Afweer en afweerreacties

Afweer en afweerreacties
1 / 17
next
Slide 1: Slide
VerpleegkundeMBOStudiejaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Afweer en afweerreacties

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  1. Je kunt beschrijven via welke twee soorten afweerreacties het lichaam reageert op het binnendringen van lichaamsvreemde stoffen en ziekteverwekkers.
  2. Je kunt uitleggen welke soorten B- en T-lymfocyten er zijn en welke rol zij spelen in de afweer.
  3. Je kunt benoemen welke klassen immunoglobulinen er zijn en wat hun functie is.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

wat betekent 'afweer'?
A
dat je witte bloedcellen ziekteverwekkers uitschakelen
B
dat je rode bloedcellen ziekteverwekkers uitschakelen
C
dat je witte bloedcellen ziekteverwekkers laat verspreiden
D
dat ziekteverwekkers zich verplaatsen via organen

Slide 3 - Quiz

Het menselijk lichaam kan op verschillende manieren reageren op het binnendringen van een lichaamsvreemde stof of ziekteverwekker. Het kan reageren met een directe of met een indirecte afweerreactie.
Daarom krijgt de ene persoon een infectie bij contact met een micro-organisme en de ander niet.
Wat zijn ziekteverwekkers?
A
Schimmels
B
Virussen
C
Parasieten
D
Bacteriën

Slide 4 - Quiz

Een antigeen is een lichaamsvreemde stof of ziekteverwekker die in ons lichaam binnenkomt. Voorbeelden van antigenen zijn voorwerpen van metaal, chemische stoffen, delen van planten en vreemde eiwitten in de voeding en micro-organismen zoals bacteriën en virussen.
Wat is aspecifieke/indirecte afweer?
A
Houdt 1 ziekteverwekker tegen
B
Macrofagen zijn hierbij betrokken
C
Kan meerdere ziekteverwekkers aanvallen
D
antistofcellen zijn hierbij betrokken.

Slide 5 - Quiz

Naast de directe afweerreactie in de vorm van een ontsteking heeft het lichaam ook de mogelijkheid om een indirecte afweerreactie in gang te zetten. Deze vorm van afweer maakt het lichaam immuun voor die specifieke ziekteverwekker. Bij deze indirecte afweerreactie zijn andere witte bloedcellen betrokken, de lymfocyten uit het immunologisch systeem. Komen de lymfocyten in contact met ziekteverwekkers of vreemde eiwitten, dan reageren zij daarop door specifieke afweercellen te maken, antistoffen geheten. Zij hebben daarvoor wel even tijd nodig. Pas een aantal dagen na het begin van de infectie zijn er zoveel antistoffen in het bloed aanwezig dat je ze met onderzoek kunt aantonen. Is de infectie eenmaal bestreden, dan is het lichaam langdurig beschermd tegen die ene ziekteverwekker.
- Macrofagen zitten in al onze weefsels en staan als het ware op wacht. Macrofagen kan je omschrijven als ‘grote eters’, omdat ze heel effectief bacteriën, schimmels en virussen opeten en afbreken. Dit gebeurt door een proces dat fagocytose wordt genoemd. Macrofagen behoren dan ook tot de fagocyterende afweercellen. Macrofagen kunnen ook informatie doorgeven aan andere afweercellen. Dit kunnen ze doen door signaalstoffen af te geven, als een soort vuurtorens, die andere afweercellen de juiste weg wijzen. Daarnaast kunnen ze stukjes van de gefagocyteerde ziekteverwekkers op hun oppervlakte aanbieden, die vervolgens herkend worden door bepaalde cellen van het aangeleerde afweersysteem, de T cellen.
wat is specifieke/directe afweer
A
koorts
B
Geheugen; ziekteverwekker wordt herkend en opgeruimd
C
fagocyteren

Slide 6 - Quiz

De directe afweerreactie treedt vrijwel direct op en kenmerkt zich door een ontstekingsreactie met pijn, warmte, roodheid en zwelling. Deze plaatselijke ontstekingsreactie is een uiting van de snelle en algemene reactie. Hierbij spelen bepaalde witte bloedcellen, de granulocyten, een belangrijke rol. De granulocyten proberen vreemde indringers, zoals bacteriën, door middel van fagocytose te vernietigen om zo de schade te beperken. Het weefsel reageert op die plaats met een ontsteking.
Hoe werkt het immunologisch systeem?

