Signaalwoorden Nieuw november 22 (2)

Welkom
Ga rustig zitten (plattegrond).
Staat je telefoon op stil?
Is je telefoon uit het zicht?
Pak je boek en pen.
Wacht rustig tot de les begint.
‘Tielse’ buggy haalt nu wél de finish van Dakar Rally: ‘Na een etappe kwamen we bont en blauw uit de auto’
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom
Ga rustig zitten (plattegrond).
Staat je telefoon op stil?
Is je telefoon uit het zicht?
Pak je boek en pen.
Wacht rustig tot de les begint.
‘Tielse’ buggy haalt nu wél de finish van Dakar Rally: ‘Na een etappe kwamen we bont en blauw uit de auto’

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Nederlands: Signaalwoorden

Slide 3 - Slide

Wat is een signaalwoord?
• Verbindingswoorden
•Signaalwoorden geven het verband aan tussen zinsdelen, zinnen en alinea’s

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Opsomming
En, ook, ten eerste, ten tweede, vervolgens

Slide 8 - Slide

Tegenstelling
Zo, evenals, in vergelijking met, soortgelijk(e)

Slide 9 - Slide

Oorzaak – gevolg
Door, doordat, waardoor, te danken aan

Slide 10 - Slide


Voorbeeld/ toelichting
Een voorbeeld ( hier)van, ter illustratie, bijvoorbeeld, zoals

Slide 11 - Slide

Conclusie
dus, kortom, dan ook.

Het is dus belangrijk dat alle middelbare scholieren kunnen reanimeren.
Kortom, een reanimatiecursus moet op school verplicht worden.
In de toekomst zal dan ook een hele generatie kunnen reanimeren.

De conclusie is vaak een mening. Je hoeft het er dus niet mee eens te zijn.

Slide 12 - Slide

Voorwaarde
als...dan, indien
Als jij nu vertrekt, dan kom je nog op tijd.
Als jij vanmiddag je huiswerk maakt, dan kun je vanavond trainen.

Slide 13 - Slide

Doel-middel
waarmee, zodat, om...te, met behulp van (m.b.v.), door middel van (d.m.v.)

Ik neem een woordenboek mee, zodat ik de moeilijke woorden kan opzoeken.
Om mijn examen te halen, moet ik veel oefenexamens maken.

Slide 14 - Slide

Vergelijking
net zo als..., even...als, groter dan, in vergelijking met

Mijn zus is net zo sterk als ik ben.
In vergelijking met vorig jaar, sta ik er nu beter voor.


Slide 15 - Slide

Je kent nu deze verbanden en signaalwoorden.
verband
signaalwoorden
opsomming
ten eerste, ook bovendien, daarnaast, verder
vergelijking
net zo als, even...als, in vergelijking met...meer dan...
tegenstelling
maar, daarentegen, toch, echter, integendeel
voorbeeld
bijvoorbeeld, een voorbeeld (hier)van is, zo, zoals, 
oorzaak-gevolg
doordat, daardoor, als gevolg van
conclusie
dus, kortom, ddat betekent
doel-middel
zodat, waarmee, om...te, door middel van, met behulp van
voorwaarde
als...dan, indien

Slide 16 - Slide

Tekstverband: VERGELIJKING
A
net als
B
kortom
C
als
D
waarmee

Slide 17 - Quiz

Tekstverband: MIDDEL-DOEL
A
zoals
B
om
C
zo
D
omdat

Slide 18 - Quiz

Tekstverband: TEGENSTELLING
A
al met al
B
daar staat tegenover
C
zoals
D
waardoor

Slide 19 - Quiz

Signaalwoord: TEN EERSTE........TEN TWEEDE
A
middel-doel
B
opsomming
C
oorzaak-gevolg
D
tegenstelling

Slide 20 - Quiz

Tekstverband: VOORWAARDE
A
mits
B
waardoor
C
omdat
D
alles bij elkaar

Slide 21 - Quiz

Tekstverband: CONCLUSIE
A
kortom
B
alles overziend
C
met dat doel
D
daarentegen

Slide 22 - Quiz

Mindmap maken van signaalwoorden.
Zie voorbeeld (volgende dia).

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Link

Maken: blz. 53-55, opdr. 1 t/m 3.
timer
10:00

Slide 25 - Slide

Maken: blz. 56-59, opdr. 4, 5 en 6.
timer
10:00

Slide 26 - Slide