This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Welkom
3 VWO
Hoofdstuk 2
De verdeling van het inkomen
Slide 1 - Slide
Programma
Herhaling
Lesdoelen
Theorie
Aan de slag
Evaluatie
Slide 2 - Slide
Noem de vier productiefactoren
Slide 3 - Open question
Productiefactoren
Productiefactor
Beloning
Kapitaal
Rente + huur
Arbeid
Loon
Natuur
Pacht
Ondernemerschap
Winst
Slide 4 - Slide
Lesdoelen
Aan het einde van de les
Kan je uitleggen wat welvaart betekent en wanneer dit hoog of laag is
Kan je uitleggen waarmee welvaart berekend wordt
Slide 5 - Slide
Inkomensvormen
De inkomsten die ontvangen worden als vergoeding voor de productiefactoren noemen we primair inkomen zoals:
Inkomen uit arbeid (loon, salaris,);
Inkomen uit bezit (rente, huur, pacht,winst)
Daarnaast kennen we overdrachtsinkomen. Voor een inkomensoverdracht lever je geen tegenprestatie. Voorbeelden hiervan uitkeringen, zakgeld en kinderbijslag.
Al deze inkomsten bij elkaar noemen we het Nationaal Inkomen of het Bruto Binnenlands Product
Slide 6 - Slide
www.google.com
Slide 7 - Link
Noem de twee soorten behoeften
Slide 8 - Open question
Prioriteiten stellen
Welvaart:
De mate waarin je in je behoeften kunt voorzien
Lage welvaart:
Je kunt jezelf weinig van behoeften voorzien
Hoge welvaart:
Je kunt jezelf van veel behoeften voorzien
Slide 9 - Slide
Zelfvoorziening
Je voorziet aan je behoefte zonder deze te kopen
Voorbeeld
Je bakt zelf een taart i.p.v. deze te kopen
Lage welvaart:
Je kunt jezelf weinig van behoeften voorzien
Slide 10 - Slide
Inkomensverdeling/Lorenzcurve
Slide 11 - Slide
Hoe kunnen we de inkomensverdeling in een land gelijker maken?
Slide 12 - Open question
Maar.............
Betekent geld dan alles?
Slide 13 - Slide
Human Development index
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Heeft een land met een hoog nationaal inkomen automatisch ook een hoge HDI? Leg je antwoord uit
Slide 16 - Open question
Aan de slag
Maken -> 2.12 tot en met 2.16 (Huiswerk)!
Hoe? -> Rustig en overleggen mag!
Hulp? -> Vinger de lucht in!
Klaar? - Ben je tevreden over je werk? Loop alles even na, hierna kan je nakijken.