Herhalingsweek

NEDERLANDS
1 / 44
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 44 slides, with text slides.

Items in this lesson

NEDERLANDS

Slide 1 - Slide

Vandaag
  • PTO1  - wat leren?
  • Korte herhaling theorie
  • Wat te doen in herhalingsweek?
  • NUMO taak

Slide 2 - Slide

PTO1
Bestaat uit:

  • schriftelijke toets
  • boekopdracht (confrontaties)
     ---> inleveren na de toetsweek

Slide 3 - Slide

Schriftelijke toets
Bestaat uit:

- KERN communicatie - inhoud en opbouw les 2 t/m 4 (theorie)
- Leesvaardigheid (theorie toepassen)
- Schrijfvaardigheid: uiteenzetting over framing (les 9 van taal uit KERN)
- Woordenschat: een betekenisvolle zin maken met woorden

Slide 4 - Slide

Vergeet niet een woordenboek mee te nemen!

Slide 5 - Slide

Theorie

  • Onderwerp & hoofdgedachte 
  • Tekstsoorten
  • Inleiding, kern, slot

  • Framing (die theorie herhalen we een andere les)

Slide 6 - Slide

Onderwerp
Hoofdgedachte
Deelonderwerp


..............

Slide 7 - Slide

Verhalende tekstsoorten
  • vertelling --> delen van een persoonlijke ervaring
    (dagboek, autobiografie)

  • verhaal --> amuseren of tot nadenken aanzetten door een verhaal te verzinnen 
    (roman, mop, sprookje)

Slide 8 - Slide

Feitelijke tekstsoorten
  • Verslag --> objectieve beschrijving
  • Procedure --> instrueren (bijv. recept of handleiding)
  • Uiteenzetting --> informeren (menukaart, krantenartikel)
  • Oproep --> activeren (uitnodiging, reclame)

Slide 9 - Slide

Waarderende tekstsoorten
  • Beschouwing --> verschillende gezichtspunten
    (essay, beschouwend artikel/beschouwende toespraak)
  • Betoog --> overtuigen (klachtenbrief, betogend artikel)
  • Respons --> reageren (recensie, productreview)

Slide 10 - Slide

Vaak heeft een tekst meerdere doelen


Bijv. eerst informatie geven over een onderwerp en daarna proberen te overtuigen

Slide 11 - Slide

Inleiding, kern, slot

Slide 12 - Slide

Inleiding
  • Kennismaking met onderwerp
  • Geeft richting aan tekstopbouw
  • Geeft je het idee van het genre
  • Aandacht trekken (bijv. anekdote, actuele gebeurtenis)

Slide 13 - Slide

Kern/middenstuk
  • Uitwerking onderwerp
  • Deelonderwerpen (in hoofdstukken of alinea's)

Slide 14 - Slide

Slot
  • Samenvatting of conclusie
  • Eventueel aanmoediging (activerende tekst)
  • Grap/anekdote

Slide 15 - Slide

Herhalingsweek
Volgende les:
- herhaling theorie framing
- herhaling theorie schrijven uiteenzetting


& daarna en rest van de lessen: vrije keuze

Slide 16 - Slide

Herhalingsweek
Vrije keuze = 
iets nuttigs wat met pto1 van Nederlands te maken heeft

Denk aan: NUMO, samenvatting theorie maken, theorie leren, oefenen uiteenzetting, confrontaties lezen, werken aan boekopdracht etc. 
Zorg dat je steeds het voor jou juiste materiaal bij je hebt

Slide 17 - Slide

Aan de slag

Nu: taak in NUMO (dus niet je leerplan)
        --> herhalingsweek - leesvaardigheid PTO1


Kijk bij taken

Slide 18 - Slide

Bedankt!
Vragen?

Opmerkingen?

