Toetsvullingen

oefentoets vullingen
1 / 25
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

oefentoets vullingen

Slide 1 - Slide

Welke appel is een moesappel?
A
Goudreinet
B
Granny Smith
C
Jonagold
D
Elstar

Slide 2 - Quiz

Wat wordt bedoeld met de opslag?
A
De duur van het opkloppen
B
Het vetpercentage in de room
C
Koel en droog bewaren
D
De hoeveelheid lucht die de room kan vasthouden

Slide 3 - Quiz

Waarom laat je de room snel afkoelen bij het maken van banketbakkersroom?
A
Om schifting te voorkomen.
B
Voor een luchtigere structuur.
C
Voor een betere smaak.
D
Voor de houdbaarheid

Slide 4 - Quiz

In citroenen zit van nature een bepaalde soort koolhydraten die voor binding zorgt. Hoe heet deze stof?
A
Fructose
B
Pectine
C
Glucose
D
Sucrose

Slide 5 - Quiz

Welke fruitfamilie valt onder hard fruit?
A
Appels
B
Aardbeien
C
Peren
D
Bananen

Slide 6 - Quiz

De fruitfamilies zijn: hard fruit, zacht fruit, citrusfruit, exotisch fruit en steenfruit. Waar zijn de fruitfamilies op ingedeeld?
A
Op uiterlijk
B
Biologische kenmerken
C
op het gebied
D
op grote

Slide 7 - Quiz

Hoe verwerk je instant roompoeder tot banketbakkersroom?
A
koud water, kort roeren
B
warm water lang roeren
C
koud water lang roeren
D
Warm water, kort roeren

Slide 8 - Quiz

Wat is agar-agar?
A
Een gelatineachtige stof
B
Een soort suiker
C
Een soort fruit
D
Afkomstig van zeewier

Slide 9 - Quiz

Wat is gelatine gemaakt van?
A
Dierlijke eiwitten
B
Plantaardige suikers
C
Veganistische ingrediënten
D
Zeevruchten

Slide 10 - Quiz

Welke vrucht wordt vaak in taarten gebruikt?
A
Druiven
B
Bosbessen
C
Citrusvruchten
D
Aardbeien

Slide 11 - Quiz

Hoe noem je Zwitserse room met gelatine
A
Creme au beurre
B
Creme chiboust
C
Creme Diplomate
D
Creme Mousseline

Slide 12 - Quiz

Welke functie heeft bindmiddel in de bakkerij?
A
Stabiliseren van de massa
B
Vastmaken van ingrediënten
C
Verminderen van het vocht
D
Verhogen van de temperatuur

Slide 13 - Quiz

Wat voor een soort bindmiddel is gelatine?
A
Koud
B
Warm
C
Blind
D
Helder

Slide 14 - Quiz

Waar komt pectine vooral voor?
A
In vlees
B
In granen
C
In groenten
D
In fruit

Slide 15 - Quiz

Welke stof is een voorbeeld van een warm bindmiddel?
A
Gelatine
B
Zetmeel
C
Suiker
D
Zout

Slide 16 - Quiz

Waar wordt een compositiecrème van gemaakt?
A
Melk
B
Boter
C
Water
D
Suiker

Slide 17 - Quiz

Wat is een kenmerk van compositiecrème?
A
Minder binding dan crème au beurre
B
Zouter dan crème au beurre
C
Gemaakt met room
D
Meer binding dan crème au beurre

Slide 18 - Quiz

Hoe verhoudt de zoetheid van compositiecrème zich?
A
Het is even zoet
B
Het is zoeter dan crème au beurre
C
Het is minder zoet
D
Het is zouter

Slide 19 - Quiz

Welke woord geeft de bindkracht van gelatine aan?
A
Flower
B
Bloom

Slide 20 - Quiz

Wat is een voorbeeld van steenfruit?
A
Perziken
B
Bananen
C
Aardbeien
D
Kersen

Slide 21 - Quiz

Wat is pâte à bombe?
A
Een soort deeg voor brood
B
Een saus voor pasta
C
Een basis voor desserts
D
Een mengsel van eieren en suiker

Slide 22 - Quiz

Wat is een wettelijke eis voor jam?
A
Bevat geen conserveermiddelen
B
Geen kunstmatige kleurstoffen
C
Maximaal 65% suiker
D
Minimaal 35% fruit

Slide 23 - Quiz

Wat is de ideale temperatuur van boter bij de bereiding van botercreme?
A
25 graden Celsius
B
18 tot 20 graden Celsius
C
0 graden Celsius
D
30 graden Celsius

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Slide