4.1 Kracht en soorten beweging

4.1 krachten en soorten beweging
Doelen:
- Afstanden en snelheden uit (v,t)- en (s,t)-diagrammen halen.
- Rekenen met de formule voor gemiddelde snelheid.
- Een resulterende kracht berekenen op één lijn.
- Aan de hand van Fres en of een diagram of er versnelling of vertraging is.
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

4.1 krachten en soorten beweging
Doelen:
- Afstanden en snelheden uit (v,t)- en (s,t)-diagrammen halen.
- Rekenen met de formule voor gemiddelde snelheid.
- Een resulterende kracht berekenen op één lijn.
- Aan de hand van Fres en of een diagram of er versnelling of vertraging is.

Slide 1 - Slide

Gemiddelde snelheid
vgem=s:t
Hierbij is de afstand in meters en de tijd in seconden.
Hieruit volgt dan een snelheid in meter per seconde (m/s).
Dit werkt ook met kilometers, uren en kilometer per uur (km/h).

Slide 2 - Slide

Resultante kracht (Fres)
Als de resulterende kracht op een voorwerp 0 N is
en het voorwerp beweegt al, dan beweegt het met dezelfde snelheid verder. Staat het voorwerp stil, dan blijft het ook stilstaan.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Je legt 25 meter af in 10 seconden. Wat is jouw gemiddelde snelheid?
A
0,4 m/s
B
0,4 km/h
C
2,5 m/s
D
2,5 km/h

Slide 5 - Quiz

Welke kracht werkt beweging het beste tegen?
A
Luchtwrijving
B
Schuifwrijving
C
Spierkracht
D
Niets

Slide 6 - Quiz

Hoe groot is de resulterende kracht op jou als je over het ijs glijdt op schaatsen?
A
50 N
B
- 50 N
C
25 N
D
0 N

Slide 7 - Quiz

Hoe groot is de wrijvingskracht, zolang je duwt tegen een kist, maar deze niet beweegt?
A
Even groot als de wrijvingskracht.
B
Kleiner dan de wrijvingskracht.
C
Groter dan de zwaartekracht.
D
Groter dan de wrijvingskracht.

Slide 8 - Quiz

Hoe groot is de wrijvingskracht als je stopt met duwen?
A
0 N
B
300 N
C
600 N
D
900 N

Slide 9 - Quiz

Hoe groot is de wrijvingskracht als je met een kracht van 900 N duwt en de kist met een constante snelheid beweegt?
A
0 N
B
300 N
C
600 N
D
900 N

Slide 10 - Quiz

Motorkracht
Wrijvingskracht
Zwaartekracht

Slide 11 - Drag question

17c. Hoe beweegt het busje?

Het busje staat stil.
Het busje beweegt met constante snelheid
Het busje versnelt.
Het busje vertraagt.
Sleep naar de goede beweging:
FA > FB
FA = FB
FA < FB

Slide 12 - Drag question

Versnelt
Constante snelheid
Vertraagt
Sleep naar de goede beweging:
17d. Oliespoor van A naar B naar C naar D.
A-B
B-C
C-D

Slide 13 - Drag question