Maak opdracht 1 (blz. 120) op de volgende manier (denken, delen, uitwisselen)
Denken: maak opdracht 1 zelfstandig
Delen: bespreek opdracht 1 in je groepje
Uitwisselen: bespreek klassikaal jullie antwoorden met de docent.
Slide 3 - Slide
Herhaling
In de volgende dia behandelen we nogmaals de theorie rondom het gebruik van een woordvierkant. De indeling in het voorbeeld uit je boek is net even anders (blz. 120), let hierop.
Slide 4 - Slide
Instructie
woordvierkant
Slide 5 - Slide
Moeilijke woorden blz. 121
Maak opdracht 4.
De docent bespreekt vervolgens de lijst met moeilijke woorden.
Slide 6 - Slide
Aan het (huis)werk!
Huiswerk: Maak opdracht 2, 3 + 5 t/m 7.
Klaar? Maak woordvierkanten en/ of woordkaartjes.
Slide 7 - Slide
Afsluiting
- Welke nieuwe woorden heb je geleerd vandaag?
- Wat is het doel van het maken van een woordvierkant?
- Huiswerk: Maak opdracht 1 t/m 3 + 5 t/m 7.
- Vooruitblik: woordvierkanten + leenwoorden.
Slide 8 - Slide
Les 2
Lesdoelen bespreken: nieuwe woorden leren + leenwoorden uit andere talen gebruiken.
De vorige les zijn we gestart met de uitleg van de moeilijke woordenlijst, vandaag afmaken.
Wie kent alle moeilijke woorden al?
Vervolgens volgt er uitleg over de theorie van leenwoorden. Je hebt hierbij je schrift en pen nodig.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Aan het (huis)werk..
Lees samen met de docent de theorie 'leenwoorden' op blz. 127 door. Vervolgens bekijken jullie samen opdracht 8 t/m 13.
Succes met het maken van opdracht 8 t/m 13.
Klaar? Steropdracht 14 maken of woordkaartjes of woordvierkanten maken.
Slide 12 - Slide
Afsluiting
Welke leenwoorden ken je al? Noem er minimaal 3.
Welke leenwoorden waren nieuw voor jou?
Huiswerk: opdracht 8 t/m 13 maken.
Vooruitblik: uitdrukkingen herhalen.
Slide 13 - Slide
Les 3
Lesdoelen bespreken: nieuwe woorden leren + leenwoorden uit andere talen gebruiken.
Terugblik + huiswerk bespreken opdracht 8 t/m 13.
Uitleg uitdrukkingen
Opdracht 15 t/m 19 maken.
Afsluiting
Slide 14 - Slide
Uitdrukkingen
We bekijken en bespreken nogmaals de uitdrukking uit de lijst 'moeilijke woorden'. Jullie bedenken met elkaar hoe je met deze uitdrukkingen een zin kunt maken.
Klaar? Bedenk ook zinnen met andere woorden uit de lijst.
Slide 15 - Slide
Nabespreken
Enkele zinnen worden nabesproken met de docent. Vervolgens mogen jullie deze zinnen invullen bij opdracht 15 uit je boek (blz. 130).
Slide 16 - Slide
Aan de slag (deel 2)
De docent bespreekt opdracht 16 t/m 19 met jullie. Bij opdracht 18 moet je even extra goed luisteren.
Maak opdracht 16 t/m 19.
Klaar? Maak woordkaartjes en/ of woordvierkanten of oefen de woorden online met de woordtrainer.