Slide 19 - Slide

NEDERLANDS

Slide 20 - Slide

Vandaag
  • Herhaling theorie schrijven uiteenzetting
  • Herhaling theorie 'framing'
  • Zelfstandig aan de slag

Slide 21 - Slide

Terugblik uiteenzetting

  • Inleiding

  • Middenstuk/kern

  • Slot

Slide 22 - Slide

Terugblik uiteenzetting

  • Inleiding
Aandacht, aanleiding, opbouw

  • Middenstuk/kern
Deelonderwerpen, tussenkopjes, alinea's

Slide 23 - Slide

Slot
  • korte samenvatting 
  • Uitsmijter
  • Vergeet signaalwoord niet 
    Samenvattend, concluderend, kortom, dus, ... 

Slide 24 - Slide

Voorbeeld

Kortom, framing vind je op allerlei plaatsen. Zo zie je het bijvoorbeeld vaak in reclames, maar ook de taal ontkomt er niet aan. De journalistiek is hierdoor eigenlijk nooit objectief en hierdoor doe jij ook voortdurend aan framing. Geloof dus niet alles wat je hoort!

Slide 25 - Slide

Framing




Let op: je krijgt geen theoretische vragen over dit hoofdstuk. Je moet er een uiteenzetting over kunnen schrijven

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Een frame

Laat een deel van de werkelijkheid zien, maar niet alles...


framing doet dat dus ook 

Soms gebeurt dit expres

Slide 28 - Slide

Framing
Kom je op veel plaatsen tegen. Bijvoorbeeld:

- in taal
- binnen bedrijven
- in de politiek
- in de journalistiek
- in het dagelijks leven

Slide 29 - Slide

Framing in taal
Je kunt anderen beïnvloeden door bijvoorbeeld:

- woordkeuze 
- beeld opwekken
- beeldspraak en stijlfiguren
- vergelijkingen 
- overdrijvingen

Slide 30 - Slide

Framing in bedrijven
  • reclames
      --> product = fijne gevoelens 

    Positieve woorden en beelden
      --> vergelijk: 70% vetvrij & 30% vet
     --> vergelijk: vertraging & extra reistijd

Slide 31 - Slide

Framing in politiek
Tegenstander wordt negatief weggezet d.m.v. framing

Denk aan: ontwikkelingshulp en milieu zijn linkse hobby's
= negatief            
                                                     of:
Bush: you're either with us or with the terrorists 
= mensen worden geframed als terrorist

Slide 32 - Slide

Framing in journalistiek
  • De schrijver bepaalt welke meningen en verhalen in de krant terecht komen
  • Woorden zijn eigenlijk al frames op zich....

Slide 33 - Slide

Framing in dagelijks leven
  • Je doet het zelf ook!



Wat doe je als je iemand iets vervelends moet vertellen? 

Slide 34 - Slide

PTO1

Je middenstuk bestaat uit minimaal 3 alinea's

Dat betekent dus... minimaal 3 deelonderwerpen kiezen

Slide 35 - Slide

Aan de slag
Vrije keuze:

- NUMO
- uiteenzetting schrijven
- samenvatting theorie maken
- boek lezen
- iets anders nuttigs voor Nederlands

Slide 36 - Slide

Bedankt!
Vragen?

Slide 37 - Slide

NEDERLANDS

Slide 38 - Slide

Vandaag
= Laatste les voor de toetsweek

= Laatste mogelijkheid voor vragen & hulp

  • Oefenen woordenschat
  • Zelfstandig aan de slag

Slide 39 - Slide

Woordenschat
Maak een kloppende zin met het volgende woord. De betekenis moet duidelijk worden. Geef geen omschrijving. Je mag het woord vervoegen.


Schilderen

Slide 40 - Slide

Woordenschat
Maak een kloppende zin met het volgende woord. De betekenis moet duidelijk worden. Geef geen omschrijving. Je mag het woord vervoegen.


Rekening

Slide 41 - Slide

Woordenschat
Maak een kloppende zin met het volgende woord. De betekenis moet duidelijk worden. Geef geen omschrijving. Je mag het woord vervoegen.


Bijzonder

Slide 42 - Slide

Aan de slag
Vrije keuze:

- NUMO
- uiteenzetting schrijven
- samenvatting theorie maken
- boek lezen
- iets anders nuttigs voor Nederlands

Slide 43 - Slide

Bedankt!



Succes volgende week!!

Slide 44 - Slide