Herhalingsweek les 1

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Welkom H4

Leg je pen, papier, theorieboek en oefenboek op tafel. 

Ga in STILTE lezen

Vandaag:

- Herhalen theorie

- Oefeningen maken

- Zelf toetsvragen maken en beantwoorden

- Lezen (al gedaan)

Planning periode 1:

Communicatie

2 Onderwerp en hoofdgedachte

3 Tekstsoorten

4 Inleiding, kern en slot

6 Alinea's en verbanden

8 Bronnenonderzoek

Taal

9 Framing

Literatuur

Gedicht en een boek

Stijlfiguren blz. 158-159

De kern van een boodschap

Onderwerp: één woord of een woordgroep

olifanten

Deelonderwerpen

olifanten in het wild

olifanten in de dierentuin

olifanten in het circus

Hoofdgedachte: één zin

Er zijn verschillende soorten olifanten. 

Olifanten moeten beschermd worden. 

Olifanten hebben een bijzonder dieet. 

Kernzin: belangrijkste zin in de alinea.

Eerste zin, tweede zin of laatste zin van de alinea.

Vandaag is het Wereld Olifantendag. Natuurbeschermers en olifantenliefhebbers richten dan de aandacht op olifanten, hun kracht en schoonheid, maar ook de problemen waarmee zij te maken hebben en de steun die ze kunnen gebruiken voor hun voortbestaan. Dit jaar zetten wij de schijnwerpers op de wilde olifanten in Azië.

Tekstdoelen:

- informeren

- beschouwen

- overtuigen

- activeren

- amuseren

Femke Bol wint de finale van de 400 meter horden en is voor het eerst in haar carrière wereldkampioen.

1. informeren
2. beschouwen
3. overtuigen
4. amuseren

Oliebollen zijn heerlijk, maar ook slecht voor je gezondheid.

1. informeren
2. beschouwen
3. overtuigen
4. amuseren

Sommige docenten vinden telefoons in de klas nuttig, andere vinden ze alleen maar afleidend.

1. informeren
2. beschouwen
3. overtuigen
4. amuseren

Toy Story is mijn favoriete film.

1. informeren
2. activeren
3. overtuigen
4. amuseren

Word nu lid en ontvang een gratis badhanddoek.

1. informeren
2. activeren
3. overtuigen
4. amuseren

Tekstsoorten:

- verhalend

- feitelijk

- waarderend

feitelijke uitspraak: uitspraak die je kunt controleren. 

blz. 59

Inleiding:

- aandacht trekken

- onderwerp introduceren

Aandacht trekken:

- anekdote

- opvallende stelling of mening

- aanhaken bij een actuele gebeurtenis

- wijzen op voordelen van verder lezen

Onderwerp introduceren:

- vraag stellen

- voorbeeld geven

- samenvatting of conclusie

- mening

- probleemstelling

- opvallende uitkomst

Kern:

- deelonderwerpen

Slot:

- samenvatting of conclusie

- uitsmijter

Signaalwoorden: geven verbanden aan tussen alinea's, zinnen en delen van zinnen. Zie schema blz. 65. 

Functiewoorden geven de functie aan van een deel van de tekst.

Aanleiding, voorbeeld, afweging, anekdote, argument, constatering, definitie, gevolg, nuancering, oplossing, verklaring. 

Ik wil wel komen, maar ik heb geen tijd.

1. conclusie
2. tegenstelling
3. vergelijking
4. omschrijving

Ik ben wat later, want ik heb de tram gemist.

1. opsomming
2. tijd
3. reden, oorzaak, gevolg
4. voorwaarde

Om de finale te bereiken, moeten we nog twee wedstrijden winnen.

1. voorbeeld
2. verduidelijking
3. doel, middel
4. toegeving

Als je goed oplet, haal je betere cijfers.

1. opsomming
2. tijd
3. reden, oorzaak, gevolg
4. voorwaarde

Er zijn verschillende manieren om fit te blijven, zo kun je dagelijks een lange wandeling maken.

1. voorbeeld
2. verduidelijking
3. doel, middel
4. toegeving

Framing: je stuurt het denken van je publiek. Je woorden wekken een beeld op bij je lezer of luisteraar. 

Framing:

- bij bedrijven 

NS: sprinter i.p.v. stoptrein, extra reistijd i.p.v. vertraging

- in de politiek

villasubsidie 

- in de journalistiek

- in het dagelijks leven

Framing door beeldspraak en stijlfiguren:

- vergelijking: je kamer lijkt een zwijnenstal.

- hyperbool: ik heb eeuwen staan te wachten.

- eufemisme: werkzoekend i.p.v. werkloos

- vals dilemma: You are either with us or with the terrorists. 

- neologisme: villasubsidie i.p.v. hypotheekrenteaftrek

Frame herhalen maakt het frame sterker. 

Frame ontkennen werkt niet. 

Denk niet aan een roze olifant. 

Wat helpt wel? Ander frame ertegenover zetten. 

Opdracht/Huiswerk

- Ga naar Teams en kijk naar de toetsstof voor periode 1

- Kies 2/3 onderwerpen die je moeilijk vindt

- Open ChatGPT en vraag om drie open toetsvragen te maken over de onderwerpen op het niveau van havo 4

- Maak je eigen oefenvragen en laat je antwoord nakijken door ChatGPT