Kapitel 1, Lektion 4

Die Mädchen WG - Ein Monat ohne Eltern
Lies den Text Die Mädchen - WG - Ein Monat ohne Eltern. Beantworte danach die folgenden Fragen. 
1 / 44
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Die Mädchen WG - Ein Monat ohne Eltern
Lies den Text Die Mädchen - WG - Ein Monat ohne Eltern. Beantworte danach die folgenden Fragen. 

Slide 1 - Slide

Lernziele ERK (A1)
je kent het bepaald en het onbepaald lidwoord (der- en ein-groep) 
Je kent het bezittelijk voornaamwoord in de eerste naamval 

Slide 2 - Slide

Welke droom beleven de meisjes?

Slide 3 - Open question

Hoe lang duurt dit project?

Slide 4 - Open question

Waar komen de meisjes vandaan?

Slide 5 - Open question

Hoe oud zijn de meisjes?

Slide 6 - Open question

Felix Jeahn 
Lies den Text Felix Jeahn. Ergänze danach die fehlenden Wörter. 

Slide 7 - Slide

Een van zijn songst stond zelfs in de ... op de eerste plek in de hitparade.

Slide 8 - Open question

Felix is .... en ... van beroep.

Slide 9 - Open question

Hij vindt het vele ... super en hij vindt het leuk dat hij van zijn ... zijn beroep kon maken.

Slide 10 - Open question

Hij zou graag vaker ... willen zijn.

Slide 11 - Open question

Hij heeft als kind .... en ... gespeeld en ....

Slide 12 - Open question

Toen hij 15 of 16 was, is hij weer met ... begonnen.

Slide 13 - Open question

Het bepaald en het onbepaald lidwoord (Der bestimmte und der unbestimmte Artikel)

Slide 14 - Slide

Welke Duitse woorden schrijf je met een hoofdletter?

Slide 15 - Open question

Bij welke woorden gebruik je eine en niet ein?

Slide 16 - Open question

Vertaal de woorden.

Slide 17 - Slide

het kind - een kind

Slide 18 - Open question

geen broer - de broer

Slide 19 - Open question

de moeder - een moeder - geen moeder

Slide 20 - Open question

Ergänze: ein/eine - kein/keine

Slide 21 - Slide

Das ist .... schöner Name. (der Name, geen)

Slide 22 - Open question

.... Schauspielerin ist berühmt. (die Schauspielerin, een)

Slide 23 - Open question

.... Brille ist total cool. (die Brille, een)

Slide 24 - Open question

Das sind ... Vornamen. (die Vornamen, geen)

Slide 25 - Open question

Er ist ... Freund von mir. (Der Freund, kein)

Slide 26 - Open question

Het bezittelijk voornaamwoord 
(Das Possessivpronomen)

Slide 27 - Slide

Wat kun je met een bezittelijk voornaamwoord aangeven?

Slide 28 - Open question

Vertaal de zin: Dat is mijn moeder.

Slide 29 - Open question

Is deze zin juist? Leg uit.
Das ist euer Schwester.

Slide 30 - Open question

Hoe kun je "ihr Bruder" vertalen? (2 zijn juist)
A
haar broer
B
jullie broer
C
hun broer
D
uw broer

Slide 31 - Quiz

Übersetze die Sätze

Slide 32 - Slide

Seine Mutter hat vier Kinder.

Slide 33 - Open question

Ist das deine Schwester?

Slide 34 - Open question

Mein Bruder heißt Timo.

Slide 35 - Open question

Frau Golke, ist das Ihr Mann?

Slide 36 - Open question

Juliane ist eure Tante.

Slide 37 - Open question

Das ist ihr Vater.

Slide 38 - Open question

Ergänze das Possessivpronomen
Meine Schwester hat eine neue Jacke.      Das ist .... neue Jacke (v). 
Dein Freund hat eine Katze.                             Das ist ..... Katze (v). 
Unser Vater hat einen Bruder.                         Das ist ..... Bruder. 
Frau Koch hat einen Sohn.                                Das ist ..... Sohn. 
Wir wohnen in einem großen Haus.             Das ist .... Haus (o). 
Lisa und Michael haben zwei Töchter.        Das sind .... Töchter (mv). 

Slide 39 - Slide

Schreibe sechs ganze Sätze. Benutze jedes Wort nur einmal. Achte auf die richtige Verbform. (S. 35)

Slide 40 - Slide

3

Slide 41 - Video

16:43
Wat doet Hilla graag in haar vrije tijd? (3 dingen)

Slide 42 - Open question

17:05
Wat zegt Hilla over haar uiterlijk?
A
Ze vindt het belangrijk om er goed uit te zien.
B
Ze draagt elke dag make-up

Slide 43 - Quiz

17:33
Wat zegt haar zus over Hilla?
A
Ze is geen prater.
B
Ze is zelfbewust en praat veel.

Slide 44 - Quiz