Herhaling fictie P1/2/3

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo lwoo, havo
• Leerjaar 1

Lesplanning 

* 15 minuten lezen 

* Herhaling Fictie H1/2/3

* Quiz

Let op!

Telefoon in de telefoonzak

15 minuten lezen 

Lesdoel:

Begrippen fictie H1/2/3 herhalen

Wat weet je nog?

- fictie / non-fictie

- realistisch / fantasieverhaal

- doel van fictie

- personages 

- perspectief

- inleven / meeleven

- onderwerp / genres / smaak

Fictie & Non-fictie

Verzonnen verhalen

Niet-verzonnen teksten

• Verzonnen
  
• Vooral voor je plezier
  

          /                       \               

• Niet verzonnen
  
• Vooral om iets te weten te komen 

Fictie                Non-fictie

Realistisch	Niet-realistisch
Zou echt kunnen gebeuren	Zou niet echt kunnen gebeuren

Wat zijn personages?

Begrippen:

1. Inleven: je leest wat personages meemaken en hoe zij zich voelen, waardoor je hun gedrag ook beter begrijpt.

2. Personages: alle personen (soms dieren) die een rol spelen in een verhaal.

Je hebt hoofdpersonen en bijfiguren.

Verschil in personages

Wat kijk/lees jij graag?

Wat is jouw smaak?

Aan de slag!

Pak nu je telefoon en log in....

Fictie of non-fictie?

1. Fictie
2. Non-fictie

Is dit fictie of non-fictie?

1. fictie
2. non-fictie

Fictie of non-fictie?

1. Fictie
2. Non-fictie

Fictie of non-fictie?
'voor je plezier'

1. fictie
2. non-fictie

Fictie of non-fictie?
'om iets te weten te komen'

1. non-fictie
2. fictie

Fictie of non-fictie?
'reisblog'

1. non-fictie
2. fictie

Is het non-fictie of fictie?
De biografie van Messi.

1. fictie
2. non-fictie

Is een informerende tekst fictie of non-fictie?

1. Fictie
2. Non-fictie

Fictie kan bestaat uit realistisch fictie en niet-realistisch fictie.
Bovenstaande uitspraak is

1. niet waar
2. waar
3. weet ik niet

Wat is het verschil tussen
fictie en non-fictie?

1. Non-fictie is verzonnen. Fictie is echt gebeurd.
2. Fictie is verzonnen. Non-fictie is echt gebeurd.
3. Fictie kun je bewijzen. Non-fictie niet.

Fictie
Wat is fictie?

1. Verzonnen verhalen
2. Biografie
3. Informatieve verhalen
4. Autobiografie

Is dit fictie of non-fictie?

1. fictie
2. non-fictie

Is dit fictie of non-fictie?

1. fictie
2. non-fictie

Fictie kan bestaan uit realistisch fictie en niet-realistisch fictie.

1. niet waar
2. waar

Welke soorten personages zijn er in een boek?

1. Hoofdpersonen
2. Bijpersonen
3. hoofd- en bijpersonen

Wat wordt er bedoeld met vertelperspectief?

1. hoeveel personages er in het verhaal zitten
2. de structuur van het verhaal
3. vanuit welk oogpunt het verhaal verteld wordt
4. wat de hoofdpersoon doet in het verhaal

Personages kun je verdelen in:

1. Innerlijk
2. uiterlijk
3. Typen
4. Karakters

Welke personages maken vaak een verandering door in een verhaal?

1. Alle personages
2. Hoofdpersonen
3. Bijfiguren
4. Ligt aan het boek

Wat betekent: personages

1. een boek waarin je dagelijks schrijft
2. personen in een verhaal
3. theatervoorstelling met liedjes en dans
4. van grote waarde

Wat hoef je NIET te beschrijven als je het uiterlijk van een personage beschrijft?

1. leeftijd, lichaamsbouw, haarkleur, kleding
2. gedachten en gevoelens
3. gedrag
4. relatie tot de andere personages

Tot de volgende les !