Tot 1950 was er in een gezin een vast rollenpatroon. In de wet was er zelfs de gezinspolitiek opgenomen. Daarnaast waren getrouwde vrouwen handelingsonbekwaam. Ook werden vrouwen die bij de overheid werkten ontslagen zodra ze trouwden.
Vanaf 1960 komen vrouwen op voor gelijke rechten en kansen. Deze vrouwen noem je feministen. Deze periode noemen we de tweede feministische golf. Ze wilden gelijke kansen in opleiding en werk, af van het vaste rollenpatroon, meer keuzevrijheid bij gezinsplanning en het recht op abortus. Belangrijke actiegroepen zijn de Dolle Mina's en de MVM.
Vanaf de jaren 1960 zien we dat er steeds meer mogelijkheden komen om zelf te bepalen hoe je leeft. De samenstelling van gezinnen verandert, er komt meer vrijheid voor homoseksualiteit, abortus wordt legaal, euthanasie wordt makkelijker en er komt een verbod op discriminatie.