeurt als de wisselkoers daalt.
Slide 50 - Open question
vragen?
Slide 51 - Slide
More lessons like this
Redeneren met Marktenschema
April 2022
- Lesson with
18 slides
economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
redeneren
December 2020
- Lesson with
13 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
redeneren les 2
May 2021
- Lesson with
15 slides
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
1.4 Europa en de wereld
October 2023
- Lesson with
33 slides
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
Herhaling H5
June 2022
- Lesson with
16 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Hoofdstuk 6 Vraag en aanbod
October 2022
- Lesson with
31 slides
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Wisselkoersen vwo
August 2023
- Lesson with
21 slides
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
De koopkracht van je inkomen
January 2019
- Lesson with
18 slides
by
Economics
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Economie voor vmbo