personages

Lesoverzicht
- Wie is er wel en wie niet?
- Hoe gaat het met je?
- Verwachtingen
- Wat gaan we doen?
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Lesoverzicht
- Wie is er wel en wie niet?
- Hoe gaat het met je?
- Verwachtingen
- Wat gaan we doen?

Slide 1 - Slide

WELKOM!


Nederlands


- Jas aan de kapstok
- Telefoon in de bak
- Kauwgom in de prullenbak

Ga lekker zitten!

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?
- Herhaling: fictie, non-fictie, realistisch, fantasie
- Lesdoel: Personages in boeken
- Samenleesboek

Slide 3 - Slide

Verwachtingen
Tijdens de les:
- luister je naar de instructie. Je praat niet door de leerkracht heen.

- doe je actief mee.

- Je let op jezelf.

Slide 4 - Slide

mix en ruil
- Neem een boek van de stapel
- Loop ermee door de klas
- High five
- Is het fictie? non-fictie? realistisch? fantasie?
- Wissel van boek en loop door.

Slide 5 - Slide

Personages:
Personages zijn de personen in een verhaal.

Het belangrijkste personages heet hoofpersoon
(dit kunnen er meer zijn)

De andere personages zijn bijfiguren

Slide 6 - Slide

samen lezen

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Praten over het boek
- Is het fictie of non-fictie?
- Is het realistisch of een fantasieverhaal?
- Wie zijn de personages?
- Wie is de hoofdpersoon?
- Wie zijn de bijfiguren? 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

fictie
non- fictie

Slide 11 - Slide

realistisch
fantasieverhaal

Slide 12 - Slide

De gebroeders Leeuwenhart
Fantasie?

of 

realistisch?

Slide 13 - Slide

De gebroeders Leeuwenhart
(tekst 5)
1. Is het Kersendal een fijne plek om te wonen?

2. Nangijala lijkt op een sprookjeswereld. Geef twee voorbeelden.

Slide 14 - Slide

De gebroeders Leeuwenhart
(tekst 6)
Samen lezen


Slide 15 - Slide

De gebroeders Leeuwenhart

De regels van 3

Slide 16 - Slide

Wat kies jij?
Maak opdracht 7

Slide 17 - Slide