Slide 7 - Open question

Bij het eerste contact met een antigeen ontstaat gevoeligheid van het lichaam voor die stof of ziekteverwekker, de zogenoemde sensibilisatie. Die sensibilisatie activeert het specifieke afweersysteem, ook immunologisch systeem genoemd. Antigenen kunnen via vele wegen het lichaam binnendringen. Het specifieke afweersysteem bevindt zich dan ook door het gehele lichaam heen. Het functioneert in het bloed en in de lymfe, en is op diverse plaatsen in het lichaam als bijzondere ophopingen van afweerweefsel te vinden, namelijk in:
de lymfeklieren, die door het hele lichaam verspreid liggen;
de milt;
het beenmerg;
de thymus of zwezerik;
de neus- en keelamandelen;
het lymfatisch weefsel in de darmwand, de zogenoemde plaques van Peyer.
Het immunologisch systeem is in staat om vreemde stoffen die niet in het lichaam thuishoren te herkennen en te bestrijden. Dankzij dat vermogen van ons afweersysteem en de beschikbaarheid van geheugencellen zijn wij in staat ons lichaam zeer lange tijd te beschermen tegen een bepaalde ziekte. Je bent dan niet vatbaar meer, ofwel je bent immuun voor die ziekte.

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Immunoglobulinen (anti-stoffen)

  • De plasmacellen (uit de B-lymfocyten) kunnen verschillende soorten eiwitten maken, immunoglobulinen geheten, met elk verschillende eigenschappen. De gevormde immunoglobulinen zijn onder te verdelen in verschillende klassen, namelijk IgA, IgG, IgM, IgD en IgE.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

  • IgA beschermt de oppervlakkig liggende weefsels tegen het binnendringen van micro-organismen. Deze immunoglobulinen bevinden zich vooral in de oppervlakkige lagen van de slijmvliezen van het lichaam. Grote hoeveelheden IgA zijn te vinden in zweet, speeksel, traanvocht, neusslijm, moedermelk, de slijmvliezen van longen, darmen, urinewegen en geslachtsorganen.










Slide 11 - Slide

This item has no instructions

IgG komt in grote hoeveelheden voor in bloed en extracellulaire vloeistof en is de belangrijkste immunoglobuline in het inwendige van het lichaam. Het is verantwoordelijk voor het neutraliseren van micro-organismen en bacteriële gifstoffen (toxinen) en bevordert daardoor het proces van fagocytose. Dit is de enige afweerstof in het bloed van de moeder die tijdens de zwangerschap de placenta passeert en het kind bescherming meegeeft voor de eerste maanden na de geboorte.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

IgM is opgebouwd uit grote eiwitten die belangrijk zijn bij de strijd tegen bacteriën die zich via het bloed willen verspreiden. Zij hechten zich aan het oppervlak van bacteriën en maken deze onschadelijk.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

IgD komt voor op het oppervlak van de B-lymfocyten en is slechts in zeer geringe hoeveelheden aanwezig.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

IgE speelt een rol bij de bescherming aan het lichaamsoppervlak en is verbonden met mestcellen. Wanneer IgE in contact komt met antigeen, barst de mestcel open en komen stoffen vrij die de ontstekingsreactie op gang brengen. IgE is verantwoordelijk voor het ontstaan van allergische reacties.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Vragen

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag

Slide 17 - Slide

This item has no instructions