20190314 samengestelde zinnen ontleden

Samengestelde zinnen
1 / 14
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Samengestelde zinnen

Slide 1 - Slide

Vooraf
Je bent nu 2 weken actief bezig met redekundig ontleden
Je bent bezig met de oefeningen van blok 3

Programma vandaag
Uitleg over het ontleden van de samengestelde zin
Zelfstandig leren

Doel
Je kent en herkent een samengestelde zin
Je kent en herkent de hoofdzin/bijzin
Je kunt de functie van de bijzin benoemen
Afspraken

Je leert optimaal en ongestoord

Je bent stil tijdens de uitleg
Je leert actief

Slide 2 - Slide

Werk samen met een klasgenoot
1) Hoe herken je een samengestelde zin?
2) Wat is het verschil tussen een onderschikkende zin en een nevenschikkende zin
3) Noteer hier twee voorbeelden van een samengestelde zin:
1 onderschikkend en 1 nevenschikkend
timer
4:00

Slide 3 - Open question

Zinnen
Veel zinnen bestaan eigenlijk uit twee zinnen.

Slide 4 - Slide

Zinnen
Sommige zinnen bestaan eigenlijk uit twee zinnen.

Ik weet dat grammatica vaak een lastig onderdeel is.

Slide 5 - Slide

Zinnen
Sommige zinnen bestaan eigenlijk uit twee zinnen.

Ik weet dat grammatica vaak een lastig onderdeel is.

Slide 6 - Slide

Samengestelde zin
Een zin met twee of meer persoonsvormen.

Je blaast een stukje van een zin op tot een zin in een zin met een eigen persoonsvorm.
Ik weet iets
Wat weet ik? Dat grammatica vaak een lastig onderdeel is.

Slide 7 - Slide

Samengestelde zin
Een zin met twee of meer persoonsvormen.

Ik weet iets.
Ik weet dat Merel de mol is.

Slide 8 - Slide

Hoofdzin:     onderwerp en persoonsvorm staan naast elkaar

Bijzin:             onderwerp en persoonsvorm staat uit elkaar
                          (of je kunt ze uit elkaar plaatsen)
                          het geeft extra informatie over en in de hoofdzin

Slide 9 - Slide

Let op: iedere zin in een zin is zinvol
een bijzin heeft een functie

onderwerp, (naamwoordelijk) gezegde, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, bijwoordelijke bepaling, voorzetselvoorwerp.

Slide 10 - Slide

Ik geef de bal morgen aan jou.


Ik geefde bal morgen aan jou.


Ik geef de bal morgen aan jou.


Ik geef de bal morgen aan jou.
De jongen die daar staat gooit de bal morgen naar jou.

Ik geef de bal die daar ligt morgen aan jou.

Ik geef de bal als het donker is aan jou.

Ik geef de bal morgen aan het meisje dat in die hoek staat.

Slide 11 - Slide

Puzzelen met bijzinnen
Hierna komen 7 zinnen in een sleepvraag.

Kijk goed wat de bijzin is. (hint: let op positie van onderwerp en persoonsvorm)
Benoem dan de grammaticale functie van de bijzin.

Je werkt zelfstandig. Klaar? Daarna gaan we zelfstandig werken. Pak dus alvast je modulewijzer en ga aan de slag.

Slide 12 - Slide

Beoordeel eerst wat de bijzin is.
Benoem dan de functie van de bijzin.
Sleep de zin dan naar het juiste hokje.
onderwerpszin
lijdendvoorwerps-
zin
gezegdezin
(naamwoordelijk)
bijwoordelijke
bijzin
meewerkend
voorwerpszin
nevenschikkende
samengestelde
zin
Hoewel het spel helemaal gratis is, verdienen de makers wel veel geld aan het spel.

Uiteindelijk wil je bereiken dat je als enige overblijft.
Wie het interessant vindt om te bekijken, laat Roy Beszelsen met een livestream zijn bezigheden zien.
Fortnite is geworden wat de bedenker voor ogen had.
Het spel dat door veel mensen gespeeld wordt, is mateloos populair.
Veel jongeren vinden het belangrijk dat ze de nieuwste skins hebben.

Slide 13 - Drag question

Zelfstandig werken
Je leert zelfstandig en in stilte

Slide 14 - Slide